Brief regering : Reflectieonderzoek ‘Breder kijken dan het kind’ van de Raad voor de Kinderbescherming over uithuisplaatsingen in de toeslagenaffaire
31 839 Jeugdzorg
               31 066
                Belastingdienst
         
Nr. 1065
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2025
Met deze brief ontvangt u het reflectierapport «Breder kijken dan het kind» van de
                  Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). In dit rapport reflecteert de RvdK op hun betrokkenheid
                  bij uithuisplaatsingen van kinderen van gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire.
                  Het rapport is op 28 januari 2025 door de RvdK openbaar gemaakt.
               
De kinderopvangtoeslagaffaire heeft diepe impact gehad op ouders en kinderen. Tot
                  op heden konden in totaal 3.532 unieke kinderen als UHP-KOT-gedupeerden worden vastgesteld.
                  Voor 959 van deze kinderen was de RvdK de partij die verzocht om een uithuisplaatsing
                  bij de rechter. Vanwege deze betrokkenheid heeft de RvdK een intern reflectieonderzoek
                  uitgevoerd. Op basis van onder meer dossieronderzoek en gesprekken met medewerkers
                  formuleert de RvdK conclusies en aanbevelingen om de aanpak van complexe gezinssituaties
                  te verbeteren.
               
Uit het onderzoek blijkt dat in alle onderzochte dossiers sprake was van een verzoek
                  tot uithuisplaatsing op grond van complexe problematiek zoals huiselijk geweld, fysieke
                  kindermishandeling of emotionele verwaarlozing. Bij meer dan de helft van de dossiers
                  waren ook signalen van financiële problemen aanwezig, maar financiële problematiek
                  was in geen enkel geval de enige reden voor uithuisplaatsing. Dat neemt niet weg dat
                  het wel structureel moet worden meegenomen als belangrijke factor bij zowel het begrijpen
                  en erkennen van het ontstaan van complexe problematiek, als bij het bepalen van een
                  adequaat vervolg. In het rapport worden aanbevelingen geformuleerd rond betere inbedding
                  van dit onderwerp in de onderzoeksmethode van de RvdK, informatie-uitwisseling en
                  deskundigheidsbevordering.
               
Ik betrek een inhoudelijke reactie op dit rapport bij een integrale beleidsreactie
                  op het rapport van de commissie Hamer (eind maart 2025), de reflectie van de rechtspraak
                  (idem) en het reflectierapport van de gecertificeerde instellingen (dat in december
                  2024 openbaar is gemaakt)1. Deze beleidsreactie wordt naar verwachting in juni 2025 met uw Kamer gedeeld.
               
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
                  T.H.D. Struycken
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid