Brief regering : Geannoteerde Agenda informele Telecomraad 4-5 maart 2025
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1113
                   BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN DE
               STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2025
Hierbij bieden wij uw Kamer de geannoteerde agenda aan van de Informele Telecomraad
                  op 4 en 5 maart 2025 in Warschau, Polen. Deze informele Telecomraad zal in het teken
                  staan van cybersecurity. Gelet op zijn coördinerende verantwoordelijkheid ten aanzien
                  van cybersecurity, zal de Minister van Justitie en Veiligheid hieraan deelnemen.
               
In verband met het grensoverschrijdende karakter van cyberdreigingen en het belang
                  van het versterken van de digitale weerbaarheid van Nederland en de EU, verwelkomt
                  het kabinet het initiatief van het Pools voorzitterschap van de Raad van Ministers
                  van de Europese Unie om als Raad bijeen te komen en gedachten te wisselen over cybersecurity.
                  Het kabinet kijkt uit naar de verspreiding van de uitgebreide agenda en stukken van
                  deze Raad.
               
De Minister van Economische Zaken,
                  D.S. Beljaarts
De Minister van Justitie en Veiligheid,
                  D.M. van Weel
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
                  F.Z. Szabó
Geannoteerde agenda Informele Telecomraad, 4 en 5 maart 2025 in Warschau, Polen
               
In de Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS) wordt de kabinetsbrede inzet voor
                  het realiseren van een digitaal veilige samenleving uiteengezet en wordt, gelet op
                  het grensoverschrijdende karakter van cyberdreigingen, het belang van internationale
                  samenwerking op het gebied van cybersecurity in onder meer EU-verband benadrukt.1 In lijn met de Kamerbrief Weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen die
                  6 december jl. met uw Kamer is gedeeld, ondersteunt het kabinet de versterking van
                  de (digitale) weerbaarheid in EU-verband en heeft het met interesse kennisgenomen
                  van het rapport van speciaal adviseur Sauli Niinistö.2,
                  3 Dit rapport dient als basis voor de aankomende Preparedness Union Strategy van de Europese Commissie (de Commissie), die ook zal werken aan Europese paraatheid
                  en weerbaarheid.
               
Het kabinet zet zich actief in bij de verschillende Europese gremia en samenwerkingsverbanden
                  die tot doel hebben de digitale weerbaarheid in de EU te vergroten en verwelkomt daarom
                  het initiatief van het Pools voorzitterschap om als Raad bijeen te komen en gedachten
                  te wisselen over cybersecurity. Op het moment van schrijven zijn er nog geen stukken
                  of definitieve agenda voor deze Telecomraad verspreid. Het kabinet kijkt daarom uit
                  naar de voorbereidende stukken en uitgebreide agenda en zal de besproken onderwerpen
                  verder toelichten aan uw Kamer via het verslag.
               
1. Werksessie: Cybercrisismanagement
               
In pijler I van de NLCS stelt het kabinet het doel het vermogen van organisaties om
                     te reageren, herstellen en leren van cyberincidenten te vergroten. Om dit te realiseren
                     heeft het kabinet op nationaal niveau al stappen gezet om samenwerkingen ten tijde
                     van grootschalige cybercrises en incidenten te versterken, onder andere door de publicatie
                     van het Landelijk Crisis Plan Digitaal (LCP-D) en de grootschalige cyber oefening
                     ISIDOOR IV van november 2023.4 Waar relevant zal het kabinet nationale best practices dan ook opbrengen in de Raad.
                  
Ook op Europees niveau wordt, zoals ook in het Niinistö rapport wordt onderstreept,
                     door lidstaten tegenwoordig over het algemeen beter voorbereid op grootschalige cyber
                     crises en incidenten, mede dankzij de cybersecuritywet- en regelgeving die deze laatste
                     jaren is ontwikkeld en versterkt. Ook initiatieven zoals het European Cyber Crisis Liaison Officers Network (ook wel: CyCLONe), die in 2020 is gelanceerd, dragen sterk bij aan het versterken
                     van de samenwerking ten tijde van grootschalige cyber crises en incidenten. Het kabinet
                     ziet echter kansen om de samenwerking voor wat betreft de respons op (grootschalige)
                     cyberincidenten nog verder te bevorderen en verwelkomt daarom het initiatief van de
                     Commissie om de Blueprint inzake Grootschalige Cyber Incidenten (Blueprint Cyber) dit jaar te herzien. Wanneer de Blueprint Cyber tijdens de Raad wordt besproken, zal het kabinet voorstellen steunen om recente beleids-
                     en stelselontwikkelingen op te nemen in de Blueprint Cyber, zodat dit document effectief en concreet kan bijdragen ten tijde van grootschalige
                     grensoverschrijdende cybercrises en incidenten, waar volgens het kabinet de meerwaarde
                     van dit document ligt. Het vergroten van de reikwijdte van de Blueprint Cyber buiten cybercrisismanagement, doet volgens het kabinet afbreuk aan de toegevoegde
                     waarde. Wanneer de herziene Blueprint Cyber wordt gepubliceerd, zal het kabinet een uitgebreide appreciatie met uw Kamer delen
                     via de reguliere BNC-procedure.
                  
2. Werklunch: Civiel-militaire samenwerking
               
Het kabinet zet zich in om de digitale weerbaarheid van Nederland tegen militaire
                  en hybride dreigingen versterken.5 In voorgenoemde Niinistö-rapport wordt een whole-of-society samenwerking aangeraden ter versterking van onze weerbaarheid, onder meer door een
                  versterkte civiel-militaire samenwerking. Het kabinet onderschrijft de waarde van
                  goede civiel-militaire samenwerking en samenhang en zet zich hier zowel op nationaal
                  als Europees niveau voor in. Hiertoe pleit het kabinet voor de instandhouding van
                  de toekomstbestendigheid van het beleid dat betrekking heeft op civiel-militaire samenwerking,
                  waarbij duplicatie binnen en tussen initiatieven van beide domeinen wordt voorkomen
                  en samenhang wordt bevorderd. Hierbij is inspraak van lidstaten van groot belang,
                  zeker waar het gaat om civiel-militaire initiatieven die kunnen raken aan de uitsluitende
                  verantwoordelijkheid van lidstaten op het gebied van bescherming van nationale veiligheid
                  (artikel 4, lid 2, VEU). Daarbij acht het kabinet het wenselijk dat de budgetten voor
                  (Europese) defensie-investeringen op het gebied van cybersecurity ook zo veel mogelijk
                  bijdragen aan en ten goede komen van civiele bescherming. Het kabinet ziet civiel-militaire
                  initiatieven daarom graag geagendeerd in zowel de civiele als militaire (Raads)werkgroepen.
                  Daarbij blijft betere samenwerking tussen de NAVO en EU een speerpunt van het kabinet.6
3. Werksessie II: Cyberinvesteringen
               
Het kabinet kijkt met interesse naar verdere toelichting van dit agendapunt en naar
                  het voornemen van het Pools voorzitterschap ten aanzien van cyberinvesteringen op
                  Europees niveau. Zoals omschreven in de NLCS is cybersecurity voor het kabinet een
                  investering in onze toekomst en is het van belang om in te spelen op toekomstige kansen
                  en dreigingen. Digitale weerbaarheid biedt concurrentievoordelen en versterkt onder
                  meer innovatie, het vestigingsklimaat en de werkgelegenheid.
               
Een van de pijlers van de NLCS is het beschikken over veilige en innovatieve digitale
                  producten en diensten, waarvoor versterking van kennisontwikkeling en innovatie in
                  cybersecurity noodzakelijk is. Dit wordt nader uitgewerkt in de cybersecurity-agenda
                  van de Nationale Technologiestrategie (NTS).7 Essentiële uitgangspunten bij die versterking van kennisontwikkeling en innovatie
                  zijn het verwezenlijken van het principe van cybersecurity-by-design en het versterken van onderzoeks- en innovatie-ecosystemen op het gebied van cybersecurity, zowel op nationaal als op Europees niveau. Om bij
                  te dragen aan het inherent minder kwetsbaar maken van producten, diensten, organisaties
                  en systemen is het kabinet daarom van mening dat de EU onderzoek en innovatie moet
                  prioriteren bij de vormgeving van de Europese agenda voor cybersecurity. Daarbij moet
                  er meer aandacht worden gegeven aan onderzoek naar nieuwe systeemontwerpen, weerbare
                  organisatie inrichting, menselijk gedrag en mens-ondersteunende technologie. Langs
                  die lijn zou er aanvullend beleid moeten worden ontwikkeld voor innovatie op cybersecuritygebied.
                  De Europese agenda zou daarnaast nadruk moeten leggen op onderwerpen zoals AI-gedreven
                  systemen, dreigingsanalyse, post-quantum cryptografie en talentontwikkeling. Om dit
                  te realiseren moet de EU volgens het kabinet de randvoorwaarden helpen creëren voor
                  een concurrerende cybersecuritymarkt. Daarbij pleit het kabinet voor het versterken van de samenwerking tussen wetenschap,
                  bedrijven en investeerders en het stimuleren van grensoverschrijdend en multidisciplinair
                  samenwerken binnen Europa. Het Europees kenniscentrum voor cyberbeveiliging (ECCC)
                  en het netwerk van nationale coördinatiecentra (NCC’s) kan hierin een belangrijke
                  rol spelen. Dit netwerk moet verder worden versterkt om Europese ecosystemen met elkaar
                  te verbinden, en gezamenlijke benaderingen te vinden voor onderzoek en innovatie.
               
Mogelijke ondertekening van een cybersecurityverklaring
Onder dit (mogelijke) agendapunt zal het Poolse Voorzitterschap naar verwachting aansturen
                  op de ondertekening van een gemeenschappelijke verklaring ten aanzien van cybersecurity.
                  Voor het kabinet zijn een aantal standpunten van belang om in deze (mogelijke) verklaring
                  op te nemen. Zo pleit het kabinet voor toekomstbestendigheid van het Europese cybersecurity
                  beleid- en regelgeving in een steeds veranderende wereld van technologische en geopolitieke
                  ontwikkelingen. Om te voorkomen dat cybersecuritybeleid- en wetgeving in de EU wordt
                  ingehaald door specifieke technologische ontwikkelingen of geopolitieke verhoudingen,
                  zal het kabinet inzetten op het vormgeven van beleid en wetgeving op basis van zoveel
                  mogelijk onafhankelijke en technologie-neutrale principes. In lijn met het eerdere
                  Nederlandse non-paper8, zal het kabinet oproepen tot meer aandacht voor en duiding van de impact (risico’s
                  en kansen) van nieuwe technologieën op het digitale veiligheidsdomein. Daarbij is
                  het voor een toekomstbestendig Europees cybersecuritybeleid van belang dat de complexiteit
                  en overlap in het EU-cybersecuritylandschap wordt verminderd en er wordt gefocust op succesvolle implementatie, harmonisatie
                  en innovatie van bestaande en toekomstige initiatieven en wetgeving.
               
Indieners
- 
              
                  Indiener
 D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- 
              
                  Medeindiener
 F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- 
              
                  Medeindiener
 D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
