Brief regering : Nederlandse inzending toetsingscyclus voor de rechtsstaat 2025
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 3034 MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2025
Mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Binnenlandse Zaken,
de Staatssecretaris Rechtsbescherming en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
deel ik hierbij met uw Kamer de Nederlandse inzending op de vragenlijst van de Europese
Commissie (hierna: de Commissie) in het kader van de toetsingscyclus voor de rechtsstaat
2025.
In het jaarlijkse rechtsstaatrapport doet de Commissie verslag van de rechtsstatelijke
situatie in de Europese Unie als geheel en in de lidstaten afzonderlijk aan de hand
van vier pijlers: 1) justitieel stelsel, 2) corruptiebestrijding, 3) pluriformiteit
en vrijheid van de media en 4) andere institutionele kwesties die verband houden met
checks and balances. Het rapport vormt de basis van het rechtsstaatmechanisme: een instrument waarmee
de rechtsstaat in de Unie preventief en structureel gemonitord wordt om in een vroeg
stadium eventuele problemen in de Unie te kunnen identificeren, te bespreken en gezamenlijk
tot oplossingen te komen.
In de vragenlijst wordt de lidstaten gevraagd welke stappen er worden genomen om opvolging
te geven aan de aanbevelingen uit het landenhoofdstuk van het rechtsstaatrapport van
2024. Ook wordt lidstaten gevraagd om significante ontwikkelingen op rechtsstatelijk
gebied te melden ten opzichte van de beantwoording van de vragenlijst die in januari
2024 bij de Commissie werd ingestuurd.1 De Commissie gebruikt sinds dit jaar een meer gestroomlijnde vragenlijst met indicatoren.
Daarnaast zal aan het rechtsstaatrapport van 2025 een interne marktdimensie worden
toegevoegd. De Commissie heeft daarom een achttal nieuwe vragen opgenomen over rechtsstatelijke
kwesties die van invloed zijn op ondernemingen, in het bijzonder kleine en middelgrote
ondernemingen, met grensoverschrijdende activiteiten.2
In de beantwoording van de vragenlijst is rekening gehouden met wat Nederland voorgaande
jaren reeds indiende, en wordt nader ingegaan op de aanbevelingen die Nederland in
2024 ontving.3
Het (virtuele) landenbezoek van de Commissie aan Nederland zal plaatsvinden op 13
en 14 februari 2025, waarbij de Commissie op ambtelijk niveau zal spreken met de meest
betrokken vakdepartementen en met relevante beroepsorganisaties die actief zijn op
het terrein van de rechtsstaat. De Commissie is voornemens om, op basis van onder
meer de verkregen input, het rapport in juli 2025 te publiceren. Vervolgens worden
de horizontale ontwikkelingen op het gebied van de rechtsstaat in de EU tijdens de
jaarlijkse rechtsstaatdialoog in de Raad Algemene Zaken besproken. De landenhoofdstukken
worden tijdens landenspecifieke dialogen in de Raad Algemene Zaken besproken. De eerste
landenspecifieke dialoog van 2025 staat geagendeerd op de Raad Algemene Zaken van
28 januari a.s. Daarnaast is de verwachting dat, in lijn met de Nederlandse inzet,
ook dit jaar thematische onderwerpen uit het rapport bij de Raad Justitie en Binnenlandse
Zaken aan de orde komen. Het kabinet blijft zich er voor inzetten dat het rechtsstaatrapport
ook in deze vakraad op structurele basis wordt besproken.
De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken