Brief regering : Reactie op verzoek commissie over een kabinetsreactie op het bericht 'Veel vrouwen in de abortuskliniek die geen anticonceptie gebruiken'
32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte
Nr. 262
BRIEF VAN DE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2024
Op 3 december 2024 publiceerde kennis- en expertisecentrum seksualiteit Rutgers zijn
onderzoek naar het gebruik van anticonceptie onder vrouwen die een abortuskliniek
bezoeken.1 Naar aanleiding van berichtgeving van de NOS2 (en vele andere media) verzocht u mij om een reactie te geven op de uitkomsten van
het onderzoek. Die reactie geef ik in deze brief. Op uw verzoek heb ik deze brief
verstuurd voorafgaand aan het tweeminutendebat medische preventie dat gepland staat
op 19 december 2024. Bij het commissiedebat medische ethiek op 15 januari 2025 staat
abortus ook op de convocatie en is er ruim gelegenheid om hierover met elkaar in gesprek
te gaan.
Voordat ik mijn inhoudelijke reactie geef wil ik Rutgers, de betrokken abortusklinieken
en het Nederlands Genootschap van Abortusartsen danken voor dit maatschappelijk zeer
relevante onderzoek, waarvoor 422 vrouwen een vragenlijst hebben ingevuld bij hun
bezoek aan een abortuskliniek.
Het onderzoek «Anticonceptiegebruik voorafgaand aan abortus»
Het onderzoek van Rutgers brengt in kaart of, en zo ja, welke methoden vrouwen die
bij een abortuskliniek komen met een onbedoelde zwangerschap gebruikten om zwangerschap
te voorkomen. Een van de belangrijkste bevindingen van het onderzoek is dat 41% van
de vrouwen geen methode gebruikt om een zwangerschap te voorkomen. De vrouwen die
wel anticonceptie gebruiken, gebruiken het vaakst het condoom (19%) of een vruchtbaredagenmethode3 (19%). De anticonceptiepil werd door 9% van de vrouwen gebruikt, en 13% van de vrouwen
slikte een morning-afterpil.
Ruim de helft van de vrouwen die de vruchtbaredagenmethode toepasten, gaf aan zwanger
te zijn geworden omdat ze haar vruchtbare dagen niet goed had ingeschat. De helft
van de vrouwen die geen anticonceptiemethode gebruikten, gaf aan niet over een kans
op zwangerschap nagedacht te hebben, of dacht dat er geen kans was.
Het onderzoeksrapport geeft ook inzicht in de redenen van vrouwen om geen anticonceptie
te gebruiken. De meest genoemde reden (44%) was dat vrouwen dachten dat de kans heel
klein was dat ze zwanger zouden worden. Een deel van de vrouwen dat geen methode gebruikte,
gaf als reden aan geen hormonen te willen gebruiken (42%). En er was ook een deel
van de vrouwen dat als reden aangaf te denken onvruchtbaar te zijn (13%). Nog eens
6% dacht dat haar sekspartner onvruchtbaar was. Rutgers concludeert op basis van deze
bevindingen dat het belangrijk is dat mensen goed geïnformeerd zijn over vruchtbaarheid
en zwangerschap, en ook over de werking en betrouwbaarheid van verschillende anticonceptiemethoden.
Versterken regie op kinderwens
Voor mij onderstrepen deze bevindingen het belang van het versterken van de regie
op kinderwens. Vanuit het kabinet werken we daar op verschillende manieren aan: in
het onderwijs, via zorg- en hulpverlening, en door het bieden van heldere voorlichting.
Zo worden scholen ondersteund in het aanbieden van relationele en seksuele vorming
voor jongeren en jongvolwassenen via het Stimuleringsprogramma Gezonde Relaties en
Seksualiteit. Het gebruik van anticonceptie is een van de onderwerpen waar scholen
die deelnemen aan deze regeling aandacht aan kunnen besteden. Om mensen in een kwetsbare
situatie te helpen met het nemen en houden van regie op een kinderwens, is er het
programma Nu Niet Zwanger. Er wordt ook veel hulp geboden aan vrouwen die een abortus
ondergaan in een abortuskliniek. Zo wordt in de abortusklinieken momenteel ervaring
opgedaan met het geven van aanvullende anticonceptieconsulten aan vrouwen in een kwetsbare
positie, vlak voor of na een abortusbehandeling. Ik heb bovendien de subsidie aan
abortusklinieken gecontinueerd waarmee zij een anticonceptiemiddel gratis kunnen geven
aan vrouwen in kwetsbare omstandigheden.
Relevant in het kader van het versterken van de regie op kinderwens is ook het aanvullende
onderzoek naar onbedoelde zwangerschappen (de AVOZ-studie), uitgevoerd in opdracht
van ZonMw.4 Het eerste deel van deze studie is in maart van dit jaar met uw Kamer gedeeld.5 De resultaten van de vervolgstudies worden na de zomer van 2025 aan uw Kamer aangeboden.
De studies zullen onder meer ingaan op:
– Factoren die bijdragen aan een onbedoelde zwangerschap. Anticonceptiegebruik is daar
een onderdeel van.
– De ervaringen van onbedoeld zwangeren en hun partners met de zorg en ondersteuning
bij een onbedoelde zwangerschap.
– Mogelijke verbeterpunten voor het beleid rond en de preventie van onbedoelde zwangerschappen
en de zorg en ondersteuning.
In het voorjaar van 2025 kom ik met een vervolg op de lopende Aanpak onbedoelde en
ongewenste zwangerschap. Ik blijf mij dus inzetten voor preventie en toegang tot toegankelijke
en betrouwbare informatie. Het is echter ook een feit dat onbedoelde zwangerschappen
zich zullen blijven voordoen, als onderdeel van het leven. Voor die vrouwen die onbedoeld
zwanger raken, (en hun eventuele partners) is er goede hulp en ondersteuning. Ik wil
benadrukken dat het voor mij geen doel op zich is om het aantal abortussen omlaag
te brengen. Uiteindelijk is het aan de vrouw zelf, in overleg met haar arts, om een
keuze te maken over haar zwangerschap.
Belang van goede, passende informatie
Het onderzoek van Rutgers laat zien dat er nog winst te behalen valt in het voorkómen
van een onbedoelde zwangerschap. Het goed gebruik van anticonceptiemethoden en een
goede inschatting van de kans op een zwangerschap is daarvoor nodig. Helaas wordt
er – zeker online – veel mis- en desinformatie verspreid over vruchtbaarheid, anticonceptie
en de vruchtbaredagenmethode. De vruchtbaredagenmethode wordt door artsen gezien als
een minder geschikte methode als je echt niet zwanger wilt worden, omdat niet alle
vrouwen een regelmatige cyclus hebben en omdat het risico op fouten in de toepassing
hoger is dan bij andere methoden.
Ik zal verkennen hoe de Rijksbrede strategie desinformatie van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties behulpzaam kan zijn bij het tegengaan van
medische mis- en desinformatie. Het aanpakken van desinformatie is echter niet gemakkelijk,
mede omdat het raakt aan de vrijheid van meningsuiting. Ik blijf daarom inzetten op
het bieden van goede en passende informatie aan mannen en vrouwen als onderdeel van
het versterken van de regie op kinderwens.
Meer betrokkenheid van mannen bij anticonceptiegebruik
Tot slot, het is mij niet ontgaan dat er in reactie op het onderzoek van Rutgers veel
aandacht is op sociale media voor de rol van de man bij het ontstaan van onbedoelde
zwangerschappen. Ik vind het van groot belang dat we vrouwen niet het gevoel geven
dat zij alleen de verantwoordelijkheid dragen om onbedoelde zwangerschap te voorkomen.
Mannen en vrouwen moeten zich samen kunnen beschermen. Het is immers ook in het belang
van jongens en mannen om goed geïnformeerd te zijn over anticonceptiemethoden. Niet
alleen ter voorkoming van onbedoelde zwangerschap maar ook ter voorkoming van soa’s.
Het is daarom goed dat jongens en meiden al vanaf jonge leeftijd leren praten over
bescherming voordat ze seks hebben.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport