Brief regering : Uitvoering van de motie van de leden Martens-America en Paternotte over de reeds aangenomen motie-Martens-America c.s. over PhD-studenten met een CSC-beurs in een breder perspectief bezien (Kamerstuk 36600-VIII-87)
36 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
31 288
Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 158
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 januari 2025
Tijdens de begrotingsbehandeling 2025 heeft uw Kamer een motie van de leden Martens-America
en Paternotte aangenomen over promovendi met een beurs van het China Scholarship Council
(CSC).1 De motie verzoekt de regering de eerder aangenomen motie Martens-America c.s.2 in breder perspectief te bezien, daarbij de meest recente onderzoeken over dit onderwerp
te betrekken, en de Kamer te informeren over de te nemen stappen. Met deze brief licht
ik toe hoe ik uitvoering geef aan de motie.
Verhoogde alertheid
De motie Martens-America c.s. heeft mij gevraagd om met kennisinstellingen in gesprek
te gaan zodat er geen nieuwe CSC-beurspromovendi worden toegelaten tot sensitieve
vakgebieden. Uit gesprekken met bestuurders blijkt dat bij de instellingen een verhoogde
alertheid is ontstaan over risico’s bij het toelaten van internationale beurspromovendi,
in het bijzonder van CSC. De omgang met het CSC-beursprogramma heeft mijn volle aandacht en die van de kennisinstellingen. Ik blijf hierover
met hen in gesprek. Ze monitoren de aantallen en ik heb UNL gevraagd hierover medio
2025 aan mij te rapporteren.
China vormt op het gebied van hoogwaardige technologie de grootste dreiging voor de
Nederlandse kennisveiligheid3. Het kabinet en de kennissector nemen dit signaal serieus. Tegelijkertijd is het
in het belang van Nederland en ons concurrentievermogen om de samenwerking met China
op te blijven zoeken, mits dit op verantwoorde wijze gebeurt, want op steeds meer
onderzoeksgebieden is China koploper.4 Instellingen wegen daarom kritisch de risico’s af en indien er besloten wordt om
de samenwerking aan te gaan, treffen ze mitigerende maatregelen. Ze doen dit van geval
tot geval. Ik verwacht van instellingen dat zij daarbij het non-discriminatiebeginsel
in acht nemen.5
Pogingen tot buitenlandse inmenging kunnen leiden tot ongewenste kennisoverdracht,
en die pogingen beperken zich niet tot specifieke vakgebieden. Met de motie Martens-America
en Paternotte vraagt uw Kamer hier aandacht voor. De aanpak kennisveiligheid is dan
ook niet alleen toegespitst op sensitieve technologieën, maar vraagt van de instellingen
om een breder perspectief dat op meerdere soorten risico’s toeziet. Om instellingen
te helpen bij de vormgeving van dit beleid wordt ingezet op de volgende acties.
1. Meer inzicht in beursprogramma’s
Om de risico’s goed te kunnen wegen is het in elk geval belangrijk dat kennisinstellingen
inzicht hebben in de voorwaarden waaronder internationale beurspromovendi gefinancierd
worden. Ik heb het Loket Kennisveiligheid daarom verzocht, zoals eerder aanbevolen
door Instituut Clingendael, om gecertificeerde vertalingen en duidingen van documenten
over buitenlandse beursprogramma’s aan te bieden aan instellingen, te beginnen met
het CSC-beursprogramma.6 Het Loket start hiermee dit voorjaar.
2. Buitenlandse inmenging herkennen
In de motie wordt gevraagd recente onderzoeken te betrekken bij de uitvoering. De
AIVD en de NCTV hebben in een recente analyse over statelijke inmenging het CSC-beurzenprogramma
uitgelicht als illustratie van de wijze waarop een statelijke actor gemeenschappen
in Nederland onder druk kan zetten, bijvoorbeeld met als doel kennisoverdracht.7 Ik heb deze analyse bij de kennisinstellingen onder de aandacht gebracht. Het is
belangrijk dat bestuurders weten hoe zij buitenlandse inmenging gericht op onderzoekers
en studenten herkennen en hoe hierop te handelen. Dit voorjaar ga ik met de instellingen
hierover in gesprek. Daarbij sluit ik zoveel mogelijk aan bij de actielijnen van de
kabinetsbrede aanpak ongewenste buitenlandse inmenging.8
3. Alert op risico’s bij overstappen
Navraag bij UNL leert dat internationale beurspromovendi, met inbegrip van CSC-beurspromovendi,
nagenoeg niet overstappen tussen vakgebieden. Promovendi worden toegelaten op specifieke
onderzoeksprojecten waarvoor specifieke deskundigheid vereist is. Bij Chinese studenten
komt het wisselen van opleiding binnen Nederlandse kennisinstellingen hoogstzelden
voor.9 Toch ben ik van plan om het wisselen van een niet-sensitieve studie of vakgebied
naar een sensitieve studie of vakgebied onder de reikwijdte van het wetsvoorstel screening
kennisveiligheid te brengen, om de risico’s zo klein mogelijk te maken. In de tussentijd
vraag ik kennisinstellingen om alert te zijn op overstapgedrag.
Tot slot
Indien u dit wenst kan mijn departement een vertrouwelijke technische briefing over
dit onderwerp voor uw Kamer organiseren. Daarbij kan meer inzicht gegeven worden in
maatregelen die de overheid en de kennissector treffen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap