Brief regering : Reactie op Rapport Kinderombudsman Metropoolregio Amsterdam naar ervaren discriminatie onder kinderen en jongeren
30 950 Racisme en Discriminatie
Nr. 432
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2025
Op 20 november jl. heeft de Kinderombudsman metropoolregio Amsterdam een rapport over
ervaren discriminatie onder kinderen en jongeren gepubliceerd1. Uw vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij op 29 november jl. verzocht
om een reactie op dit rapport (kenmerk 2024Z19565). Deze reactie doe ik u mede namens de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport
hierbij toekomen.
Het rapport van de Kinderombudsman metropoolregio Amsterdam met de titel «Anders behandeld»
maakt pijnlijk duidelijk dat kinderen in Amsterdam discriminatie ervaren en dat dit
zich op allerlei manieren uit. Tegelijkertijd volgt ook uit het rapport dat kinderen
zelf concrete ideeën hebben over hoe met discriminatie en racisme kan worden omgegaan.
Daarmee geeft het rapport volgens mij een waardevol inzicht in de belevingswereld
van kinderen daar waar het gaat over discriminatie en racisme én reikt het handvatten
aan voor het tegengaan of aanpakken daarvan.
De lokale kinderombudsman roept de gemeente Amsterdam op gezamenlijk opvolging te
geven aan het rapport. Het is aan de gemeente Amsterdam te bepalen of en hoe zij gevolg
geven aan deze oproep. In algemene zin hebben gemeenten de vrijheid om antidiscriminatiebeleid
te ontwikkelen dat past bij hun lokale situatie. Rapporten met informatie over de
lokale situatie, zoals dit rapport van de lokale kinderombudsman, kunnen gemeenten
helpen bij het vormgeven of verder ontwikkelen van dergelijk beleid.
Op 10 december jl. heeft de Nationale Kinderombudsman de Kinderrechtentoets gelanceerd.
De Kinderrechtentoets geeft overheden – zowel het Rijk als decentrale overheden –
handvatten om bij het vormgeven van wet- en regelgeving en beleid kinderrechten beter
in kaart te brengen. Het doel van de toets is de ontwikkeling en het welzijn van kinderen
te waarborgen in alle voorstellen die raken aan de belangen van kinderen.
Rijksbrede betrokkenheid
Ook ik kan gemeenten hulp bieden bij het (verder) ontwikkelen van hun antidiscriminatiebeleid.
Op grond van artikel 2 en artikel 3 van het VN-verdrag inzake de rechten van het kind
dient Nederland te waarborgen dat kinderen worden beschermd tegen alle vormen van
discriminatie en dat belangen van kinderen worden meegewogen bij maatregelen die kinderen
raken.
Als Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties coördineer ik de kabinetsbrede
aanpak van discriminatie. Zowel vanuit mijn eigen departement alsook vanuit de Ministeries
van OCW en VWS is expliciet aandacht voor het tegengaan van ervaren discriminatie
onder kinderen en jongeren.
Kindvriendelijke antidiscriminatievoorzieningen
Ik vind het belangrijk dat kinderen en jongeren weten dat er een veilige plek is waar
zij discriminatie kunnen melden en hulp kunnen krijgen bij discriminatie-ervaringen.
Mijn ministerie is daarom met Discriminatie.nl2 in gesprek over het kindvriendelijker maken van lokale antidiscriminatievoorzieningen
(ADV’s). Hiermee wordt opvolging gegeven aan een aanbeveling van het VN-kinderrechtencomité3. Op dit moment zijn de ADV’s nog onvoldoende kindvriendelijk, aldus het VN-kinderrechtencomité.
Kinderen weten vaak niet dat deze meldpunten bestaan en de professionals bij de ADV’s
weten misschien niet goed hoe ze op een kindvriendelijke manier hun dienstverlening
kunnen inrichten.
Op 20 november jl., de internationale dag voor de rechten van het Kind, vond in Schiedam
de Nederlandse Kinderrechtenconferentie plaats, in aanwezigheid van de Staatssecretaris
Jeugd, Preventie en Sport. Tijdens deze dag werden drie belangrijke thema’s besproken,
waaronder discriminatie. Vanuit mijn ministerie was een ambtelijke afvaardiging bij
deze conferentie aanwezig en is met de kinderen gesproken over de vraag hoe we ADV’s
kindvriendelijk kunnen maken. Zo kwamen kinderen met ideeën als: er moet een kinderambassadeur
zijn voor discriminatie, een kinderprofessional bij ADV’s of meer aandacht voor ADV’s
op scholen, middels posters op scholen bijvoorbeeld. Ik neem de ideeën van de kinderen
mee in de stelselherziening van de ADV’s en bezie welke ideeën ik kan uitwerken in
het nieuwe stelsel. De beoogde inwerkingtreding van de wetswijziging die hiervoor
nodig is, is 1 januari 2027. Tijdens het wetgevingstraject zal ook de Nationale Jeugdraad
worden gevraagd om tijdens de internetconsultatie een advies op het wetsvoorstel te
geven. Zoals vermeld, onderzoekt mijn ministerie samen met Discriminatie.nl hoe lokale
ADV’s nu al kindvriendelijker kunnen worden gemaakt. In dat kader wordt onder meer
gesproken over de wijze waarop ouders en/of verzorgers betrokken (moeten) worden en
over privacy van minderjarigen.
Wet vrij en veilig onderwijs
Scholen hebben zorgplicht voor de veiligheid van leerlingen. Daar hoort ook bij dat
je niet wordt gediscrimineerd. Scholen moeten leerlingen daar ook op bevragen. Dit
breidt de Staatssecretaris van OCW met het wetsvoorstel Vrij en veilig onderwijs verder
uit. Zo zullen scholen leerlingen ook moeten gaan bevragen op (on)veiligheid in relatie
tot discriminatie. De onderwijsinspectie ziet toe op het handelen naar de zorgplicht
en de burgerschapswet.
Ondersteuning van jongeren door jeugdprofessionals
Het is van belang om cultuursensitief werken onder jeugdprofessionals te versterken.
Daarom heeft in november 2023 het Verwey-Jonker Instituut twee onderzoeken gepubliceerd
in opdracht van het Ministerie van VWS, naar de mentale gezondheid van Nederlandse
jongeren met en zonder migratieachtergrond en cultuursensitief werken onder jeugdprofessionals.
Naar aanleiding van resultaten uit dit onderzoek heeft 25 november 2024 een rondetafelgesprek
plaatsgevonden met de jeugdsector. Dit rondetafelgesprek had als centraal thema hoe
jongeren met een migratieachtergrond beter ondersteund kunnen worden bij (beginnende)
mentale klachten en hoe (informele) jeugdprofessionals bewust worden van de impact
van discriminatie op deze jongeren. Deelnemers hebben met elkaar concrete (vervolg)stappen
verkend om dit thema blijvend aandacht te geven binnen hun organisatie en werkcontext.
Decentralisatie uitkering voor preventie van discriminatie
Tot slot is er vanuit mijn ministerie voor de gemeenten vanaf 2024 jaarlijks een financiële
bijdrage – via een decentralisatie uitkering aan het gemeentefonds – beschikbaar om
extra in te zetten op preventie van discriminatie. Het is aan de gemeenten om te bepalen
hoe zij deze middelen inzetten. Deze middelen zouden bijvoorbeeld kunnen worden ingezet
om – al dan niet in samenwerking met lokale ADV’s – meer aandacht te creëren voor
ervaren discriminatie onder kinderen en jongeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties