Brief regering : Verslag Raad Algemene Zaken van 17 december 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3002
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken d.d. 17 december 2024.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 17 december 2024
Op 17 december 2024 vond de Raad Algemene Zaken plaats in Brussel. Op de agenda stonden
de voorbereiding van de Europese Raad (ER), het Commissiewerkprogramma 2025, de Toekomst
van Europa, het Europees semester, de conclusies op EU-uitbreiding, het achttienmaandenprogramma
van de Raad, relaties tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk en relaties tussen de
EU en Zwitserland. Onder overige onderwerpen stond het Interinstitutioneel orgaan
voor ethiek en integriteit op de agenda, en het kaderakkoord tussen de Commissie en
het Europees parlement. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft deelgenomen aan de
Raad.
Voorbereiding ER
De Raad heeft de Europese Raad (ER) van 19 december 2024 voorbereid.
Russische agressie in Oekraïne
De Raad onderstreepte, in lijn met de Raad Buitenlandse Zaken van 16 december jl.,
de urgentie van niet-aflatende steun aan Oekraïne tegen de Russische agressieoorlog.
De Raad besprak de rol van derde landen die de Russische oorlogsinzet faciliteren.
Nederland onderstreepte het belang om in EU- en G7-verband aanvullende mogelijkheden
te verkennen voor het gebruik van de bevroren Russische Centrale Banktegoeden voor
steun aan Oekraïne.
Situatie in het Midden-Oosten
De Raad onderstreepte, in lijn met inzet tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 16 december
jl., het belang van aanhoudende oproepen tot een staakt-het-vuren in Gaza in lijn
met VNVR-resolutie 2735 die moet leiden tot meer toegang tot humanitaire hulp en de
vrijlating van de gijzelaars. Nederland benadrukte met betrekking tot UNRWA het belang
van de implementatie van het Colonna rapport. Daarnaast besprak de Raad de ontwikkelingen
in Syrië. Nederland onderstreepte hierbij de noodzaak van een vreedzame politieke
transitie, in lijn met VNVR-resolutie 2254. De positie en bescherming van religieuze
minderheden is daarbij belangrijk, bijvoorbeeld van Christenen en Koerden.
EU in de wereld
De Raad stond stil bij de positie en het engagement van de EU in de wereld, met aandacht voor de relatie tussen de EU en de Verenigde
Staten alsook met het Verenigd Koninkrijk. Nederland heeft zich ingezet voor een positieve
agenda waarbij de trans-Atlantische samenwerking centraal staat.
Resilience, Preparedness, Crisis Prevention and Response
De Raad heeft kort gereflecteerd op het rapport «Safer Together: Strenghtening Europe’s Civilian and Military Preparedness and Readiness» van Sauli Niinistö dat aan de ER wordt gepresenteerd.
Migratie
De Raad heeft de reguliere voortgangsbrief van de Commissie over de EU-inzet op migratie
verwelkomd. Nederland heeft aangegeven dat het belangrijk is dat de ER aandacht heeft
voor zowel EU-interne als EU-externe aspecten van migratie en hierbij aandacht gevraagd
voor de (door)ontwikkeling van brede partnerschappen, uitwerking van out-of-the-box oplossingen door de Commissie, naleving van de Dublinverordening, voortgang op de
implementatie van het Asiel- en Migratiepact en verbetering van EU-terugkeerbeleid.
Commissiewerkprogramma 2025
De Raad besprak het Commissiewerkprogramma voor 2025. Hierbij is conform het regeerprogramma
benoemd dat Nederland de onderwerpen migratie, landbouw en het volgende Meerjarig
Financieel Kader als belangrijke prioriteiten heeft. Tevens zijn defensie en veiligheid,
steun aan Oekraïne, versterking van het concurrentievermogen van de EU en schone groei,
uitbreiding en interne hervormingen onder de aandacht gebracht. Daarnaast is aangegeven
dat Nederland een van de dichtstbevolkte landen van Europa is met een nog altijd groeiende
bevolking: nieuwe of herziene EU-wetgeving zou flexibiliteit moeten bieden om de juiste
keuzes te maken bij het afwegen van prioriteiten.
Toekomst van Europa
De Raad sprak over de Toekomst van Europa, mede in het licht van toekomstige EU-uitbreiding.
De bespreking van institutionele hervormingen zoals voorgesteld in het Draghi rapport
stond daarbij centraal. In dat kader benadrukten meerdere lidstaten het belang van
proportionaliteit en subsidiariteit. Ook vroegen meerdere lidstaten, waaronder Nederland,
aandacht voor solide implementatie en handhaving van wetgeving, om administratieve
lasten en regeldruk te verminderen voor het bedrijfsleven, uitvoeringsorganisaties
en medeoverheden. Tot slot benoemden een aantal lidstaten, waaronder Nederland, dat
de discussie over de Toekomst van Europa breder is dan het versterken van het Europees
concurrentievermogen en hervormingen die daaraan zouden moeten bijdragen. In de Europese
Raad van juni 2024 is vastgesteld dat de gevolgen van uitbreiding voor EU-lidstaten
in kaart moeten worden gebracht op basis van vier pijlers: waarden, beleid, begroting
en bestuur. Het Poolse voorzitterschap zal deze discussie in de eerste helft van 2025
vervolgen.
Europees semester
Het Hongaars Voorzitterschap en het inkomend Pools Voorzitterschap presenteerden de
Roadmap voor het Europees Semester 2025. De Roadmap beschrijft de weg naar het Europees Semester 2025, in juli 2025.
Conclusies EU-uitbreiding
De Raad nam conclusies aan over EU-uitbreiding, naar aanleiding van de publicatie
van het uitbreidingspakket van de Europese Commissie op 30 oktober jl.1 Nederland heeft gehandeld conform de posities zoals uiteengezet in de Kabinetsappreciatie
van het uitbreidingspakket 2024.2
Tijdens de discussie benadrukte een groep lidstaten het belang van geopolitieke argumenten
bij besluitvorming in het uitbreidingsproces. Andere landen, waaronder Nederland,
onderstreepten het belang van rechtsstatelijke criteria. Conform de motie van de leden
Piri en Van Campen3 over Servië heeft de Raad geconcludeerd dat het besluit tot het openen van Cluster
3 opnieuw door de Raad zal worden bezien op basis van betekenisvolle verdere voortgang
van Servië op het gebied van de rechtsstaat en voortgang op de betrekkingen met Kosovo.
Nederland onderstreepte ook het belang dat Servië zich beter aansluit bij het gemeenschappelijke
veiligheids- en defensiebeleid van de EU. De Commissie kondigde aan eind januari 2025
de Raad opnieuw te informeren over de voortgang van Servië. Nederland zal dit afwachten
en de Kamer informeren voorafgaand aan een eventueel besluit tot het openen van Cluster
3.4
Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, spraken hun grote teleurstelling uit
over ontwikkelingen in Georgië, minder dan een jaar nadat het land kandidaat-lid-status
werd toegekend. Over Oekraïne en Moldavië sprak een groep landen de hoop uit in 2025
de eerste clusters met beide landen te kunnen openen.
De Raad concludeerde de EU-maatregelen tegen Kosovo geleidelijk te zullen opheffen,
parallel aan verdere stappen van Kosovo om spanningen in Noord-Kosovo te de-escaleren.
Nederland heeft zich ingezet voor afbouw van deze maatregelen, conform de gewijzigde
motie-Sjoerdsma.5 De Raad concludeerde eveneens wederom dat Bosnië-Herzegovina alle relevante stappen
uit het Commissierapport van 2022 dient te nemen, met het oog op het aannemen van
het onderhandelingsraamwerk als aan deze criteria is voldaan. Voor Nederland blijven
de 14 prioriteiten uit de Opinie van 2019 leidend in het verdere toetredingsproces.
De Raad nam tevens de voorlopige raadspositie over de Verordening van de Groeifaciliteit
van Moldavië aan. Doel van dit Groeiplan is om de Moldavische sociaaleconomische situatie
een impuls te geven, de rechtsstaat te versterken en hervormingen te versnellen. Nederland
heeft gehandeld conform de kabinetsappreciatie van dit Groeiplan.6
En marge van de Raad vonden twee intergouvernementele conferenties (IGCs) plaats,
waarbij met Albanië Cluster 6 (Externe betrekkingen) werd geopend,7 en met Montenegro drie hoofdstukken onder voorbehoud werden gesloten.8 Mede namens Nederland en Luxemburg intervenieerde België tijdens de IGCs over de
geboekte voortgang in beide landen, alsook over verdere hervormingsinspanningen die
van beide landen verwacht worden tijdens hun verdere EU-toetredingsproces, onder andere
op het gebied van de rechtsstaat en in de strijd tegen corruptie.
Achttienmaandenplanning Raad
Het inkomend Pools voorzitterschap presenteerde namens het triovoorzitterschap (bestaande
uit Polen, Denemarken en Cyprus) het achttienmaandenprogramma van de Raad.9 Prioriteiten van het programma zijn 1) een sterk en veilig Europa; 2) een welvarend
en concurrerend Europa; 3) een vrij en democratisch Europa.
EU-Verenigd Koninkrijk relaties
Tijdens de Raad is gesproken over mogelijkheden tot het versterken van de relatie
tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (VK). De discussie vond plaats in aanloop
naar de EU-VK top voorzien voor begin 2025. Commissaris Šefčovič lichtte drie overkoepelende
onderwerpen uit: 1) veiligheid en weerbaarheid; 2) people-to-people; en 3) bescherming van de planeet, inclusief een duurzame visserijrelatie. Šefčovič
herhaalde op concrete voorstellen te wachten van het VK voor invulling van hun wens
tot een reset.
Lidstaten benadrukten in de discussie de voor hen prioritaire onderwerpen en spraken
over het verdere proces. In de Raad is brede overeenstemming dat de bestaande akkoorden
startpunt zijn, dat volledige implementatie hiervan noodzakelijk blijft, en dat de
richtlijnen van de Raad van toepassing blijven.10 Daarnaast is er brede steun voor een benadering waarbij verschillende onderwerpen
in samenhang worden bezien. De precieze invulling hiervan zal de komende maanden verder
moeten worden uitgewerkt. Een aanzienlijk deel van de lidstaten zag kansen voor het
verdiepen van de relatie op het gebied van buitenland-, veiligheid-, en defensiebeleid
en benoemde deze als prioriteit. Daarnaast werd het belang van het verlengen van de
bestaande afspraken op het gebied van visserij door een groep lidstaten benoemd. Ook
was er aandacht voor energie, economie en handel (emissiehandelssystemen, sanitaire
en fytosanitaire maatregelen) en jeugdmobiliteit, waarbij enkele lidstaten laatstgenoemde
als prioritair markeerden.
Nederland heeft aangegeven positief te kijken naar versterkte samenwerking op het
gebied van buitenland-, veiligheid-, en defensiebeleid. Daarnaast heeft Nederland
met klem benadrukt dat het wenselijk is dat bestaande afspraken met het VK over visserij
verlengd worden middels een juridisch bindende afspraak en de Commissie opgeroepen
hiervoor met een concreet voorstel te komen. Lange termijn afspraken over elektriciteitsmarktkoppeling
zijn voor Nederland ook noodzakelijk. Conform de motie Paternotte11 is aangegeven dat wat Nederland betreft, de deur van de EU open staat om aanvullende
afspraken te maken om handel te bevorderen. Voorwaarde hiervoor is dat de integriteit
van de EU interne markt onaangetast blijft. Nederland sprak zich, net als het merendeel
van de lidstaten, uit voor een benadering waarbij parallelle onderhandelingen over
nader te definiëren onderwerpen in samenhang worden bezien. De beoogde flexibiliteit
maakt frontloaden van onderdelen van een pakket mogelijk en kan ook omgekeerd worden ingezet.
Uw Kamer is middels de geannoteerde agenda ook geïnformeerd over het streven van het
huidige voorzitterschap om nog voor het einde van het jaar, het Raadsmandaat inzake
jeugdmobiliteit (Youth Experience Scheme) ter besluitvorming voor te leggen. Het kabinet heeft zich na de publicatie van het
voorstel conform het BNC-fiche hierover uitgelaten.12 Via verschillende wegen heeft het kabinet kenbaar gemaakt dat het voorstel te breed
geformuleerd is ten opzichte van het doel om jeugdmobiliteit te faciliteren en niet
strookt met de wens van het kabinet dat lidstaten controle houden over inkomende migratiestromen.
De kritiek spitst zich onder meer toe op de niet doel-gebonden aard van het voorstel
en de afwezigheid van een arbeidsmarkttoets. Daarnaast waren er openstaande vragen
over gelijke behandeling van studiekosten. Een overgrote meerderheid van de lidstaten
is voorstander van dit voorstel, inclusief het niet doel-gebonden karakter, waarbij
een deel van hen dit als prioritair onderwerp aanmerkt voor de brede EU-VK relatie.
Het voorstel is op 11 december jl. in CoRePer behandeld. Nederland heeft met een verklaring
actief onthouden van het innemen van een positie. Het voorstel zal naar verwachting
in het begin van 2025 als hamerpunt op een Raad goedgekeurd worden, waarna de Commissie
erover in gesprek zal gaan met het VK. De Commissie heeft aangegeven dit als onderdeel
van de brede EU-VK relatie te bezien.
EU-Zwitserland relatie
De Commissie heeft een update gegeven over de onderhandelingen tussen de EU en Zwitserland.
Het gaat om een pakket van nieuwe akkoorden en modernisering van bestaande akkoorden.
De onderhandelingen bevinden zich in de eindfase en verlopen vooralsnog voorspoedig.
Het streven om voor het einde van het jaar een onderhandelaarsakkoord te bereiken,
lijkt haalbaar omdat nog slechts enkele punten openstaan. Indien de Commissie en Zwitserland
tot een onderhandelaarsakkoord komen, zal aan beide zijden een proces van besluitvorming
in gang worden gezet. Enkele lidstaten benadrukten tijdens de Raad het belang van
goede afspraken met gelijkgezinde landen zoals Zwitserland.
Overig
Interinstitutioneel orgaan voor Ethiek en integriteit
Het voorzitterschap heeft toegelicht welke inspanningen het heeft geleverd in de afgelopen
6 maanden om het interinstitutionele akkoord uit te voeren en het interinstitutionele
orgaan voor ethische normen te operationaliseren. Het Hongaarse voorzitterschap betreurde
dat het constituerend beraad van het orgaan dit jaar niet heeft plaatsgevonden. Dit
beraad zal nu onder Pools voorzitterschap worden georganiseerd. De Commissie dankte
het Hongaarse voorzitterschap voor de inzet en stelde dat de Commissie bereid is zich
actief in te zetten voor een snelle operationalisering van het orgaan.
Kaderakkoord tussen de Commissie en het Europees Parlement
Op verzoek van de Commissie stond de Raad stil bij de onderhandelingen tussen de Commissie
en het Europees Parlement (EP) over de wijziging van het Kaderakkoord. De Commissie
zal de onderhandelingen voeren in overeenstemming met de politieke beginselen voor
herziening van het Kaderakkoord die de voorzitters van de Commissie en het EP zijn
overeengekomen op 21 oktober jl.13
De Raad volgt de onderhandelingen tussen de Commissie en het EP nauwgezet. Het voorzitterschap
verwees daarbij naar de brief van de Raad aan deze instellingen waarin de Raad onder
meer heeft verzocht de prerogatieven van de instellingen te eerbiedigen.14
Indieners
-
Indiener
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken