Brief regering : Uitvoering begrotingen 2024, Staten-Generaal, Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad, Koninkrijksrelaties, BES-fonds, BZK, Gemeentefonds en Provinciefonds
36 600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Nr. 123
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN VOLKSHUISVESTING
EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2024
De Comptabiliteitswet schrijft voor dat alle majeure wijzigingen die na de tweede
suppletoire begroting zijn opgetreden, uiterlijk drie dagen voor aanvang van het Kerstreces
gemeld moeten worden aan beide Kamers der Staten-Generaal. Hierbij informeer ik uw
Kamer over zaken die bij de realisatie van de begroting 2024 raken aan het artikelniveau
in de begrotingen Staten-Generaal (IIA), Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten
van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB), Koninkrijksrelaties (IV), BES-fonds (H),
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)1, Gemeentefonds (B) en Provinciefonds (C) voor zowel de verplichtingen, de uitgaven
als de ontvangsten.
De hieronder genoemde onderwerpen hebben zich voorgedaan na de besluitvorming over
de Najaarsnota 2024 en maken geen onderdeel uit van de tweede suppletoire begrotingen
2024. De onderwerpen zullen als onderdeel van de realisatie van de begroting 2024,
in de Slotwet 2024 worden verwerkt.
• Staten-Generaal (IIA)
Op artikelniveau is er naar verwachting geen sprake van overschrijdingen.
• Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB)
Artikel 2 – Algemene Rekenkamer
In 2024 blijken er meer meerjarige contracten te zijn afgesloten dan waar rekening
mee is gehouden in de begroting (bijv. ICT-(lease)contracten voor systemen of producten).
Hierdoor valt de verplichtingenstand naar verwachting hoger uit. Met de Slotwet worden
de verplichtingen opgehoogd met € 0,5 mln. Dit heeft de komende jaren geen effect
op de uitgavenbegroting.
Artikel 8 – Kabinet van de Gouverneur van Sint-Maarten
Op artikel 8 wordt naar verwachting het verplichtingen- en kasbudget met circa € 0,3
mln. overschreden. De overschrijding wordt veroorzaakt doordat de eindafrekening van
de meerwerkkosten voor het nieuwe kantoorpand aanzienlijk hoger is. Daarbij zijn ook
de kosten gemoeid met de IT-investeringen die hoger uitvallen dan eerder begroot.
• Koninkrijksrelaties (IV)
Artikel 1 Versterken rechtsstaat
Op artikel 4 worden middelen verstrekt aan Sint Eustatius. Een deel van de benodigde
middelen (€ 2,5 mln.) wordt gerealloceerd vanaf artikel 1.
Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur
In verband met de eroderende klif aan de havenzijde van Sint Eustatius is er door
de eigenaar van een aantal percelen op Sint Eustatius een gerechtelijke procedure
gestart. Naar aanleiding van de gerechtelijke procedure wordt een schikking voorgesteld
tussen het openbaar lichaam Sint Eustatius en de eigenaar van een aantal percelen.
Omdat Sint Eustatius niet beschikt over de benodigde financiële ruimte om de schikking
te sluiten, zullen deze middelen (€ 3,8 mln.) aan Sint Eustatius worden verstrekt.
Hiervan wordt € 2,5 mln. gerealloceerd vanaf artikel 1 en de resterende middelen (€ 1,3
mln.) zijn binnen artikel 4 gevonden.
Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden
Op artikel 8 vindt er een overschrijding plaats op het kas- en verplichtingenbudget
van het instrument Subsidies. Dit wordt veroorzaakt door een bijdrage aan het Ministerie
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu & Infrastructuur (VROMI, Sint Maarten))
van € 1,4 mln. voor de inzet van capaciteit om uitvoering te geven aan de Trustfonds
projecten op Sint Maarten. Dit resulteert in een overschrijding van € 0,3 mln. op
het verplichtingenbudget op artikelniveau.
Artikel 6 Apparaat
Op artikel 6 wordt een overschrijding op kas- en verplichtingenbudget verwacht van
ca. € 10 mln. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door een tegenvaller op de
wisselkoers.
Daarnaast wordt met Slotwet nog twee interdepartementale overboekingen verwacht voor
SSO CN. Het betreft één overboeking ad. € 3 mln. van het Ministerie van J&V voor de
doorberekening van de kosten van de basisdienstverlening en één overboeking van € 1,2
mln. naar het Ministerie van Financiën voor een correctie op de verrekenbrief. Deze
overboeking kon niet bij Najaarsnota plaatsvinden.
• BES-fonds (H)
Er wordt geen overschrijding verwacht op het BES-fonds.
• Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)
Overboekingen Btw-compensatiefonds
Medeoverheden kunnen – indien zij voldoen aan bepaalde voorwaarden – de door hen betaalde
btw terugvragen via het Btw-compensatiefonds (BCF). Vaak kan pas na het toekennen
van de jaarlijkse aanvragen bepaald worden welk bedrag overgeboekt moet worden naar
het BCF. Daarom vinden er bij Slotwet 2024 op de volgende regelingen nog overboekingen
plaats naar het BCF:
Artikel 1 – Openbaar bestuur en democratie
– Regiodeals
€ 11,2 mln.
Artikel 3 – Woningmarkt
– Volkshuisvestingsfonds
€ 4,3 mln.
– Studentenwoningenstartbouwimpuls
€ 0,5 mln.
Artikel 4 – Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit
– Maatschappelijke vastgoed ontzorgen MKB
€ 0,007 mln.
Artikel 5 – Ruimtelijke ordening en Omgevingswet
– Novex-gebieden
€ 0,08 mln.
Artikel 2 Nationale Veiligheid
In verband met prijsverhogingen vallen de materiële uitgaven hoger uit dan verwacht.
Als gevolg hiervan vindt er op artikel 2 een overschrijding plaats van naar verwachting
ca. € 2 mln. op het kasbudget.
Artikel 3 Woningmarkt
Artikelonderdeel 3.1 Woningmarkt
Uitvoering huurtoeslag (inkomensoverdrachten en ontvangsten)
Tot en met oktober blijven de verplichtingen, verstrekte voorschotten en de nabetalingen
van de huurtoeslag per saldo circa € 365 mln. achter op de raming voor 2024. Daarmee
komen bij de uitgaven de voorschotten en de nabetalingen circa € 365 mln. lager uit.
Dit komt met name door minder instroom van nieuwe huurtoeslagaanvragers dan verwacht.
Bij de ontvangsten komen de invorderingen circa € 65 mln. hoger uit. Hoe de huurtoeslag
voor heel 2024 uitkomt, is nog niet bekend. Het beeld kan de laatste maanden nog wijzigen,
onder andere door nieuwe aanvragen.
Artikelonderdeel 3.3 Woningbouw
Herplaatsingsgarantie
Omdat er minder aanvragen zijn gedaan voor de Regeling Tegemoetkoming Herplaatsing
Flexwoningen (financiële herplaatsingsgarantie) dan verwacht, is op het verplichtingenbudget
in 2024 minder gerealiseerd dan geraamd. Daarom wordt het verplichtingenbudget in
2024 met ruim € 200 mln. verlaagd.
Versnelling Huisvesting
De kasuitgaven voor de Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen zijn vertraagd,
omdat er bij de verschillende woningbouwprojecten nog geen sprake is van de start
van de bouwwerkzaamheden. Daarom worden de kasuitgaven in 2024 naar verwachting met
circa € 27 mln. verlaagd.
RVB (bijdrage aan agentschappen)
Door de vertraagde plaatsing van de door het RVB ingekochte flexwoningen worden de
uitgaven later gefactureerd dan geraamd. Daarom worden de uitgaven in 2024 met € 17,3
mln. verlaagd.
Ontvangsten
Door een vertraagde plaatsing van de door het RVB ingekochte flexwoningen wordt er
€ 54,3 mln. minder ontvangen dan eerder geprognosticeerd. Voorts wordt er op de regeling
Tegemoetkoming Herplaatsing Flexwoningen (financiële herplaatsingsgarantie) ca. € 10
mln. minder gerealiseerd. Daarmee wordt de ontvangstenraming op artikel 3 in totaal
met € 64,3 mln. verlaagd.
Artikel 11 – Centraal apparaat
Ontvangsten
In verband met het opnieuw inrichten van de projectadministratie bij de Rijksorganisatie
voor Informatiehuishouding (RvIHH) zijn niet alle facturen tijdig verstuurd. De ontvangstenraming
in 2024 wordt op artikelniveau daarom met € 15 mln. verlaagd. De niet ontvangen ontvangsten
schuiven door naar 2025.
Artikel 14 – Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité.
Op artikel 14 is er € 7,9 mln. beschikbaar voor 2024. Op 25 oktober 2024 is de voorhangprocedure
voor het voorgenomen besluit tot oprichting van de Stichting Herdenkingscomité Slavernijverleden
gestart. Pas na afronding van de voorhangprocedure kan de stichting worden opgericht
en kan het beschikbare budget worden aangesproken.
• Gemeentefonds (B)
Op artikelniveau is er naar verwachting geen sprake van overschrijdingen.
Op het uitgavenbudget voor de algemene uitkering gemeentefonds wordt naar verwachting
ca. € 133 miljoen minder uitgekeerd dan aan budget beschikbaar is. Deze onderschrijding
van het uitgavenbudget heeft twee oorzaken. Enerzijds zijn er in de tweede suppletoire
begroting enkele taakmutaties verwerkt, die niet meer in de betalingen van december
konden worden verwerkt. Anderzijds hanteert het Ministerie van BZK voor de verschillende
uitkeringsjaren een verdeelreserve, zolang de volumina van de verdeelmaatstaven van
het gemeentefonds nog niet definitief zijn. De ca. € 133 miljoen wordt via de zogenaamde
«wijziging betalingsverloop» meegenomen naar 2025, zodat de uitkeringen aan gemeenten
alsnog gerealiseerd kunnen worden.
• Provinciefonds (C)
Op artikelniveau is er naar verwachting geen sprake van overschrijdingen.
Mede namens de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Indieners
-
Indiener
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Medeindiener
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening