Brief regering : Voortgang werkagenda SUWI
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 796 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2024
Om te werken aan een menselijke, betrouwbare overheid en te zorgen voor meer bestaanszekerheid,
werken we onder de noemer Werkagenda SUWI aan de modernisering van de Wet structuur
uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (hierna: Wet SUWI) en onderliggende regelgeving.
Daarmee willen we de positie van burgers in het stelsel van de sociale zekerheid versterken
en het verwezenlijken van publieke waarden in beleid en uitvoering wettelijk verankeren.
De Werkagenda SUWI kent inhoudelijk vier actielijnen.
1. Sturen op en verantwoorden over publieke waarden
2. Meer proactieve dienstverlening (bestaanszekerheid)
3. Zorgvuldige gegevensuitwisseling (privacy by design)
4. Inkadering onderzoeksbevoegdheden (rechtmatigheid en privacy)
We geven hieraan vorm door te werken aan een aantal wijzigingen van de Wet SUWI en
onderliggende regelgeving. Eerder hebben onze voorgangers u hierover geïnformeerd
bij brieven van 23 december 2022 en 20 december 20231. Met deze brief informeren wij u graag over de voortgang van de Werkagenda SUWI in
het afgelopen jaar.
De onderwerpen uit de vier inhoudelijke actielijnen worden zoveel mogelijk gebundeld
in wetsvoorstellen en wijzigingen van de onderliggende regelgeving. Wanneer delen
afgerond zijn, worden deze ingediend. In de bijlage kunt u in het overzicht zien wat
op dit moment de planning is van de verschillende voorstellen. We informeren u in
deze brief over de twee wetsvoorstellen die we nu voorbereiden om de Wet SUWI te wijzigen.
Daarnaast informeren we u over de wijzigingen die we in onderliggende regelgeving
aan willen gaan brengen.
I Wetsvoorstel proactieve dienstverlening SZW
Zoals vastgelegd in het regeerprogramma komt het kabinet met het wetsvoorstel proactieve
dienstverlening SZW om het niet-gebruik van regelingen terug te dringen. Dit voorstel
legt in de Wet SUWI de bevoegdheid vast voor UWV, de SVB en gemeenten om mensen gericht
te kunnen informeren over een mogelijke aanspraak op een uitkering of voorziening,
en de aanvraag hiervoor te faciliteren. Daarvoor mogen deze instanties dan ook persoonsgegevens
verwerken.
Naast deze uitwerking van de actielijn om meer proactieve dienstverlening mogelijk
te maken, geeft dit wetsvoorstel ook invulling aan het sturen op en verantwoorden
over publieke waarden (actielijn 1). Daarnaast stellen we voor om de bepalingen over
SyRI te schrappen (actielijn 4).
De uitwerking van de bevoegdheid tot proactieve dienstverlening vindt deels plaats
bij algemene maatregel van bestuur (AMvB). De afgelopen maanden hebben we de reacties
op de internetconsultatie, de uitvoeringstoetsen en het advies van de Autoriteit Persoonsgegevens
verwerkt in het wetsvoorstel.
We bereiden momenteel de adviesaanvraag aan de Raad van State voor. We hopen het wetsvoorstel
in de loop van 2025 aan uw Kamer te kunnen zenden ter behandeling. Daarnaast streven
we ernaar u dan ter informatie ook de concept-AMvB toe te sturen.
II Wetsvoorstel modernisering grondslagen gegevensverwerking in de sociale zekerheid
Dit tweede wetsvoorstel zal bestaan uit verschillende elementen die grotendeels voortvloeien
uit de actielijnen over zorgvuldige gegevensuitwisseling en het inkaderen van onderzoeksbevoegdheden.
Op dit moment voorzien we in elk geval dat het gaat om een brede modernisering van
de grondslagen voor het verwerken van persoonsgegevens. Daarnaast onderzoeken we welke
voorwaarden we willen stellen aan het risicogestuurd toezicht door UWV en SVB. Verder verkennen we of we de beperkingen rond de
geheimhoudingsbepaling in de Wet SUWI kunnen wegnemen en besteden we aandacht aan
de Wet eenmalige gegevensuitvraag (WEU) en digitale dienstverlening door UWV. Deze
elementen lichten we hierna toe. We streven ernaar om dit voorstel in de loop van
2025 in internetconsultatie te brengen, uitvoeringstoetsen uit te vragen en in kaart
te brengen of er budgettaire consequenties zijn.
Modernisering grondslagen
We werken aan een voorstel om de bepalingen over de verwerking van persoonsgegevens
in de Wet SUWI specifieker te maken en een inzichtelijke en eenduidige opbouw te geven.
Daarmee bieden we meer duidelijkheid aan burgers en professionals welke organisaties
in het domein van werk en inkomen persoonsgegevens verwerken en waarom. Dit sluit
ook aan bij de ambitie in het regeerprogramma om burgers meer inzicht te geven in
hoe besluiten tot stand komen en om wetgeving te vereenvoudigen.
Bij het moderniseren van de grondslagen houden we rekening met de wendbaarheid van
de dienstverlening. De ervaring leert dat het ontbreken van grondslagen voor gegevensverwerking
soms een belemmering vormt voor UWV, SVB en gemeenten om nieuwe vormen van publieke
dienstverlening voor burgers te ontwikkelen of snel te acteren op onvoorziene maatschappelijke
situaties. Om goed in te spelen op nieuwe beleidswensen voor de praktijk is het wenselijk
dat er sneller aanpassingen aan de grondslagen kunnen worden gedaan. Daar moet de
nieuwe opbouw aan bijdragen.
Automatische selectietechnieken
UWV en SVB maken gebruik van automatische selectietechnieken. Bijvoorbeeld om hun
dienstverlening gericht aan te bieden of om te bepalen of nadere controle noodzakelijk
is. Hoewel er geen specifieke wettelijke grondslag nodig is voor automatische selectietechnieken
als zij de burger niet in aanmerkelijke mate raken2, willen we wel uitwerken welke voorwaarden we aan het gebruik van automatische selectietechnieken
willen stellen.
Geheimhoudingsplicht
De SUWI-geheimhoudingsplicht staat in artikel 74 Wet SUWI en houdt in dat – op enkele
uitzonderingen na – het verboden is om persoonsgegevens verder bekend te maken dan
dat voor de uitvoering van de Wet SUWI is toegestaan, of voor een andere wet noodzakelijk
is.
De afgelopen maanden hebben we onderzoek gedaan naar de wetshistorie van deze bepaling.
Daarnaast hebben we ambtelijk gesprekken gevoerd met UWV, SVB en VNG over de geheimhoudingsplicht
in de Wet SUWI en de Participatiewet (die zijn min of meer gelijkluidend). Doordat
de verhouding tussen deze bepaling en de Algemene verordening gegevensbescherming
(AVG) niet altijd duidelijk is, ontstaan er juridische discussies over wat partijen
wel en niet met elkaar mogen delen. Die discussies dragen niet bij aan de uitvoering
van de sociale zekerheid of aan de rechtszekerheid en privacybescherming voor de burger.
We werken aan een eenvoudiger en eenduidiger juridisch kader om te voorkomen dat dit
soort discussies blijven bestaan. Daarbij verkennen we onder meer de mogelijkheid
om de SUWI-geheimhoudingsplicht te laten vervallen. Daarbij is ons uitgangspunt dat
de bescherming van persoonsgegevens in de sociale zekerheid gewaarborgd blijft.
Wet eenmalige gegevensuitvraag
De Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU) maakt mogelijk dat UWV, de
SVB en gemeenten gegevens slechts eenmaal bij iemand uitvragen en die hergebruiken
bij het uitvoeren van hun wettelijke taken. Hiermee worden de administratieve lasten
voor mensen verminderd. Op dit moment wordt de WEU geëvalueerd vanuit zowel het burgerperspectief
als het uitvoeringsperspectief. De resultaten van de evaluatie verwachten we in het
voorjaar van 2025. Wij zullen u daarover informeren in een brief. In die brief zullen
we ook ingaan op de opvolging van de motie van de leden Zeedijk en Mohandis over automatische,
geautomatiseerde en vooringevulde aanvragen.
Digitale Dienstverlening door UWV
Artikel 32e Wet SUWI stelt regels over de verplichte digitale communicatie tussen
UWV en burgers. De dienstverlening van UWV is nu niet altijd digitaal, als dat beter
aansluit bij de behoefte van de cliënt. Op dit moment verkennen wij samen met UWV
of het wenselijk is om artikel 32e Wet SUWI aan te passen. Daarmee willen we nauwer
aansluiten bij de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer.
Inkadering onderzoeksbevoegdheden
UWV, SVB en gemeenten hebben de bevoegdheid om te onderzoeken of een uitkering rechtmatig
verstrekt wordt en de inlichtingenplicht wordt nageleefd.
In 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld3 dat deze algemene onderzoeksbevoegdheid geen grondslag biedt voor specifieke onderzoeksbevoegdheden
waarmee een min of meer compleet beeld van (een deel van) het privéleven van betrokkenen
kan worden verkregen, zoals stelselmatige observatie en cameratoezicht.
In 2017 hebben gemeenten aangegeven dat sommige overtredingen moeilijk te bewijzen
zijn zonder de bevoegdheid tot stelselmatige observatie,
zoals het niet melden van samenwonen. Tegelijkertijd zijn er ook gemeenten die nu
aangeven met de huidige praktijk en jurisprudentie uit de voeten te kunnen. Ze mogen
bijvoorbeeld wel incidenteel posten voor iemands deur of op huisbezoek gaan. Daarnaast
bestaan in het strafrecht wel mogelijkheden om specifieke onderzoeksbevoegdheden in
te zetten bij zaken die groter of ernstiger zijn.
We hebben daarom besloten om geen voorstel te doen om verdergaande specifieke bevoegdheden
voor UWV, SVB en gemeenten te creëren. We hebben immers de noodzaak niet vast kunnen
stellen.
Wijzigingen in onderliggende regelgeving
Uitwerking van beide wetsvoorstellen bij AMvB
De eerste wijziging van het Besluit SUWI is de uitwerking van het wetsvoorstel proactieve
dienstverlening SZW. Daarnaast zal ook voor de uitwerking van het wetsvoorstel modernisering
grondslagen gegevensverwerking naar verwachting een aanpassing van het Besluit SUWI
nodig zijn. Sommige onderwerpen die nu in het Besluit SUWI zijn geregeld zullen in
de toekomst op wetsniveau worden geregeld en vice versa. Hierbij kan worden gedacht
aan welke organisaties persoonsgegevens mogen verwerken en om welke gegevens het gaat.
Update stelselontwerp
Het stelselontwerp zoals beschreven in Bijlage I bij de Regeling SUWI beschrijft de
Gezamenlijke elektronische voorzieningen SUWI (GeVS) die gegevensdeling tussen UWV,
de SVB, gemeenten en andere partijen ondersteunt. De beschrijving is mede door de
introductie van de AVG verouderd en toe aan een update. De grootste aanpassing is
het beleggen van de verwerkingsverantwoordelijkheid voor het centrale deel van de
GeVS. De toewijzing en uitwerking van deze verwerkingsverantwoordelijkheid is in de
laatste fase van de ambtelijke voorbereiding. Op korte termijn zullen wij de Autoriteit
Persoonsgegevens over deze wijziging consulteren.
Planning & Control-cyclus UWV en SVB
In 2024 doen we samen met de publieke dienstverleners een pilot met een nieuw proces
rondom de jaarlijkse opdrachtbrief en de jaarplannen van de publieke dienstverleners.
Dit geeft de dienstverleners meer tijd om het jaarplan op te stellen. Begin 2025 zullen
we de pilot evalueren en op basis daarvan beslissen of het nodig is om de regelgeving
aan te passen.
Publieke waarden
In het wetsvoorstel proactieve dienstverlening SZW staat dat UWV en de SVB verplicht
zijn om zich te verantwoorden aan de hand van een set publieke waarden. In een ministeriële
regeling werken we samen met UWV en SVB het wetsvoorstel verder uit. We streven ernaar
dat die regeling en het wetsvoorstel gelijktijdig in werking treden.
Door de Wet SUWI en de onderliggende regelgeving te moderniseren geven we invulling
aan de actielijnen van de Werkagenda, met als leidraad publieke waarden als bestaanszekerheid,
privacy en rechtmatigheid. We doen dit zodat het systeem burgers beter kan ondersteunen.
Dat draagt bij aan het vertrouwen in de overheid.
Eind 2025 wordt u opnieuw geïnformeerd over de voortgang van de Werkagenda en wij
gaan graag met u in gesprek over bovenstaande onderwerpen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Y.J. van Hijum
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid