Brief regering : Beschikbaarstelling extra middelen voor uitvoering maatregelpakketten landelijk gebied
34 682 Nationale Omgevingsvisie
35 334
Problematiek rondom stikstof en PFAS
Nr. 206
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2024
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het besluit van het kabinet om extra middelen
toe te kennen aan de provincies Zeeland, Flevoland en Noord-Holland voor de uitvoering
van maatregelpakketten in hun landelijk gebied. Het betreft drie provincies die tot
op heden minder middelen toegekend hebben gekregen voor de uitvoering van hun maatregelpakketten.
In de LVVN-begroting 2025 is hiervoor € 45,5 mln. gereserveerd. Deze brief gaat in
op het proces van de aanvullende integrale beoordeling van de maatregelpakketten,
op welke wijze de toekenning van extra middelen is verlopen en hoe de middelen worden
verdeeld over de betreffende provincies.
Het vorige kabinet heeft op 7 juni jl.1 besloten om € 1,541 mld. beschikbaar te stellen voor provinciale koplopermaatregelpakketten
voor de periode 2024–2026, op basis van een integrale beoordeling van ingediende maatregelpakketten.
Provincies hadden daarvoor in 2022 reeds middelen ontvangen voor zogeheten versnellingsmaatregelen.
Ik constateer dat grote verschillen zijn ontstaan tussen de rijksbijdragen die verschillende
provincies hebben ontvangen voor de uitvoering van hun maatregelpakketten. Hoewel
er grote verschillen zijn tussen de opgaven in elke provincie, wil ik oog houden voor
de evenredigheid van de verdeling. Daarom heb ik besloten om de door de provincies
Zeeland, Flevoland en Noord-Holland ingediende maar nog niet eerder beoordeelde maatregelpakketten
alsnog integraal te beoordelen. Dit zijn de drie provincies die bij de verdeling van
de € 1,541 mld. een duidelijk lager bedrag hebben gekregen dan de andere negen provincies.
De maatregelpakketten zijn integraal beoordeeld door interdepartementale rijkstoetsteams.
De integrale beoordelingen tonen aan dat de pakketten met een positieve beoordeling
bijdragen aan het realiseren van de opgaven voor landbouw, natuur, water en klimaat
in het landelijk gebied. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om maatregelen gericht op doelsturing,
waterinfiltratiesystemen en natuurherstel.
In totaal wordt € 45,5 mln. beschikbaar gesteld voor de provincies Zeeland, Flevoland
en Noord-Holland. In totaal is voor € 98 mln. aan maatregelen positief beoordeeld.
Dit betekent dat keuzes moeten worden gemaakt welke maatregelen uitgevoerd gaan worden.
Provincies kennen de gebieden en gebiedspartijen goed, weten wat er speelt en kunnen
afwegen welke maatregelen het meest kansrijk zijn om te realiseren binnen de gestelde
termijn. Ik vraag daarom de provincies om, binnen het voor hun beschikbaar gestelde
maximale bedrag, een keuze te maken welke van de positief beoordeelde maatregelen
zij bij het Rijk indienen voor een aanvraag voor een rijksbijdrage. De afgelopen maanden
is door de interdepartementale rijkstoetsteams een integrale beoordeling uitgevoerd
op de ingediende maatregelpakketten. Op basis van die beoordelingen is vastgesteld
welke bedragen maximaal toe te kennen zijn. Onderstaande tabel laat het maximale bedrag
voor elk van de drie provincies zien, waarvoor ik extra middelen beschikbaar stel
voor de uitvoering van maatregelpakketten in hun landelijk gebied.
Bedragen x € 1 mln.
Aangevraagd (eerder nog niet beoordeelde maatregelpakketten)
Omvang positief beoordeelde maatregelpakketten
Maximale Rijksbijdrage (plafond)
Zeeland
54,3
40,0
21,1
Flevoland
11,6
3,3
3,3
Noord-Holland
143,9
54,9
21,1
Totaal
209,8
98,2
45,5
Voor de provincie Flevoland is € 3,3 mln. aan maatregelen positief beoordeeld door
het rijkstoetsteam. Daarmee is dit bedrag ook gelijk het maximale bedrag wat de provincie
extra mag aanvragen op basis van deze extra beoordeling.
Gelijktijdig met deze Kamerbrief stuur ik afzonderlijke brieven naar de drie provincies
met de uitkomsten van de integrale beoordeling van hun maatregelpakketten en de toekenning
van middelen daarvoor. Deze brieven worden openbaar gemaakt op
www.onslevendlandschap.nl. Het streven is om de beschikkingen van de op de begroting gereserveerde middelen
in het eerste kwartaal van 2025 aan de provincies te doen toekomen, zodat de uitvoering
van deze maatregelen kan starten.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur