Brief regering : Diversiteitsbeleid NWO
29 338 Wetenschapsbudget
Nr. 290
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2025
Met deze brief geef ik invulling aan mijn toezegging tijdens het commissiedebat onderzoeks-
en wetenschapsbeleid d.d. 3 oktober 2024 om een reactie te geven op hoe NWO omgaat
met diversiteitsbeleid (Kamerstuk 29 338, nr. 279). Mij is gevraagd nadere toelichting te geven op de rol van diversiteitsbeleid bij
de onderzoeksfinanciering door NWO.
Juist voor het beoefenen van wetenschap is het belangrijk om veel verschillende invalshoeken
te onderzoeken en te wegen. Wetenschap floreert alleen als er voldoende ruimte is
voor pluriformiteit van gedachten. Voor nieuwe en originele ideeën zijn wetenschappers
met diverse achtergronden en perspectieven nodig. Bovendien vragen de complexe uitdagingen
van deze tijd om een breed scala aan experts uit verschillende disciplines, die onderling
en samen met de maatschappij tot de juiste oplossingen kunnen komen. Onze onderzoeksinstellingen
mogen daarom geen gesloten bolwerken zijn.
In het hoger onderwijs en de wetenschap leeft al langer een breed gedragen ambitie
om te komen tot een betere onderzoekscultuur, waarin wetenschappers met allerlei achtergronden
de ruimte krijgen om innovatieve ontdekkingen te doen die onze samenleving verder
helpen. Iedere organisatie in het stelsel heeft hierin een eigen rol en verantwoordelijkheid.
Het is primair de verantwoordelijkheid van kennisinstellingen om een werkomgeving
te creëren die het beste in wetenschappers naar boven haalt. Als wetenschapsfinancier
kan NWO deze beweging binnen de sector ondersteunen en aanmoedigen. NWO vervult deze
rol nu al op verschillende thema’s die de onderzoekscultuur in het wetenschapsstelsel
bevorderen.
NWO heeft haar ambities op het gebied van diversiteit en inclusie opgenomen in de
NWO-strategie 2023–2026 «Wetenschap Werkt».1 NWO geeft in deze strategie aan op instellingsniveau afspraken te willen maken met
kennisinstellingen rondom thema’s die bijdragen aan een gezondere onderzoekscultuur,
waaronder open access, datamanagement, kennisveiligheid en diversiteits- en inclusiebeleid. Door één pakket
met overkoepelende afspraken te maken, vallen eisen weg op het niveau van de individuele
aanvraag voor onderzoeksfinanciering. Dit vereenvoudigt aanvraagprocedures bij NWO
en ontlast wetenschappers die een aanvraag willen indienen. De versimpeling van onderzoeksaanvragen
moet bijdragen aan de breed gedragen wens onder wetenschappers en kennisinstellingen
om de hoge werk- en aanvraagdruk binnen de wetenschap te verminderen.
NWO heeft aangegeven dat de gesprekken met kennisinstellingen over gezamenlijke afspraken
nog moeten opstarten. NWO heeft mij bovendien ervan verzekerd dat alle afspraken rondom
diversiteits- en inclusiebeleid tot stand zullen komen vanuit een consensus onder
de betrokken partijen. Het buitensluiten van kennisinstellingen op bepaalde financieringsinstrumenten
is niet aan de orde in de huidige opzet van de afspraken.
Ik vind het positief dat NWO de kennisinstellingen ondersteunt en aanmoedigt om de
onderzoekscultuur in ons wetenschapsstelsel te verbeteren. Een goede werkomgeving
zal de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek stimuleren. Het blijft echter de verantwoordelijkheid
van de kennisinstellingen om een goede werkomgeving te creëren.
Waar nodig zal ik de sector bijstaan in de beweging de onderzoekscultuur te verbeteren,
zoals ik nu al doe via het nationaal programma Erkennen & Waarderen, de integrale
aanpak sociale veiligheid en het nationaal actieplan voor meer diversiteit en inclusie
in het hoger onderwijs en onderzoek. Ook blijf ik betrokken door mijn gesprekken met
de sector. Zo sprak ik recent met het bestuur van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke
Hoogleraren (LNVH) over de positie van vrouwelijke wetenschappers bij de Nederlandse
kennisinstellingen. Ik zal in het oog houden dat de ambities van NWO aansluiten op
het streven van kennisinstellingen om ervoor te zorgen dat de Nederland een goede
en aantrekkelijke plek is voor een ieder om wetenschap te bedrijven, ongeacht godsdienst,
levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid
of welk achtergrondkenmerk dan ook.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap