Brief regering : Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit van 31 januari 2017, houdende verlenging van de werkingsduur van de gedragsregels voor de overheid in de Mededingingswet (Stb. 2017, 34)
34 487 Evaluatie Wet markt en overheid
Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Ontvangen ter Griffie op 13 december 2024.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer
overgelegd tot en met 2 februari 2025
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder
worden gedaan dan op 3 februari 2025.
Bij deze termijn is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2024
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit van 31 januari
2017, houdende verlenging van de werkingsduur van de gedragsregels voor de overheid
in de Mededingingswet (Stb. 2017, 34). Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
(artikel IV, derde lid, van de Wet van 24 maart 2011 tot wijziging van de Mededingingswet
ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke
rechtspersoon of die hiermee zijn verbonden (aanpassing Mededingingswet ter invoering
van gedragsregels voor de overheid)) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te
spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad
van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging
van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State niet eerder dan vier
weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Op grond van aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn
in verband met het kerstreces van uw Kamer verlengd tot 3 februari 2025.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken