Brief regering : Voortgangsupdate IPCEI CIS en Gaia-X
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 1271
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 januari 2025
In het Commissiedebat Digitale Infrastructuur en Economie op 17 december 20241 heeft het Kamerlid Valize (PVV) vragen gesteld over Europese samenwerkingsprojecten
                  op het gebied van cloudtechnologie, specifiek het Important Project of Common European
                  Interest on Cloud Infrastructure and Services (IPCEI CIS) en het Gaia-X initiatief.
                  Middels deze brief kom ik terug op het verzoek om u nader over de voortgang van deze
                  projecten te informeren.
               
IPCEI CIS
Wat is IPCEI CIS en welk doel dient het?
Het IPCEI CIS betreft een belangrijk digitaal initiatief voor Europa om een zogenoemd
                  «Multi-Provider Cloud-Edge Continuum» te bouwen. Het hoofddoel van dit project is
                  om een Europese architectuur voor het gebruik van cloud en edge infrastructuur te
                  ontwikkelen. Het geheel wordt gebouwd in een nieuw type open ecosysteem, waarin vele
                  aanbieders samen deze infrastructuur opzetten en beheren. Een verdere beschrijving
                  van het cloud-edge continuum vindt u in een recente kamerbrief over datacenters.2
Door de decentrale opzet van dit ecosysteem worden de technologische afhankelijkheden
                  en ongewenste lock-in-effecten die marktverstorend werken sterk verminderd. Bovendien
                  zal dit project nieuwe en innovatieve datagestuurde bedrijfsmodellen mogelijk maken,
                  bijvoorbeeld op het gebied van kunstmatige intelligentie en IIoT (Industrial-Internet-of-Things).
                  Daarbij wordt rekening gehouden met specifieke vereisten zoals dynamische bandbreedte,
                  duurzaamheid en cyberveiligheid.
               
Vele sectoren zullen naar verwachting van het project gaan profiteren, in het bijzonder
                     de industrie, energie, logistiek, mobiliteit, toerisme, onderwijs en openbare diensten.
                     Het project is belangrijk voor de realisatie van de Europese Datastrategie, en daarmee
                     in lijn met de doelstellingen van gerelateerde wetgeving zoals de Dataverordening.
                  
Het IPCEI CIS ecosysteem wordt mogelijk gemaakt met overheidssteun door twaalf EU-lidstaten:
                     België, Kroatië, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Letland, Luxemburg, Nederland,
                     Polen, Slovenië en Spanje. In dit ecosysteem werken meer dan 100 bedrijven, waaronder
                     veel kleine en middelgrote ondernemingen, en onderzoeksinstellingen samen met een
                     totaal investeringsvolume van ongeveer € 4 miljard voor de periode 2024–2031.
                  
Bij aanvang van het IPCEI CIS project in december 2023 heeft het kabinet uw Kamer
                  reeds geïnformeerd door middel van een Kamerbrief.3 Ook zijn er toen, mede naar aanleiding van een artikel in de Telegraaf4, vragen beantwoord van de Kamerleden Six Dijkstra en Zeedijk (beide NSC) over dit
                  project.5
Wat is de rol van de Nederlandse projecten en overheid?
In Nederland nemen drie projecten deel aan het IPCEI CIS, waarvan twee op basis van
                  een consortium. Het European Cloud services in an Open FEDerated ecosystem (ECOFED)
                  consortium bestaat uit TNO, Info Support, i3D.net, BIT en AMS-IX. Het Modular Integrated
                  Sustainbable Datacenter (MISD) consortium bestaat uit Asperitas, BetterBe, Deerns,
                  Eurofiber, NBIP, TNO en Universiteit Twente. Het European Cloud Campus (ECC) project
                  heeft geen consortium, maar wordt uitgevoerd door het Nederlandse bedrijf Leaseweb.
                  In totaal ontvangen de Nederlandse partijen samen een maximum van € 71,2 miljoen aan
                  subsidie. Deze subsidie wordt verstrekt door het Ministerie van Economische Zaken
                  (EZ). De Nederlandse partijen investeren daarnaast ook zelf aanzienlijk in hun projecten
                  – de omvang van het subsidiebedrag wordt vastgesteld ter hoogte van het minimaal benodigde
                  bedrag om het project te kunnen uitvoeren.
               
Als subsidieverstrekker staat het kabinet in nauw contact met de deelnemende Nederlandse
                  bedrijven, ook omdat dezelfde strategische doelen worden nagestreefd. Dit jaar hebben
                  vertegenwoordigers van EZ en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gezamenlijk
                  bedrijfsbezoeken afgelegd bij de Nederlandse projecten om de voortgang te bespreken.
                  In Europees verband neemt Nederland samen met de andere lidstaten deel aan coördinatie-overleggen
                  om de voortgang en samenhang van alle projecten te bewaken en resultaten te delen.
               
Wat is de voortgang van de Nederlandse projecten?
De Nederlandse projecten zijn na afronding van het Europese notificatietraject eind
                  20236 van start gegaan. Dat betekent dat de Nederlandse partijen nu ongeveer een jaar bezig
                  zijn met de uit te voeren werkzaamheden. Recentelijk zijn daarbij ook de eerste concrete
                  resultaten opgeleverd door het ECOFED project. Hier is ook in de media aandacht voor
                  geweest, onder meer in artikelen in het Financieele Dagblad7 en de Telegraaf.8
Jaarlijks rapporteren alle Nederlandse partijen voor 1 februari aan de RVO over de
                  voortgang van hun projecten in het afgelopen kalenderjaar. In 2024 heeft deze rapportage
                  niet plaatsgevonden omdat deze te dicht op de start van de projecten zat en er in
                  2023 nog geen werkzaamheden waren verricht. Binnenkort zullen de Nederlandse partijen
                  voor het eerst rapporteren over hun voortgang. De projecten maken ook zelf hun resultaten
                  openbaar. Zo heeft ECOFED op 12 december 2024 de eerste nieuw ontwikkelde oplossingen
                  gepresenteerd tijdens haar evenement, waarmee wordt gewerkt aan een dienst om met
                  één druk op de knop te kunnen migreren tussen cloudapplicaties van verschillende aanbieders.
               
In mei 2025 zullen alle deelnemende lidstaten aan de Europese Commissie de voortgang
                  rapporteren. Ook Nederland zal hierbij voor Leasweb een rapportage inleveren, aangezien
                  deze partij steun krijgt op basis van de IPCEI-mededeling van de Europese Commissie.
                  De andere Nederlandse projecten krijgen steun op basis van de Algemene Groepsvrijstellingen
                  Verordening en hoeven daarom alleen aan EZ te rapporteren over de voortgang.
               
In de vraagstelling van uw Kamer over het IPCEI CIS over achterblijvende resultaten
                  wordt verwezen naar een rapport van het Rathenau Instituut9 dat zich op zijn beurt baseert op een eerdere policy brief van Instituut Clingendael.10 Deze policy brief, waarover u op 20 september jl. een kabinetsreactie11 heeft ontvangen, dateert echter uit maart 2024, toen het IPCEI CIS projecten pas
                  net was aangevangen. Het stuk bevat dan ook geen conclusies over de voortgang van
                  het IPCEI CIS, maar benoemt met name dat op het moment van totstandkoming van de genoemde
                  policy brief de zichtbaarheid van het IPCEI CIS nog beperkt was en de totstandkoming
                  moeizaam verliep.
               
Mede doordat toepassing van het IPCEI-instrument voor Nederland relatief onbekend
                  was, is de totstandkoming van het IPCEI CIS in bepaalde opzichten stroef verlopen.
                  Inmiddels verloopt de uitvoering van de Nederlandse projecten soepel en ook voor de
                  komende jaren verwacht het kabinet vooralsnog dat de projecten conform planning worden
                  uitgevoerd. Resultaten van het IPCEI CIS zullen niet alleen door de partijen zelf
                  gedeeld worden, maar verschijnen ook op een Europese website voor het project en de
                  website van de RVO. Het kabinet ziet het verzoek om een voortgangsupdate over dit
                  project als aansporing om in het vervolg proactief over de voortgang te rapporteren.
               
Vervolg op IPCEI CIS
In 2024 is in samenwerking tussen de Europese Commissie en de lidstaten een verkenning
                  afgerond naar mogelijke nieuwe IPCEI's, waaronder een vervolg op het IPCEI CIS.12 Dit betreft een nieuwe IPCEI gericht op digitale infrastructuur voor edge- en clouddiensten.
                  Hiermee zou de in het IPCEI CIS ontwikkelde softwaretechnologie kunnen worden uitgerold
                  in nieuw te ontwikkelen digitale infrastructuur in de lidstaten. Voor 2025 is afgesproken
                  dat de contouren voor deze nieuwe IPCEI verder zullen worden uitgewerkt door de lidstaten.
                  Nederland neemt hieraan deel. De eerder opgedane ervaring met betrekking tot de totstandkoming
                  van het IPCEI CIS zullen hierbij benut worden. Zodra duidelijk is of en wanneer deze
                  IPCEI van start gaat zal de Tweede Kamer hierover geïnformeerd worden.
               
Gaia-X
Wat is Gaia-X en welk doel dient het?
Gaia-X is een privaat Europees initiatief, onder Belgisch recht, waarin honderden
                  bedrijven en organisaties samenwerken om een verbeterde marktomgeving te ontwikkelen
                  voor cloud en data. Het initiatief is in juni 2020 officieel gelanceerd en is erop
                  gericht om te komen tot een gefedereerd systeem van regels en afspraken voor datadeelinfrastructuur
                  en cloudomgevingen.13 Daarmee moet het standaarden bieden die zorgen voor veilige gegevensuitwisseling
                  en datasoevereiniteit. Ook bevorderen de standaarden interoperabiliteit binnen het
                  cloudlandschap, waardoor het mogelijk wordt om data makkelijker te delen en te gebruiken.
               
Gaia-X heeft de ambitie om bij te dragen aan een betere werking van de Europese cloud-
                  en datamarkt. Hoewel lidstaten zelf geen directe betrokkenheid hebben bij het project,
                  is het de insteek van Gaia-X dat haar resultaten één op één aansluiten bij het Europese
                  cloud- en databeleid. Onder de deelnemende bedrijven zijn diverse Nederlandse organisaties.
                  Ook niet-Europese partijen kunnen aansluiten bij het initiatief: het is immers de
                  bedoeling dat die partijen zich ook houden aan Europese wetten en waarden. Deze partijen
                  hebben echter geen stemrecht voor wat betreft de koers van het initiatief.
               
Wat is de rol van de Nederlandse overheid?
Het doel van Gaia-X is om te werken aan het verbeteren van de Europese concurrentiepositie
                  en Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) in de cloudmarkt, in lijn met het streven
                  van het kabinet. Vanwege de private aard van het initiatief heeft het kabinet echter
                  geen directe betrokkenheid. Wel zet het kabinet zich actief in om Nederlandse belangen
                  binnen Gaia-X te borgen en verschaft het langs twee wegen indirecte ondersteuning.
               
Zo is EZ vertegenwoordigd in de Gaia-X Governmental Advisory Board (Gaia-X GovB).
                  De Gaia-X GovB bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie en deelnemende
                  EU-lidstaten, en adviseert het initiatief gevraagd en ongevraagd.
               
Daarnaast financiert EZ in Nederland het Centre of Excellence for Data Sharing and Cloud (CoE-DSC). Het CoE-DSC ondersteunt Nederlandse bedrijven en organisaties om innovatie
                  mogelijk te maken door middel van veilige datadeling en cloudomgevingen, bijvoorbeeld
                  door ondersteuning bij het realiseren van datadeel use cases op schaal en het creëren
                  van de vereiste vertrouwensmechanismen. Het CoE-DSC functioneert ook als nationale
                  Gaia-X hub en is het centrale punt voor alle ontwikkelingen en vragen rondom Gaia-X
                  in Nederland. De activiteiten van het CoE-DSC worden gecoördineerd door TNO.
               
Wat is de voortgang van het project?
Gaia-X heeft te maken gehad met opstartuitdagingen zoals veel startups die kennen.
                  Dit hield onder andere verband met de uiteenlopende verwachtingen van de honderden
                  internationale deelnemers aan het initiatief. Ook voor de buitenwereld was niet altijd
                  duidelijk wat precies het doel van het initiatief was. Zo leefde bij sommige stakeholders
                  de verwachting dat Gaia-X letterlijk een eigen Europese cloud zou bouwen. In de praktijk
                  werkte Gaia-X de afgelopen jaren aan de ontwikkeling van een gefedereerd Europees
                  systeem van regels en afspraken met focus op datadeling in cloudomgevingen.
               
Op het gebied van data-infrastructuur heeft Gaia-X in de afgelopen jaren de nodige
                  resultaten opgeleverd. Er zijn 20 lighthouse projecten gestart rondom sectorale data
                  spaces, waarmee bouwblokken worden ontwikkeld om vertrouwd data te delen in onder
                  andere de maakindustrie, gezondheidszorg, energie en mobiliteit.14 Na de stroeve aanloopfase heeft Gaia-X recent ook deliverables gepresenteerd op het
                  vlak van cloudomgevingen.15 Deze worden hierna op hoofdlijnen uiteengezet.
               
Het ontwikkelen van Gaia-X Labels16 is een pijler in het werkprogramma van Gaia-X. Deze labels kunnen dienen als waarborg
                  dat clouddiensten voldoen aan criteria op het gebied van transparantie, gegevensbescherming,
                  interoperabiliteit, veiligheid, portabiliteit, duurzaamheid en Europese controle.
                  Gaia-X heeft vier labels ontwikkeld met oplopende veiligheidsniveaus: Standard, Level
                  1, Level 2 en Level 3. Elk niveau bouwt voort op de vereisten van het vorige niveau
                  en voegt daar aanvullende vereisten aan toe. Hoe gevoeliger en vertrouwelijker de
                  data, hoe hoger het gewenste veiligheidsniveau. In potentie kunnen de labels een rol
                  spelen als Europees vastgesteld veiligheidswaarborg voor afnemers van clouddiensten.
                  Daarvoor is het wel noodzakelijk dat Gaia-X inzet op marktadoptie van de labels binnen
                  de Europese cloudsector. Het is ook mogelijk sectoraal eigen labels uit te werken,
                  bijvoorbeeld wanneer sectorale wet- en regelgeving hierom vraagt.
               
Het is op dit moment nog niet duidelijk hoe de relatie van de labels tot andere Europese
                  initiatieven er exact uitziet. Wel is het de insteek om de labels aan te laten sluiten
                  op de EU Cybersecurity Certification Scheme for Cloud Services (EUCS), ontwikkeld
                  door de Europese Commissie en het Europese cyberagentschap ENISA in het kader van
                  de Europese Cyber Security Verordening (CSA).17 Het doel van EUCS is om het beveiligingsniveau tegen cyberdreigingen te verhogen
                  en ervoor te zorgen dat clouddienstverleners niet in elke lidstaat afzonderlijk een
                  certificaat hoeven te behalen. Dit certificeringssysteem is een instrument dat cloudgebruikers
                  kan helpen de veiligheid van de clouddiensten van hun leveranciers te beoordelen,
                  terwijl het cloudaanbieders tegelijkertijd in staat stelt om de veiligheid van hun
                  diensten op een transparante en gestructureerde wijze aan te tonen. Naar verwachting
                  zal de EUCS in 2025 worden gefinaliseerd.
               
Om de Gaia-X labels op schaal te kunnen toepassen zijn Gaia-X Digital Clearing Houses (GXDCH) ontworpen.18 Met de Gaia-X labels kunnen spelers in datadeel- en cloud ecosystemen vastleggen
                  aan welke eisen ze voldoen. Het idee achter de GXDCH is dat het vertrouwde plekken
                  zijn om geautomatiseerd data-uitwisseling mogelijk te maken, doordat de eisen daar
                  automatisch geverifieerd kunnen worden door andere partijen in het ecosysteem. Zo
                  wordt bijgedragen aan de transparantie en het vertrouwen in de markt van cloud en
                  data. Er zijn op dit moment negen GXDCH-leveranciers in Europa. Geen daarvan is in
                  Nederland gevestigd, wel verkennen momenteel enkele Nederlandse bedrijven de mogelijkheid
                  om de rol van GXDCH te vervullen.
               
Het kabinet is in beginsel positief over de opgeleverde deliverables van Gaia-X en
                  hun potentiële rol als een vertrouwensplatform op de Europese cloudmarkt. De deliverables
                  sluiten aan bij lopende nationale en Europese beleidsinitiatieven om een goed functionerende
                  markt te creëren met een ecosysteem waarin verschillende Europese dienstenaanbieders
                  op een federatieve wijze samenwerken om tot een competitief aanbod te komen.19 Het kabinet moedigt het initiatief dan ook aan om verder in te zetten op het realiseren
                  van substantiële marktadoptie van de deliverables en blijft de voortgang van het initiatief
                  nauwgezet volgen en ondersteunen waar nodig.
               
Uw Kamer zal op een passend moment nader worden geïnformeerd over de voortgang van
                  de Europese samenwerkingsprojecten, zodra er relevante ontwikkelingen of belangrijke
                  mijlpalen te melden zijn.
               
De Minister van Economische Zaken,
                  D.S. Beljaarts
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
