Brief regering : Geactualiseerde visie ‘Toezicht op afstand – de relatie tussen de minister van Financiën en de zelfstandige bestuursorganen de Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM)’
32 648 Toezicht op afstand – de relatie tussen de Minister van Financiën en de financiële toezichthouders, De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM)
Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 januari 2025
Hierbij ontvangt u de geactualiseerde visie «Toezicht op afstand – de relatie tussen
de Minister van Financiën en de zelfstandige bestuursorganen de Nederlandsche Bank
(DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM)».
Deze visie beschrijft welke uitgangspunten de Minister van Financiën hanteert in de
vormgeving en de uitvoering van het toezicht op DNB en de AFM als zelfstandige bestuursorganen
(zbo’s). Leidend hierbij zijn de zes principes voor goed toezicht uit de rijksbrede
kaderstellende visie op toezicht: selectief, slagvaardig, samenwerkend, onafhankelijk,
transparant en professioneel.1 Uitgangspunt van de visie is toezicht op afstand. DNB en de AFM zijn als zbo’s immers onafhankelijk in de uitvoering van hun taken.
De Minister van Financiën heeft een brede politiek-bestuurlijke verantwoordelijkheid
voor de inrichting en ordening (sturing door kaderstelling) van het toezichtsysteem
op de financiële markten en voor het behoorlijk functioneren van dit systeem. Om aan
die verantwoordelijkheid invulling te geven, oefent de Minister toezicht uit op de
zbo’s.
In het toezichtarrangement, dat is opgenomen in bijlage 1 bij de visie, wordt de relatie
tussen de Minister van Financiën en de zbo’s nader geconcretiseerd aan de hand van
de wettelijke taken van de zbo’s, de inrichting van het toezicht dat de Minister op
hen uitoefent en de bevoegdheden die hij in dat kader heeft, de wijze waarop de kosten
van de zbo’s worden gefinancierd en hun planning- en controlecyclus en de rol die
de Minister van Financiën hierin speelt. Vervolgens worden in het controleprotocol
(zie bijlage 2 bij de visie) kaders gegeven voor het accountantsonderzoek van de verantwoording
van DNB c.q. jaarrekening van de AFM. Tot slot wordt in het protocol tussen de Minister
van Financiën en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) (zie bijlage
3 bij de visie) de samenwerking beschreven tussen beide Ministers in het kader van
hun verantwoordelijkheid in de begrotingscyclus van de zbo’s.
Actualisatie
De visie en de hierbij behorende bijlagen vervangen de bestaande versies van deze
documenten die uit 2019 dateren.2 Hoewel de uitgangspunten waarop het toezicht op de zbo’s is gestoeld ongewijzigd
blijven, is actualisering vereist om recht te doen aan ontwikkelingen die zich in
de afgelopen jaren hebben voorgedaan.
Allereerst is de opsomming van wettelijke grondslagen voor de bevoegdheden van de
zbo’s bijgewerkt. Sinds de vorige actualisatie zijn verschillende verordeningen en
richtlijnen aangenomen waarbij nieuwe taken en bevoegdheden aan de zbo’s zijn toebedeeld
of die de institutionele relatie tussen de Minister van Financiën en de zbo’s raken.
Naast impact op de taken van de zbo’s en de totstandkoming van wet- en regelgeving,
heeft de Europese dimensie er ook voor gezorgd dat de institutionele relatie tussen
de Minister van Financiën en de zbo’s zich verder heeft ontwikkeld. Dit is in deze
actualisatie nader geconcretiseerd. Ook wordt aandacht geschonken aan het ongevraagd
advies van de Raad van State inzake de ministeriële verantwoordelijkheid3 en de aanbeveling van het Internationaal Monetair Fonds4 om het institutioneel wettelijk kader van de financieel toezichthouders te bezien.
Bovendien is in de geactualiseerde stukken de ontwikkeling in de governance ten aanzien van DNB en de AFM meegenomen. De rollen van eigenaar en opdrachtgever
binnen het Ministerie van Financiën worden in de stukken duidelijker onderscheiden.
Daarnaast is het overzicht van reguliere overleggen tussen het ministerie en de zbo’s
geactualiseerd. Tot slot zijn de bestuurlijke afspraken van het kostenkader 2025–2028
opgenomen en is de verplichting van het doelmatigheidsverslag van de externe accountant,
conform de wijziging van de Kaderwet zbo’s5, komen te vervallen.
Over vijf jaar wordt opnieuw beoordeeld in hoeverre de documenten aanpassing behoeven
en wordt uw Kamer over de uitkomsten geïnformeerd.
De Minister van Financiën, E. Heinen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën