Brief regering : Invoeringstoets aanscherpingen au-pairregeling
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3323
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2024
1. Inleiding
De au-pairregeling heeft ten doel buitenlandse jongeren, gedurende maximaal één jaar
en onder specifieke voorwaarden, de gelegenheid te bieden om kennis te maken met de
Nederlandse samenleving en cultuur. De au-pairregeling ziet op de toelating en het
verblijf van au pairs uit derde landen.
Per 1 oktober 2022 zijn twee aanvullende voorwaarden aan de au-pairregeling toegevoegd1; de au pair dient ongehuwd te zijn en heeft geen (pleeg)kinderen; en de au pair is
op het moment van indiening van de aanvraag niet ouder dan 25 jaar. Deze aanvullende
maatregelen zijn genomen naar aanleiding van signalen over oneigenlijk gebruik van
de au-pairregeling, namelijk dat deze gebruikt werd om arbeid te faciliteren in plaats
van culturele uitwisseling te stimuleren.2 Op 8 november 2021 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de getroffen maatregelen.
Tevens is aan de Kamer toegezegd dat de aanscherpingen van de au-pairregeling gemonitord
zullen worden en dat de uitkomsten hiervan uiterlijk in het laatste kwartaal van 2024
met de Kamer zullen worden gedeeld.
In opdracht van de Directeur-Generaal Immigratie- en Naturalisatiedienst (DG IND)
heeft de afdeling Onderzoek en Analyse (O&A) van de Directie Strategie en Uitvoeringsadvies
(SUA) van de IND een invoeringstoets uitgevoerd om inzicht te verkrijgen in de uitvoerbaarheid
en handhaafbaarheid van de aangescherpte voorwaarden. Op 3 juni jl. is het rapport
Invoeringstoets aanscherpingen au-pairregeling aangeboden aan de Directeur-Generaal Migratie. Hierbij spreek ik mijn dank uit aan
de onderzoekers voor hun waardevolle inzet en bijdrage.
2. Samenvatting
Uit het door de IND uitgevoerde onderzoek blijkt dat de aanscherpingen goed uitvoerbaar
en handhaafbaar zijn voor de uitvoerende instanties (de IND en BZ) en de toezichthouder
(Arbeidsinspectie). Zij hebben weinig tot geen gevolgen gemerkt van de aanscherpingen
in het kader van de uitvoerbaarheid. Ook de relatieve stijging van het aantal aanvragen
sinds 2020 heeft daarop geen invloed gehad.
Wel volgen er uit het onderzoek, met name voor de au pairs en au-pairbureaus enkele
aandachtspunten, meer specifiek met betrekking tot het aanvraagproces en de handhaving.
Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat het verkrijgen van een ongehuwdverklaring,
een vereiste alvorens de aanvraag voor een verblijfsvergunning «au pair» kan worden ingediend, met name
voor Zuid-Afrikanen lastig en kostbaar is, hetgeen hun doenvermogen belemmert. Dit
vereiste leidt tot vertragingen in het aanmeldingsproces en kan gevolgen hebben voor
de matching met potentiële gastgezinnen. Desondanks is het aantal aanvragen voor een
verblijfsvergunning «au pair» voor alle nationaliteiten toegenomen sinds de aanscherpingen,
inclusief voor de Zuid-Afrikaanse au pairs. Met betrekking tot de handhaafbaarheid
wordt bijvoorbeeld een mogelijk risico op fraude genoemd, in de vorm van vervalste
ongehuwdverklaringen. Dit komt door het feit dat de ongehuwdverklaring voorafgaand
aan een aanvraag voor een verblijfsvergunning «au pair» enkel door het au-pairbureau
(de erkend referent) wordt gecontroleerd.3
3. Vervolg
Over de genoemde aandachtspunten zullen we de komende periode nader in gesprek gaan
met betrokken partijen. Om breder zicht te krijgen op de doelmatigheid en doeltreffendheid van de aanscherpingen, zeg ik Uw Kamer in 2026 daarnaast een evaluatie toe waarbij
bijzondere aandacht zal zijn voor de vraag in hoeverre de aanscherpingen hebben bijgedragen
aan het tegengaan van oneigenlijk gebruik van de au-pairregeling. De bevindingen van
deze invoeringstoets zullen hierbij worden meegenomen.
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie