Brief regering : Grafelijke Zalen en fietsparkeren rondom het Binnenhof
34 293 Renovatie Binnenhof
Nr. 140
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2024
Op 29 mei 2024 heeft het commissiedebat Rijksvastgoed en Renovatie Binnenhof plaatsgevonden
(Kamerstuk 34 293, nr. 136). Met deze brief informeer ik uw Kamer over twee in het debat gedane toezeggingen:
– De Kamer ontvangt in het derde kwartaal van 2024 een inschatting van de kosten van
de renovatie van de Grafelijke Zalen (toezegging 202406, nr. 016);
– De Kamer ontvangt in het derde kwartaal van 2024 een inschatting van de kosten rondom
de parkeergelegenheid bij het Binnenhof, waaronder de fietsparkeergelegenheid (toezegging
202406, nr. 017).
Inschatting van de kosten van renovatie van de Grafelijke Zalen
Achtergrond
Rond 1230 koos Graaf Floris IV een strategische locatie voor zijn jachtslot. Vanaf
dat moment is deze plek het centrum van bestuur geworden en is dit gebleven tot op
de dag van vandaag. Het gebouw dat we nu de Grafelijke Zalen noemen waar de Ridderzaal
deel van uitmaakt is letterlijk en figuurlijk het hart van het Binnenhof. In Europa
is een dergelijk Grafelijk complex uit de 13de eeuw uitzonderlijk. De grootte van de Ridderzaal, met een kapconstructie die 18 meter
overspant, toont de grafelijke ambitie die op Europese schaal weinig tot geen vergelijking
heeft. Eeuwenlang is er aan het gebouw verbouwd en toegevoegd, waarna architect Cuypers
rond 1900 de huidige middeleeuwse uitstraling (terug)bracht.
De Grafelijke Zalen worden gevormd door de Kelderzaal, de Rolzaal en de Weeskamer
(in de periode 1235–1256 tot stand gekomen), de Ridderzaal (omstreeks 1292) en de
Lairessezaal en de Hogerbeetskamer (omstreeks 1329). Deze zalen zijn onderdeel van
het oude paleis van de Graven van Holland; het oudste deel van het Binnenhof. De zalen
hebben een totaal vloeroppervlak van circa 1.560 m2 en in dit belangrijke monument vindt onder meer de gezamenlijke vergadering der Staten
Generaal op de derde dinsdag van september (Prinsjesdag) plaats waarop de troonrede
wordt uitgesproken in de Ridderzaal.
De laatste grootschalige renovatie van de Grafelijke Zalen werd in 1906 afgerond en
is dus meer dan een eeuw geleden.
In de daaropvolgende periodes zijn verschillende aanpassingen doorgevoerd. Zo werden
de Zalen onder meer voorzien van elektriciteit, verwarming en ICT. Maar vergelijkbaar
als met de andere complexen op het Binnenhof is de staat hiervan slecht en is een
renovatie nodig. Zo voldoen de klimaatinstallaties niet aan de huidige eisen, zijn
er risico ten aanzien van brandveiligheid en voldoet het gebouw niet aan de kaders
op het gebied van integrale toegankelijkheid conform het in 2015 door Nederland geratificeerde
VN-verdrag Handicap.
Het uitvoeren van een dergelijke renovatie in een monumentaal gebouw is complex. Zo
zijn bouwkundige ingrepen nodig om de Ridderzaal toegankelijk te maken voor bezoekers
met een fysieke beperking en zullen kabels en leidingen voor klimaatinstallaties conform
de van toepassing zijnde kaders voor monumenten moeten worden weggewerkt achter monumentale
muurdelen of onder monumentale vloeren. Allereerst is groot onderhoud nodig voor de
instandhouding van een bijzonder monument als dit, wat ook te kampen heeft met bouwkundige
gebreken zoals vochtproblemen.
De Grafelijke Zalen zijn het visitekaartje van het Binnenhof en Nederland in zowel
het binnen- als buitenland. Daarom het belangrijk goede afspraken te maken over het
toekomstig gebruik.
Inschatting kosten
In de afgelopen periode is in samenwerking met een extern bureau onderzoek uitgevoerd
om te komen tot een inschatting van de kosten van een eventuele renovatie van de Grafelijke
Zalen. Deze bedraagt in zijn totaliteit tussen de € 137 en € 181 mln. Er kunnen hierin
nog keuzes gemaakt worden. Het totaalbedrag kan namelijk uitgesplitst worden in drie
onderdelen. Deze onderdelen worden hieronder toegelicht. Indien voortzetting van onder
andere Prinsjesdag in de Ridderzaal gewenst is en tegelijkertijd het unieke Middeleeuwse
karakter behouden blijft, zouden de onderdelen 1 en 2 uitgevoerd moeten worden. Dan
bedraagt het totaal tussen de € 107 en € 141 mln. De inschatting van de kosten zijn
gebaseerd op prijspeil 2024. Hieronder licht ik graag een en ander verder toe.
In de zomerperiode heeft het Rijksvastgoedbedrijf op meerdere manieren onderzoek uitgevoerd
om een inschatting te kunnen maken van de kosten om de Grafelijke Zalen te behouden
voor toekomstige generaties. Naast een onderzoek door een extern bureau, zijn ervaringscijfers
vanuit de renovatie van het Binnenhof toegevoegd. Ook heeft nog een validatie plaatsgevonden
waarbij een toets is verricht op de verkregen cijfers.
Het is goed om te melden dat voor alle onderstaande genoemde onderdelen nog geen middelen
beschikbaar zijn. Het betreft enkel de gevraagde kosteninschatting per onderdeel.
De werkzaamheden aan de Grafelijke Zalen kunnen worden gesplitst in drie onderdelen:
1. Het renoveren van het Grafelijke Zalen complex inclusief maatregelen om het gebruik
van de Ridderzaal (onder andere Prinsjesdag) voort te zetten (verwachtte kosten tussen
de € 100 en € 130 mln.)
2. Het herstel en onderhoud (inclusief beperkte restauratie) aan de monumentale delen
(verwachtte kosten tussen de € 7 en € 11 mln.).
3. Het verbeteren van de exploitatiemogelijkheden Rolzaalgebouw (verwachtte kosten tussen
de € 30 en € 40 mln.).
Om te komen tot een exacte prijsopgave van bovenstaande onderdelen is het noodzakelijk
om het ontwerp en de plannen verder te brengen de aankomende jaren in een definitief
ontwerp. Om hiertoe te komen is een startbudget benodigd van circa € 11,5 mln. Indien
wordt gekozen voor een renovatie van de Grafelijke Zalen is dekking voor het gehele
renovatiebudget benodigd.
Onderdeel 1 voorzetting gebruik:
Dit betreft voornamelijk het renovatiewerk om te zorgen dat het complex de komende
25 jaar zonder groot onderhoud geschikt is voor gebruik, zoals herstellen van metsel-
en voegwerk, vochtplekken, dakkappen en het vervangen van leistenen dakbedekking op
de verschillende daken. De klimatisering van de Ridderzaal wordt dan op orde gebracht
om Prinsjesdag te kunnen laten plaatsvinden. Daarnaast valt het op orde brengen van
de brandveiligheid voor het gehele gebouw onder dit onderdeel. In de kelder zal er
een nieuw entreegebied ingericht worden waarin ook beveiligingsvoorzieningen (toegangspoorten)
zijn opgenomen, ook deze ruimten zijn geklimatiseerd en er worden extra toiletten
toegevoegd voor gebruik van de gasten van de Grafelijke Zalen.
Daarnaast kan de Ridderzaal, Rolzaal en Kelderzaal toegankelijk gemaakt door het toevoegen
van een trappenhuis en lift in het lichthof (de ruimte tussen de Ridderzaal en het
achtergelegen Rolzaalgebouw). De installaties in het Rolzaalgebouw (het achtergelegen
gedeelte met de Rolzaal en de daaromheen grenzende zalen) worden één op één vervangen.
Dat betekent dat de huidige radiatoren vervangen worden door een nieuw systeem dat
kan functioneren met de installaties van het Binnenhof. Daarmee zijn deze ruimtes,
behoudens de Ridderzaal, nog niet geschikt gemaakt voor evenementen en regulier gebruik
als vergaderruimte. Wel kunnen deze ruimten, rekening houdend met eventuele beperkingen
op het gebied van integrale toegankelijkheid, ingezet worden voor kortstondig gebruik
(bijvoorbeeld overloopruimte tijdens Prinsjesdag en incidentele bijeenkomsten / recepties)
Bij deze werkzaamheden is rekening gehouden met de basis veiligheidseisen voor een
voortzetting van een beperkt gebruik. Voordat de renovatie van het Binnenhof van start
ging werden deze ruimtes gebruikt voor staatsdiners, vergaderingen, recepties en symposia
Onderdeel 2 Herstel, onderhoud en restauratie
In de zevende voortgangsrapportage over de renovatie van het Binnenhof is een uitgebreidere
toelichting gegeven over de wijze waarop wordt gerenoveerd en de verschillen met restauratie
(Kamerstuk 34 293, nr. 126). Het wettelijk verplichte conserveren van de monumentale onderdelen is in onderdeel 1
meegenomen. Dat omvat de werkzaamheden aan (onderdelen van) een gebouw om verval te
stoppen of dreigende aantasting te voorkomen met als doel het zoveel mogelijk handhaven
van de aangetroffen staat.
De restauratie in dit onderdeel omvat schilderwerk en bijvoorbeeld herstel van wandkleden
die vanuit restauratief perspectief nodig zijn. Zoals bijvoorbeeld het restaureren
van de Lairessezaal, waarbij verschillende marmeren wandschilderingen en de schilderijen
die onderdeel zijn van de inrichting opgeknapt moeten worden om ze in de oude staat
te herstellen.
Onderdeel 3: Geen verbetering exploitatiemogelijkheden Rolzaalgebouw
Het complex van de Grafelijke Zalen is altijd gebruikt voor evenementen en voor incidentele
vergaderingen. Het Rolzaalgebouw als middeleeuws jachtslot voldoet het echter niet
aan de moderne eisen rond arbo en is het niet specifiek geschikt als «vergadercentrum».
Met de nu voorziene werkzaamheden kunnen de Grafelijke Zalen op dezelfde wijze als
voorheen gebruikt worden. Daarnaast is onderzocht wat de kosten zouden zijn om het
Rolzaalgebouw structureel te kunnen gebruiken voor evenementen en als «vergadercentrum»
in te zetten ter ondersteuning van de gebruikers van het Binnenhof. Hierbij kan bijvoorbeeld
worden gedacht aan het beschikbaar stellen voor de ministerraad zoals dit ten tijde
van COVID19 is gebeurd. Doordat hiervoor ingrijpende maatregelen moeten worden genomen
in de monumentale constructie van het gebouw bedragen de kosten hiervoor naar verwachting
€ 30 tot € 40 mln.
Indien het gebruik van de Grafelijke Zalen gaat toenemen in aantal of in vorm, zoals
structureel gebruik door de ministerraad, kan dit daarnaast leiden tot een toename
van veiligheidsmaatregelen die een effect kunnen hebben op het ontwerp en extra kosten
met zich mee kunnen brengen. De hoge kosten en de complexiteit van realiseren van
vergaderfaciliteiten in het middeleeuws ontwerp maken dat ik kritisch ben over het
verrichten van werkzaamheden om de exploitatiemogelijkheden te verbeteren.
Vervolg
Deze inschatting is tot stand gekomen op basis van een niet vastgesteld ontwerp uit
2019. Om te komen tot een exacte prijsopgave is het noodzakelijk om het ontwerp en
de plannen verder te brengen in een definitief ontwerp. De kosteninschatting is gebaseerd
op prijspeil 2024. Afhankelijk van het moment waarop enerzijds besluitvorming over
de renovatie van de Grafelijke Zalen plaats kan vinden, en anderzijds wanneer de renovatie
uitgevoerd kan worden zullen prijspeilcorrecties en veranderingen in de marktsituaties
moeten worden verwerkt in het uiteindelijke budget.
Ten slotte is de renovatie van het Binnenhof op dit moment in volle gang. In de negende
voortgangsrapportage Binnenhof renovatie berichtte mijn voorganger u over de beperkingen
in de bouwplaatslogistiek en de uitdagingen die dat met zich meebrengt waardoor bepaalde
werkzaamheden niet gelijktijdig maar opeenvolgend moeten plaatsvinden. De noodzakelijke
bouwplaatsruimte voor de renovatie van de Grafelijke Zalen komt naar verwachting in
2027 beschikbaar en de werkzaamheden zullen naar verwachting circa 3 jaar in beslag
nemen. Voor de renovatie van het Binnenhof zal volgend jaar aan een nieuwe integrale
planning worden gewerkt. Een mogelijk toekomstig besluit om de Grafelijke Zalen te
renoveren wordt bij voorkeur geïntegreerd in deze nieuwe planning om optimalisaties
te kunnen bewerkstelligen en ook belangrijke afhankelijkheden in de beschikbare ruimte
te kunnen afstemmen.
Inschatting van de kosten rondom de parkeergelegenheid bij het Binnenhof, waaronder
de fietsparkeergelegenheid
Het Binnenhof moet voor medewerkers (en bezoekers) die per fiets komen ook bereikbaar
zijn. Daarnaast kent de gemeente Den Haag een fietsparkeernorm die het realiseren
van fietsparkeerplekken voor werknemers randvoorwaardelijk stelt bij vergunningverlening.
Ook heeft de gemeente Den Haag zelf de ambitie om meer en betere fietsparkeerplekken
in de binnenstad te realiseren en verwacht de gemeente met de nieuwe publieksentree
een toename van het aantal bezoekers.
Er zijn dus fietsparkeerplekken nodig en dit valt niet in de gebouwen te realiseren.
Het Rijksvastgoedbedrijf onderzoekt samen met de gemeente Den Haag de fietsparkeermogelijkheden.
Dit heeft als voordeel dat ook de fietsparkeerbehoefte van andere complexen in de
buurt kan worden meegenomen. Zo zal de fietsparkeernorm ook van toepassing zijn op
de renovatie van de dependances van de Tweede Kamer en de renovatie van het nabijgelegen
Staalcomplex. Ook het aspect veiligheid wordt meegewogen. Een gezamenlijke aanpak
tussen de gemeente Den Haag en het RVB van het fietsparkeren rond het Binnenhof als
voorziening voor de stad en als voorziening voor de bezoekers en medewerkers van het
Binnenhof biedt voordelen v.w.b. investeringskosten, exploitatie en het vinden van
geschikte locaties. Het Rijksvastgoedbedrijf en de gemeente zijn een gezamenlijk locatie-
en haalbaarheidsonderzoek momenteel aan het opstarten. Hierdoor is het nog niet mogelijk
u inzicht te geven in de kosten voor fietsparkeren. Ik verwacht dat ik uw Kamer uiterlijk
in 2026 over de uitkomsten kan informeren.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.