Brief regering : Verlenging waardevermeerderingsregeling
33 529 Gaswinning
Nr. 1266
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 17 december 2024.
De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling
nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig
leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 10 februari 2025.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden
gedaan dan op 11 februari 2025 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van
de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2024
Met deze brief bied ik uw Kamer een concept van een regeling tot verlenging van de
Regeling waardevermeerdering gebouwen gaswinning Groningenveld (hierna: waardevermeerderingsregeling)
aan. De waardevermeerderingsregeling is een subsidieregeling voor bewoners in het
aardbevingsgebied die schade hebben gehad waarmee zij subsidie tot maximaal € 4.000
kunnen aanvragen voor verduurzamingsmaatregelen. De huidige regeling loopt af op 1 februari
2025.
Op 5 december 2024 heeft uw Kamer de motie van de leden Bushoff en Beckerman1 aangenomen. De motie roept de regering op om de waardevermeerderingsregeling in ieder
geval te verlengen tot en met het beschikbaar komen van vervangende regelingen. Daarnaast
heeft uw Kamer op dezelfde datum een motie van het lid Vedder c.s.2 aangenomen die de regering verzoekt de waardevermeerderingsregeling ook na februari
2025 open te laten staan en daarvoor in ieder geval het nu beschikbare budget intact
te houden.
Ik heb daarom besloten de waardevermeerderingsregeling tot en met 31 december 2025
in ongewijzigde vorm te verlengen en dit te dekken vanuit de resterende onderuitputting
van de beschikbare middelen voor de regeling. Ik verwacht voor die tijd vervangende
regelingen beschikbaar te hebben. Zodra dit het geval is zal ik de waardevermeerderingsregeling
overeenkomstig de motie Bushoff en Beckerman op een eerder moment laten vervallen.
Ik zal uw Kamer hierover uiteraard informeren voor dat moment.
Een wijziging van de vervaldatum van de waardevermeerderingsregeling moet op grond
van artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 ten minste 30 dagen
vóór vaststelling aan uw Kamer worden aangeboden. Van deze termijn wordt ten aanzien
van deze regeling afgeweken. Deze afwijking is in lijn met de mogelijkheid die in
de memorie van toelichting bij de Comptabiliteitswet 2016 is gegeven voor een dergelijke
afwijking: «In bepaalde omstandigheden kan een Minister de Tweede Kamer der Staten-Generaal
laten weten dat uitstel van het vaststellen van de regeling niet in het belang van
de Staat is en de Tweede Kamer verzoeken binnen 30, inclusief recesdagen, uitsluitsel
te geven over haar standpunten».3 Omdat de termijn van 30 dagen bij inachtneming van het kerstreces van uw Kamer pas
verloopt als de waardevermeerderingsregeling op 1 februari 2025 is vervallen, wat
niet in het belang van zowel de Staat als de bewoners zou zijn, omdat uw Kamer met
het aannemen van de genoemde moties tot verlenging van de regeling al uitsluitsel
heeft gegeven over haar standpunten, en omdat deze wijzigingsregeling de motie van
de leden Bushoff en Beckerman ongewijzigd ten uitvoer legt, acht ik deze uitzonderingsmogelijkheid
in dit geval toepasbaar. Deze regeling wordt daarom aangeboden aan uw Kamer tot 17 januari
2025 en zal worden vastgesteld voor het verval van de regeling op 1 februari 2025.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. van Marum
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties