Brief regering : Ontwerpbesluit Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg

36 546 Wijziging van de Jeugdwet, de Wet marktordening gezondheidszorg en enige andere wetten
teneinde te bevorderen dat jeugdhulp en gecertificeerde instellingen voor de uitvoering
van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering steeds voldoende beschikbaar
zijn (Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg)

Nr. 1061 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ontvangen ter Griffie op 20 december 2024.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer
overgelegd tot en met 3 februari 2025.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder
worden gedaan dan op 4 februari 2024.

Bij deze termijn is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2024

Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ontwerpbesluit aan houdende
wijziging van het Besluit Jeugdwet teneinde te bevorderen dat jeugdhulp en gecertificeerde
instellingen voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
steeds voldoende beschikbaar zijn (Besluit verbetering beschikbaarheid jeugdzorg).
Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp nota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de in het wetsvoorstel Verbetering beschikbaarheid
jeugdzorg opgenomen voorhangprocedure (Kamerstukken II 2023/24, 36 546, nr. 2; het voorgestelde artikel 2:22 van de Jeugdwet) en biedt uw Kamer de mogelijkheid
zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering
van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Tegelijkertijd met de toezending van het ontwerpbesluit aan uw Kamer en de Eerste
Kamer in het kader van de voorhangprocedure is aan uw Kamer de nota naar aanleiding
van het verslag bij het wetsvoorstel gezonden. De keuze voor gelijktijdige toezending
is ingegeven vanuit de inhoudelijke samenhang tussen de stukken en de vragen die in
het verslag zijn gesteld over de inhoud van het voorliggende ontwerpbesluit. Vanzelfsprekend
wordt het ontwerpbesluit, mede gelet op aanwijzing 7.9 van de Aanwijzingen voor de
regelgeving, niet eerder aan de Afdeling advisering van de Raad van State voorgelegd
dan na afronding van de voorhangprocedure en na aanvaarding van het wetsvoorstel door
uw Kamer.

Op grond van aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt de termijn
voor de voorhangprocedure in verband met het kerstreces van uw Kamer verlengd tot
en met 3 februari 2025.

Een overeenkomstige brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans