Brief regering : Brief bij voorstel van wet inzake onverplichte tegemoetkoming onterechte afwijzing buitengerechtelijke schuldregeling (Kamerstuk 36675) (herdruk)
36 675 Regels met betrekking tot het tegemoetkomen van burgers ten aanzien van wie door de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen ten onrechte geen medewerking aan een buitengerechtelijke schuldregeling is gegeven (Wet onverplichte tegemoetkoming onterechte afwijzing buitengerechtelijke schuldregeling)
Nr. 5 HERDRUK1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2024
Bij brief van 23 april 2024 is uw Kamer voor het laatst geïnformeerd over het tegemoetkomingsbeleid
dat zal voorzien in een tegemoetkoming voor burgers van wie een verzoek tot medewerking
aan buitengerechtelijke schuldregeling (hierna: MSNP-verzoek) door de Belastingdienst
onterecht is afgewezen.2 Het opgestelde tegemoetkomingsbeleid is vastgelegd in het op 19 december 2024 bij
uw Kamer ingediende wetsvoorstel Wet onverplichte tegemoetkoming onterechte afwijzing
buitengerechtelijke schuldregeling (hierna: het wetsvoorstel).
De gevolgen van een onterechte afwijzing van een MSNP-verzoek door de Belastingdienst
kunnen aanzienlijk zijn (geweest) voor desbetreffende burgers. Er zijn bijvoorbeeld
burgers die na de onterechte afwijzing nooit een schuldenvrije start hebben kunnen
creëren en zich thans nog steeds in een benarde situatie bevinden. Het in het wetsvoorstel
vastgelegde tegemoetkomingsbeleid voorziet in een tegemoetkoming waarmee alsnog een
schuldenvrije start voor deze burgers kan worden gecreëerd. Daarnaast voorziet het
wetsvoorstel in een financiële tegemoetkoming voor alle burgers van wie een MSNP-verzoek
onterecht is afgewezen. Hiermee wordt recht gedaan aan de fout die de Belastingdienst
heeft gemaakt en is er sprake van erkenning van leed van de getroffen burgers.
De Belastingdienst kan pas uitvoering geven aan het tegemoetkomingsbeleid zodra de
hiervoor benodigde wettelijke grondslag in werking is getreden. Het wordt door mij
wenselijk geacht dat de Belastingdienst op korte termijn – het liefst voor de zomer
van 2025 − daadwerkelijk uitvoering kan geven aan het voorgestelde tegemoetkomingsbeleid.
Gelet daarop verzoek ik uw Kamer het op 19 december 2024 ingediende wetsvoorstel voortvarend
te behandelen. Bij voorbaat dank voor de inspanningen en flexibiliteit van uw Kamer.
De Staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen
Indieners
-
Indiener
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën