Brief regering : Voortgang en proces Social Climate Fund
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
29 023
Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 1467
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2025
Met deze brief informeren wij u over de voortgang van het Nederlandse Sociaal Klimaatplan
om invulling te geven aan het Social Climate Fund (SCF) en de voorbereidingen voor
de indiening bij de Europese Commissie (Social Climate Plan, SCP). Daarnaast informeren
wij u over twee moties die betrekking hebben op het EU Social Climate Fund (SCF).
De motie van het lid Postma c.s. verzoekt om te onderzoeken hoe het SCF in de toekomst
kan worden ingezet voor de oprichting van een energiefonds (Kamerstuk 36 600 XXIII, nr. 33). Een andere motie van het lid Postma c.s. vraagt om expliciete aandacht in het SCF-plan
voor de lastenstijgingen die huishoudens aangesloten op een warmtenet kunnen ervaren
als gevolg van het ETS-2 (Kamerstuk 36 600 XXIII, nr. 35).
Het SCF is een nieuw instrument van de Europese Unie dat tot doel heeft om de sociale
gevolgen van de klimaat- en energietransitie te verzachten. Het fonds is specifiek
gericht op het ondersteunen van financieel kwetsbare huishoudens en micro-ondernemingen,
die onevenredig worden geraakt door de stijgende kosten als gevolg van de uitbreiding
van het Europese Emissiehandelssysteem (ETS2).
Het ETS-2 breidt het bestaande Europese Emissiehandelssysteem uit naar nieuwe sectoren,
waaronder gebouwen en wegvervoer. Dit betekent dat bedrijven en aanbieders van fossiele
brandstoffen voor deze sectoren emissierechten moeten kopen om een prijs voor hun
uitstoot te betalen. De verwachting is dat deze kosten deels zullen worden doorberekend
aan consumenten, wat kan leiden tot hogere energie- en brandstofprijzen. Dit zorgt
voor een prikkel om te innoveren en verduurzamen en maakt duurzame alternatieven zoals
elektrisch vervoer, woningisolatie en warmtepompen aantrekkelijker. ETS-2 is daarmee
een belangrijk instrument in de klimaatstrategie van de EU. Voor reeds kwetsbare groepen
kunnen hogere prijzen voor gas, olie of andere fossiele brandstoffen, die worden gebruikt
voor verwarming van gebouwen en brandstof in het wegvervoer, aanzienlijke economische
gevolgen hebben.
Vooral als zij geen toegang hebben tot betaalbare manieren om hun huis of gebouw te
verduurzamen of over te stappen op duurzame mobiliteit.
Het doel van het Social Climate Fund is om lidstaten in staat te stellen de negatieve
impact van ETS2 op kwetsbare groepen te verzachten, met name de verwachte stijging
van fossiele energie- en brandstofprijzen. Dit kan door te investeren in duurzame
oplossingen die het energieverbruik structureel verminderen, de kosten verlagen en
bijdragen aan de klimaatdoelstellingen van de EU. Daarnaast kan tijdelijke inkomensondersteuning
kwetsbare groepen helpen om te voorkomen dat deze groepen door ETS2-maatregelen in
financiële problemen komen en bijdragen aan een eerlijke energietransitie.
Nederland kan een beroep doen op 720 miljoen euro uit het SCF voor de periode 2026–2032.
Daarbij geldt een cofinanciering van de lidstaat zelf van minimaal 25 procent.
Planning richting indiening
Op dit moment wordt er door het kabinet, in samenwerking met andere partijen, gewerkt
aan de uitwerking van voorstellen ter invulling van het SCF. Voorafgaand aan indiening
van het plan op treden de betrokken departementen in (vervolg)overleg met relevante
partners en stakeholders om de mogelijkheden voor inzet van het SCF in Nederland verder
uit te werken. Naast overleg met relevante partners, zullen wij ook een publieke consultatie
organiseren om brede betrokkenheid te waarborgen en diverse perspectieven te verzamelen.
Daarbij worden de effecten van het ETS2-systeem op de kwetsbare doelgroepen binnen
de SCF-verordening in kaart gebracht.
Aangezien het om beperkte middelen gaat voor meerdere jaren, moeten er keuzes gemaakt
worden over welke voorstellen uiteindelijk in het Social Climate Plan worden meegenomen.
De input uit de consultatie zal worden gebruikt om de plannen verder te verfijnen.
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft tijdens de consultatiefase
een coördinerende rol namens de betrokken departementen.
De definitieve beslissing over de inzet van het voor Nederland bestemde SCF-budget,
zal – na verwerking van consultatie van relevante betrokkenen – worden genomen. Deze
inzet zal worden opgenomen in het Sociaal Klimaatplan dat uiterlijk op 30 juni 2025
moet worden ingediend bij de Europese Commissie. Uw Kamer wordt tijdig meegenomen
in het definitieve plan voordat deze wordt ingediend.
Voorstellen en plannen die in consultatie worden voorgelegd
In de afgelopen periode zijn verschillende voorstellen en plannen besproken door het
kabinet.
De plannen die in de consultatie worden voorgelegd, sluiten aan bij de doelen van
het SCF, en richten zich onder andere op maatregelen die bijdragen aan verduurzaming
en energiezuiniger maken van woningen in combinatie met directe inkomenssteun voor
kwetsbare groepen. Ook wordt voorgesteld micro-ondernemingen te ondersteunen bij het
nemen van energiebesparende maatregelen. Daarnaast wordt in de voorstellen aandacht
besteed aan de toegang tot duurzame vervoerswijzen, zoals elektrisch vervoer, fietsinfrastructuur
en een regionaal OV-vervoerbewijs. Tevens worden de motie van het lid Postma c.s.,
die oproept tot onderzoek naar de inzet van het EU Social Climate Fund voor een toekomstig
energiefonds, de motie Postma c.s. die aandacht vraagt voor lastenstijgingen bij huishoudens
die zijn aangesloten op een warmtenet, en de toezegging meegenomen dat er gekeken
wordt naar een voorstel voor een inruilregeling, gericht op lage- en middeninkomens,
waarbij een oude brandstofauto kan worden ingeruild tegen een premie voor de aanschaf
van een gebruikte elektrische auto.
De uiteindelijke keuze welke voorstellen zullen worden opgenomen in het Sociaal Klimaatplan,
wordt pas gemaakt nadat de consultatiefase is afgerond en de ontvangen feedback is
verwerkt. Dit biedt de ruimte om, indien gewenst, aanvullingen of aanpassingen door
te voeren op basis van de resultaten van de consultatie.
Ik hoop u met het bovenstaande voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid