Brief regering : Informatieverzoek gedaan tijdens het Commissiedebat Mijnbouw van 11 december 2024
32 849 Mijnbouw
Nr. 256
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2024
Op 11 december 2024 heeft de Commissievergadering Mijnbouw plaatsgevonden. Tijdens
deze vergadering zijn enkele vragen gesteld en toezeggingen gedaan. In deze brief
ga ik in op het informatieverzoek van uw Kamer op de volgende terreinen:
• Tijdlijn Ternaard – adviezen van de wettelijke adviseurs SodM, TNO en Mijnraad.
• Tijdlijn Ternaard – vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb).
• Stand van zaken gaswinning uit het gasveld Warffum en het toepasselijke gedoogkader
van SodM.
Tijdlijn – adviezen van de adviseurs SodM, TNO en Mijnraad.
Op 31 januari 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, aan
de voormalig Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (verder: Staatssecretaris)
opgedragen de RCR-procedure af te ronden vóór 1 april 2024 op straffe van een dwangsom.
Op 5 maart 2024 heeft de voormalig Staatssecretaris aan de Tweede Kamer laten weten
dat hij, gelet op nieuwe zeespiegelstijgingsscenario’s – waardoor de ruimte voor bestaande
en nieuwe mijnbouwactiviteiten onder de Waddenzee wordt ingeperkt – niet aan de uitspraak
van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kon voldoen.
Verder heeft de Staatssecretaris aangegeven dat hij voornemens was om instemming met
het winningsplan te weigeren. Dit gelet op het advies van SodM van 29 februari 2024,
dat bij de brief van 5 maart 2024 aan de Kamer is toegezonden. In dezelfde brief is
aangegeven dat de NAM in de gelegenheid zou worden gesteld om aanvullende gegevens
aan te leveren alvorens een definitief besluit genomen zou kunnen worden (Kamerstuk
29 684, nrs. 262 en 272).
De NAM heeft op 12 maart 2024 de aanvullende gegevens aangeleverd over bodemdalingssnelheden
bij verschillende winningsscenario’s.1 Aan TNO, SodM en Mijnraad is vervolgens gevraagd om aanvullend advies hierover uit
te brengen. Deze drie adviezen zijn ontvangen op:
• 29 maart 2024, het aanvullend advies van TNO.
• 22 april 2024, het aanvullend advies van SodM.
• 3 mei 2024, het aanvullend advies van de Mijnraad.
Op 25 april 2024 heeft de Staatssecretaris het nieuwe Gebruiksruimtebesluit Waddenzee
vastgesteld. Dit besluit is met terugwerkende kracht tot 1 januari 2024 in werking
getreden (Kamerstukken 29 684/33 529, nr. 273) – (Stcrt. nr. 14455, 26 april 2024).
Op 16 augustus 2024 heeft SodM een aanvullende reflectie gegeven op de adviezen van
TNO en Mijnraad. TNO heeft na 29 maart nog tweemaal aanvullend advies uitgebracht
over de na-ijling inzake Ternaard en daarbij gereflecteerd op het advies van SodM
over de nieuw aangeleverde data vanuit de NAM. Deze adviezen zijn uitgebracht op 3 juli
2024 en 19 september 2024.
Deze adviezen zijn gedurende het besluitvormingsproces vertrouwelijk en worden zoals
door mij toegelicht in het debat van 11 december openbaar gemaakt zodra alle besluiten
in het kader van de rijkscoördinatieregeling-procedure definitief zijn genomen. Conform
mijn toezegging in het debat van 11 december, ben ik bereid deze adviezen vertrouwelijk
ter inzage te leggen, zodat de commissieleden van de inhoud van deze adviezen kennis
kunnen nemen.
Snel na mijn aantreden als Minister van Klimaat en Groene Groei, heb ik op 26 augustus
2024 de bewoners van Ternaard bezocht en daaropvolgend diverse bestuurders van de
provincie Fryslân, gemeente Noard-East Fryslân, het Wetterskip Fryslân en ook de Waddenvereniging
gesproken. Kort daarna, heb ik op 4 september gesproken met de NAM. Op 5 september
hebben SodM, de Mijnraad en TNO hun adviezen aan mij toegelicht. Op deze manier heb
ik een goed beeld kunnen krijgen van dit complexe vraagstuk.
Op verzoek van de Kamer, heeft op 13 november 2024 een technische briefing plaatsgevonden
door de inspecteur-generaal der mijnen. Centraal daarbij stond het advies van het
SodM over Ternaard van 29 februari 2024.
De dwangsom die de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft opgelegd
is op 31 augustus verbeurd en inmiddels aan de NAM uitbetaald. Op 10 oktober 2024
heeft de Afdeling bestuursrechtsspraak van de Raad van State mij opgelegd om uiterlijk
31 december 2024 een beslissing te nemen over de winning bij Ternaard, wederom op
straffe van een dwangsom2. Die uitspraak leg ik niet graag naast mij neer, zeker nu dit de tweede keer is dat
de Raad van State een deadline aan de besluitvorming heeft verbonden. Het politieke
en maatschappelijke draagvlak voor die winning ontbreekt zowel regionaal als landelijk
is mij gebleken in de vele gesprekken die ik heb gevoerd, maar het bestaande wettelijke
kader laat mij onvoldoende ruimte om – gegeven de beschikbare adviezen en informatie
– negatief te besluiten. Hierover is meermaals juridisch advies ingewonnen die dat
beeld bevestigen. Omdat ik recht wil doen aan de gevoelens die leven rondom deze mogelijke
winning van gas onder de Waddenzee, is er in de laatste weken op verschillende momenten
met de NAM en haar aandeelhouders gesproken. Om te bezien of er bij hen ruimte is
om af te zien van de voorgenomen winning bij Ternaard. Het kabinet wil het komende
half jaar in goed overleg proberen met de aandeelhouders van NAM tot een oplossing
te komen waarbij de NAM mogelijkerwijs zal afzien van de winning bij Ternaard en het
kabinet de principe-bereidheid heeft om de bredere onderhandelingen, met oog voor
het Groningendossier en de andere activiteiten van de NAM op land, met de aandeelhouders
van NAM te (her)openen. Dit zoals verwoord in mijn brief aan de Kamer van 6 december.
Tijdlijn – vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb).
De NAM heeft op 21 augustus 2020 een vergunning aangevraagd op grond van de Wet natuurbescherming
(Wnb). Als bevoegd gezag moest de toenmalige Minister voor Natuur en Stikstof) toetsen
of de vergunning kon worden verleend.
Aan de aanvraag voor een natuurvergunning van de NAM ligt een passende beoordeling
ten grondslag. Dit is een ecologische beoordeling van de effecten, rekening houdend
met de instandhoudingsdoelstellingen van de betrokken Natura 2000-gebieden. Uit deze
beoordeling en aanvullingen daarop en de onderliggende rapportages die door de NAM
zijn aangeleverd, blijkt dat met mitigerende maatregelen en voorschriften (waaronder
het Hand aan de kraan-principe) de zekerheid verkregen is dat de voorgenomen gaswinning
niet leidt tot significante gevolgen voor de betrokken Natura 2000-gebieden. Dit is
het toetsingskader wat gehanteerd moet worden bij vergunningverlening in het kader
van de Wet natuurbescherming en kent dus een duidelijk ecologisch perspectief.
Het ontwerpbesluit is op 27 augustus 2021 ter inzage gelegd. Op het ontwerpbesluit
is een groot aantal zienswijzen ingediend. Ook is er door de Tweede Kamer advies gevraagd
aan de Waddenacademie en de Rijksuniversiteit Groningen die zijn ingebracht als zienswijze.
Het advies van de Waddenacademie betreft vooral een juridisch advies inzake Natura
2000 en gaswinning onder de Waddenzee met betrekking tot de voorgenomen gaswinning
Ternaard. De Waddenacademie concludeert dat de ontwerpvergunning en de daaraan ten
grondslag liggende passende beoordeling onvoldoende overtuigend aantonen dat redelijke
wetenschappelijke twijfel over het ontstaan van nadelige gevolgen voor de natuurlijke
kenmerken en doelen van de Waddenzee ontbreekt.
In september 2023 heeft Unesco een State of Conservation-rapport uitgebracht over
de bescherming van de Waddenzee. Daarin heeft Unesco opgeroepen om de voorgenomen
gaswinning niet te vergunnen.
Vervolgens is de landsadvocaat om advies gevraagd over de betekenis van het Unesco-rapport
voor de vergunningverlening. Uit het advies van de landsadvocaat blijkt dat de bescherming
van het werelderfgoed niet valt binnen het toetsingskader van de Wnb en dat uitsluitend
moet worden beoordeeld of er sprake is van significante gevolgen van een project voor
de instandhoudingsdoelstellingen van de in de omgeving gelegen Natura 2000-gebieden.
Op 13 september 2023 heeft het Werelderfgoedcomité van Unesco in Riyad de Staat van
Bescherming (SoC) voor de Trilaterale Waddenzee vastgesteld. Voormalig Minister voor
Natuur en Stikstof heeft de Tweede Kamer op 7 februari 2024 geïnformeerd met daarin
een eerste reactie op deze Staat van Bescherming (SoC) van het Werelderfgoed Waddenzee.
Ook de voorgenomen gaswinning Ternaard wordt daarin specifiek genoemd, inclusief de
beoordelingsprincipes.3
Tijdens het commissiedebat Waddenzeebeleid van 13 maart 2024, in aanwezigheid van
de voormalig Minister van Infrastructuur en Waterstaat, en de toenmalig Minister voor
Natuur en Stikstof is kort stilgestaan bij de vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming
(Wnb). Zoals ik ook tijdens het Commissiedebat Mijnbouw d.d. 11 december 2024 heb
aangegeven, is hier geen inhoudelijke uitspraak gedaan over deze zogenaamde natuurvergunning.
Ik citeer: «ik heb mijn besluit genomen als het gaat om het deel Wet natuurbescherming
(Wnb). Dat is aangeboden aan de Staatssecretaris Mijnbouw, en het is aan hem om in
het kader van die RCR-procedure de Kamer verder te informeren», (voormalig Minister
voor Natuur en Stikstof).
Op 20 februari 2024 heeft de toenmalig Minister voor Natuur en Stikstof besloten de
natuurvergunning te verlenen. Het besluit is derhalve genomen, het treedt echter pas
in werking na publicatie ervan.
Op 29 maart 2024 is Unesco namens de voormalig Minister voor Natuur en Stikstof per
brief geïnformeerd over het (voorlopig) niet vergunnen van Ternaard. Dit is gebeurd
naar aanleiding van het uitstel van het besluit op het winningsplan als weergegeven
in de brief d.d. 5 maart 2024 van de voormalig Staatssecretaris Mijnbouw, zoals hierboven
genoemd.
Bij de besluitvorming is rekening gehouden met de ingediende zienswijzen, eerder uitgebrachte
adviezen en gewijzigde inzichten op basis van de rechtspraak. Ook de later volgende
adviezen van SodM van 29 februari, 22 april en 16 augustus 2024 zijn in ogenschouw
genomen. Deze gaven geen aanleiding om tot een ander besluit te komen op de Wnb-vergunningaanvraag
van de NAM toetsingskaders. De daarbij gehanteerde toetsingskaders zijn namelijk gericht
op de instandhoudingsdoelstellingen van de betreffende Natura 2000-gebieden.
Tot slot zijn in de Wnb-vergunning monitoringsverplichtingen opgenomen binnen het
Hand-aan-de-kraanbeleid waardoor gaswinning veilig en verantwoord zou kunnen plaatsvinden
en tijdig de gaswinning kan worden beperkt als de gebruiksruimte overschreden dreigt
te worden.
Alles overziend is er geen aanleiding om overwegingen opnieuw te doen in deze fase.
Als er, ondanks de inzet op afzien van winning, toch besloten zou worden om een positief
besluit te nemen op het winningsplan, dan staan er tegen dit besluit en het onderliggende
Wnb-besluit rechtsmiddelen open. In de beroepszaak die dan zal volgen, zal opnieuw
aannemelijk gemaakt moeten worden dat het besluit rechtmatig tot stand is gekomen.
Daar zal ook een juridisch oordeel door de rechter gegeven worden over de verleende
natuurvergunning en de gehanteerde ecologische passende beoordeling.
Stand van zaken gaswinning uit het gasveld Warffum
Het huidige winningsplan van NAM en de instemming daarmee voor gaswinning uit het
gasveld Warffum loopt op 31 december 2024 af. Om deze reden heeft NAM in 2022 instemming
voor een verlenging van het winningsplan aangevraagd. Hierover heb ik, op basis van
de adviezen van onder meer TNO en SodM, een positief ontwerpbesluit genomen. Dit besluit
ligt sinds 12 december 2024 tot en met 22 januari 2025 ter inzage. Dit betekent dat
eenieder een zienswijze kan indienen op het ontwerpbesluit. De ingediende zienswijzen
worden betrokken bij het opstellen van het definitieve besluit. Het ontwerpbesluit
en alle ontvangen adviezen zijn vanaf 12 december 2024 te vinden op www.mijnbouwvergunningen.nl/warffum. Een aankondiging hiervan heeft op 11 december 2024 in de Staatscourant gestaan.
Tegen het definitieve besluit kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State.
Mijnbouwondernemingen hebben een geldig winningsplan nodig om te mogen winnen. Dat
betekent dat NAM pas op het moment dat het besluit tot instemming met het winningsplan
definitief is, de gaswinning uit het gasveld Warffum kan voortzetten na aflopen van
het huidige winningsplan. SodM ziet hierop toe. SodM heeft in 2022 in een brief die
is gericht aan de mijnbouwondernemingen aangegeven hoe zij omgaat met verzoeken om
tijdelijk af te zien van handhaving. Deze brief staat op de website van SodM4 en heb ik als bijlage bij deze brief gevoegd. In deze brief geeft SodM aan dat zij
onder voorwaarden tijdelijk van handhaving af kan zien. Deze voorwaarden betreffen:
• Er is tijdig een actualisatie ingediend. Dit betekent dat uiterlijk 1,5 jaar voor
het aflopen van het winningsplan een actualisatie dient te zijn ingediend.
• Er is zicht op legalisatie. In dit geval: er is een ontwerpbesluit genomen waaruit
blijkt dat wordt ingestemd met de aanvraag. Daarnaast dient SodM een positief advies
te hebben gegeven over de aanvraag.
• Er is gerechtvaardigd vertrouwen in toezicht. Hierbij wordt een afweging gemaakt van
alle betrokken belangen.
Ik wil graag benadrukken dat het tijdelijk afzien van handhaving een afweging is die
SodM maakt, op verzoek van het betreffende mijnbouwbedrijf. Ik heb hier geen rol in.
Ik heb van SodM begrepen dat, mocht NAM een verzoek indienen, er op basis van bovengenoemde
voorwaarden, tijdelijk afgezien kan worden van handhaven. Mocht SodM niet afzien van
handhaving, dan zal NAM de productie stil moeten leggen in afwachting van een definitief
besluit op de aanvraag voor het verlengen van de winning. Overigens, dit tijdelijk
afzien van handhaving is geen definitief standpunt over de verhouding tussen de overtreding
en de belangen van derde(n). Indien een belanghebbende een verzoek doet om handhaving
zal SodM de zaak opnieuw beoordelen.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.