Brief regering : Verzamelbrief opvang Oekraïne
19 637 Vreemdelingenbeleid
36 045
Situatie in Oekraïne
Nr. 3319
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2024
Inleiding
Sinds de inval van Rusland in Oekraïne in februari 2022 zijn miljoenen Oekraïners
gedwongen geweest te vluchten naar de Europese Unie, en ook naar Nederland. In dit
conflict zijn wij de regio en daarom blijven we opvang bieden aan de vele ontheemden
uit Oekraïne die een veilig heenkomen zoeken in ons land. Helaas duurt de oorlog voort
en de verwachting is dat dit op korte termijn niet zal veranderen. Ontheemden uit
Oekraïne zullen dus nog langere tijd in Nederland verblijven. Gemeenten, vele vrijwilligers
en betrokken departementen en overheidsorganisaties werken elke dag aan het mogelijk
maken van deze opvang. Dit zullen we de komende periode gezamenlijk blijven doen.
Deze inspanningen om ontheemden op een goede manier op te vangen worden zeer gewaardeerd.
Op 24 november jl. zijn er 123.030 ontheemden uit Oekraïne ingeschreven in de Basisregistratie
Personen (BRP) die op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) bescherming
krijgen.1 Daarnaast zijn er 46.770 ontheemden uit Oekraïne uitgeschreven uit de BRP. Op 22 november
jl. waren er 92.640 opvangplekken gerealiseerd waarvan 92.220 plekken bezet. Dit leidt
tot een bezettingsgraad van 99,5 procent in de noodopvang.2
In deze Verzamelbrief opvang Oekraïne informeer ik uw Kamer over het WODC-rapport
Tijdelijk thuis? De positie van Oekraïense vluchtelingen in Nederland, derdelanders met tijdelijk verblijf in Oekraïne, de wijziging van de Regeling opvang
ontheemden Oekraïne en het uitkeren van meerkosten die gemeenten maken voor zorg aan
ontheemden uit Oekraïne.
Met deze brief wordt het WODC rapport als bijlage meegestuurd.
Ik stuur als coördinerend bewindspersoon voor de aanpak van de opvang van ontheemden
uit Oekraïne deze brief mede namens de Staatssecretaris Participatie en Integratie.
WODC-rapport Tijdelijk thuis? De positie van Oekraïense vluchtelingen in Nederland
Op 28 november heeft het WODC het rapport Tijdelijk thuis? De positie van Oekraïense vluchtelingen in Nederland gepubliceerd. Het rapport is onderdeel van het Longitudinaal Onderzoek Cohort Oekraïense
Vluchtelingen (LOCOV) waarover uw Kamer eerder is geïnformeerd.3 Dit onderzoek is de eerste uitgebreide beschrijvende studie op basis van de surveyresultaten
onder ca. 6.000 ontheemden uit Oekraïne. Het rapport biedt inzicht in de positie van
ontheemden uit Oekraïne op het gebied van wonen, arbeid, gezondheid, sociale contacten,
taal, discriminatie en institutioneel vertrouwen. Daarnaast biedt het rapport inzicht
in de vluchtgeschiedenis en verblijfsintenties van ontheemden uit Oekraïne. Juist
omdat de positie van ontheemden vanuit een breed scala aan invalshoeken wordt bezien,
biedt het rapport een breed perspectief op de positie van ontheemden in Nederland.
Het rapport laat zien dat ontheemden relatief snel zijn gaan deelnemen in de Nederlandse
maatschappij door aan het werk te gaan en dat de mate van arbeidsmarktparticipatie
hoog is. Een meerderheid van de ontheemden werkt met een baan voltijd (> 35 uur per
week). Tegelijkertijd laten de resultaten zien dat de positie van ontheemden op de
arbeidsmarkt nog altijd kwetsbaar is. Ondanks de hoge arbeidsparticipatie werken ontheemden
vaak in tijdelijke contracten en zijn ontheemden vaak overgekwalificeerd voor het
werk dat zij verrichten. Naast moeilijkheden bij het vinden van passende banen ervaren
veel ontheemden uit Oekraïne hun Nederlandse taalbeheersing als beperkt en is er een
wens om meer contact te krijgen met Nederlanders.
Het rapport laat daarmee zien dat de inzet van het kabinet op zowel participatie als
zelfredzaamheid voor deze groep in de Nederlandse samenleving belangrijk blijft. Op
het gebied van de arbeidsmarkt en de stap naar passend en duurzaam werk ligt de nadruk
van deze inzet met name op verbeterde informatievoorziening, aanvullende mogelijkheden
voor het werken binnen gereglementeerde beroepen en het faciliteren van betere matching
tussen werkgevers en werkzoekende ontheemden uit Oekraïne4. Hierbij is ook aandacht voor taalverwerving, zowel via gemeenten als via werkgevers.
Ontheemden uit Oekraïne geven tevens aan discriminatie op het werk te ervaren. Het
is staand beleid dat het kabinet zich inzet tegen alle vormen van discriminatie en
spoort ontheemden ingeval van mogelijke discriminatie aan melding te maken bij de
werkgever, een regionaal antidiscriminatiebureau of de politie (Gelijke behandeling op het werk | Rijksoverheid.nl). Om eerlijk, gezond en veilig werk te garanderen, is het ook van belang dat ontheemden
uit Oekraïne bij overtredingen van de arbeidswetten, signalen van arbeidsmisstanden
en mogelijke arbeidsuitbuiting een melding maken bij de Arbeidsinspectie. Als kabinet
informeren we ontheemden uit Oekraïne actief over hun rechten en plichten op de arbeidsmarkt.
Maatschappelijke partners, zoals Vluchtelingenwerk Nederland (Refugeehelp) en Fairwork,
dragen eveneens actief informatie aan voor deze groep.
De meerderheid van de ontheemden verblijft in gemeentelijke opvanglocaties en staat
neutraal of positief tegenover de huidige woonplek, dit ondanks de wens om naar een
eigen woonruimte te verhuizen. De opvang van ontheemden op basis van de RTB is nog
steeds tijdelijk van aard en het realiseren van voldoende opvangplekken blijft een
forse opgave. Zoals het rapport signaleert blijft een groot deel van de ontheemden
opgevangen worden in gemeentelijke opvanglocaties en het Rijk zet zich in om deze
locaties langdurig beschikbaar te laten zijn. Uw Kamer is hierover geïnformeerd per
brief van 8 november jl.5
De resultaten uit het onderzoek laten zien dat ontheemden gemiddeld een minder goede
gezondheid ervaren, specifiek kampen relatief veel ontheemden met psychische klachten
en kunnen zij (veel) stress-gevoelens ervaren. Het geschetste beeld laat de kwetsbare
positie van ontheemden zien en benadrukt het belang van (laagdrempelige) psychische
hulp. Daarbij is ook het wegnemen van barrières die ontheemden ervaren, zoals stigma´s
op psychosociale klachten en hulp daarbij, taalbarrières, maar ook onbekendheid met
het Nederlandse zorgsysteem, belangrijk. De inzet van Oekraïense psychologen en ook
laagdrempelige psychosociale ondersteuning op gemeentelijke opvanglocaties kan hierbij
helpen. Bij het Loket Oekraïense ontheemden PSH (LOOP) kunnen gemeenten terecht voor
hulp bij het vinden van een passend en beschikbaar aanbod. Daarnaast hebben zorgverleners
de mogelijkheid om tolken in te zetten. Dit is eveneens staand beleid vanuit het perspectief
van volksgezondheid.
Als het gaat om intenties voor verblijf en terugkeer wordt opgemerkt dat 72% van de
ontheemden van plan is om ten minste de komende 24 maanden in Nederland te blijven6, waarbij een deel van deze groep aangeeft terug te willen keren naar Oekraïne op
het moment dat het daar weer veilig is (22%), een deel twijfelt (48%) en een deel
wil niet terugkeren (30%). Het rapport laat zien dat er nauwelijks verschillen zijn
tussen de intenties van ontheemden uit verschillende herkomstregio’s en of deze momenteel
door Rusland bezet zijn. Op dit moment verblijven ontheemden op grond van de Europese
Richtlijn Tijdelijke Bescherming in Nederland; deze is eind juni verlengd tot en met
4 maart 20267. Nu het conflict voortduurt, de verwachting is dat het voorlopig nog niet ophoudt
en gelet op bovenstaande intenties, is het zaak om tot een aantal strategische beleidskeuzes
te komen over de toekomst van ontheemden in de Europese Unie en Nederland.8 In Europees verband inventariseert de Europese Commissie momenteel de mogelijkheden
hiervoor. Nederland zet hierbij in op een geharmoniseerde Europese aanpak ten aanzien
van terugkeer en verblijf na afloop van de RTB en steunt dan ook deze inventarisatie.
Ondanks deze inzet dient er rekening gehouden te worden met een scenario waarbij de
tijdelijke bescherming na 4 maart 2026 in EU-verband niet wordt verlengd of de beslissing
voor een andere EU-gecoördineerde oplossing langer uitblijft. Hiervoor wordt een nationale
terugvaloptie uitgewerkt. Het uitgangspunt is dat we inzetten op het maximaal ondersteunen
van duurzame terugkeer naar Oekraïne zodra dit kan, met ook aandacht voor de wederopbouw
van Oekraïne.
Vervolg
De volgende publicatie binnen het LOCOV is naar verwachting een verdiepende studie
die in het tweede kwartaal van 2025 verschijnt.
Derdelanders met tijdelijk verblijf in Oekraïne
Op 25 april jl. is uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen van de prejudiciële vragen
die door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) en de
rechtbank Amsterdam zijn gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU)
(Kamerstuk 36 394, nr. 24). Deze prejudiciële vragen gaan over het moment van het eindigen van de tijdelijke
bescherming van derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne en
over het moment van het versturen van de terugkeerbesluiten. De vragen zijn gesteld
nadat de IND terugkeerbesluiten had genomen in aanloop naar het van rechtswege eindigen
van de tijdelijke bescherming van deze groep derdelanders op 4 maart 2024. Op 3 september
jl. heeft de zitting bij het HvJEU plaatsgevonden. Op 19 december 2024 zal het HvJEU
uitspraak doen.
Na de uitspraak van het HvJEU, dient de uitspraak te worden geduid. Naar verwachting
is er (ten minste) één week duidingstijd nodig waarin wordt bezien wat de uitspraak
exact betekent voor deze groep en welke vervolgstappen nodig zijn. Hierbij moet er
rekening worden gehouden met dat de Afdeling en de rechtbank Amsterdam ook nog uitspraak
moeten doen in de individuele zaken waarin zij de prejudiciële vragen hebben gesteld.
Het HvJEU beantwoordt immers enkel de voorliggende rechtsvragen, maar welke gevolgen
deze beantwoording heeft voor het door de IND genomen terugkeerbesluit, in deze zaken,
ligt voor bij de Afdeling en de rechtbank Amsterdam.
Gedurende de duidingstijd wordt, naast de vervolgstappen, bekeken hoeveel tijd er
waarschijnlijk nodig is om uitvoering van de uitspraak voor te bereiden. Uw Kamer
zal hierover te zijner tijd nader worden geïnformeerd. De gevolgen van de beëindiging
van de tijdelijke bescherming blijven in ieder geval bevroren gedurende de duidingstijd
en de voorbereidingsperiode.
Wijziging Regeling opvang ontheemden Oekraïne
Op 27 juni jl. is de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (TWOO) in werking getreden.
De Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO) moet met deze wet in overeenstemming
worden gebracht. Daarom wordt in de RooO artikel 7 van de TWOO verwerkt. Artikel 7
van de TWOO voorziet erin dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV)
aan het college van B&W gegevens verstrekt over werk en inkomen. In de RooO wordt
geëxpliciteerd dat deze gegevensdeling kan worden gebruikt bij het in rekening brengen
van de eigen bijdrage en het verplicht intrekken van leefgeld bij inkomsten. Het betreft
gegevens over het inkomen van ontheemden en aanverwante gegevens zoals de werkgever
en de positie van de ontheemde als oproep- of uitzendkracht. De meldplicht van ontheemden
omtrent inkomsten die reeds in de huidige situatie geldt, wordt gehandhaafd. Voor
de uitvoering van de gewenste gegevensdeling tussen het UWV en gemeenten is een aanvullende
wettelijke grondslag nodig in de TWOO. Deze aanvullende wettelijke grondslag is op
22 oktober jl. bij uw Kamer ingediend en is onderdeel van een verzamelwet. In het
geval dat deze aanvullende grondslag niet voor 1 januari 2025 in werking zal treden,
is om gemeentes alvast te ondersteunen9, door het UWV per medio november een Suwinet Inkijk uitbreiding gepubliceerd, die
specifiek is bedoeld voor de uitvoering van de RooO. Tevens is vanaf 1 december een
gegevensdienst via de Stichting Inlichtingenbureau voorzien. Zodra de aanvullende
grondslag in de TWOO gerealiseerd is, zal deze gegevensdienst hierop uitgebreid worden.
Ook worden met deze wijziging per 1 januari 202510 de bedragen voor het eetgeld en de wooncomponent voor ontheemden uit Oekraïne geïndexeerd.
Het normbedrag eetgeld wordt naar boven bijgesteld. Dit volgt uit berekeningen van
het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Het COA volgt deze berekeningen
en legt deze vast in het Subsidiebesluit. Voor ontheemden uit Oekraïne in Nederland
worden verstrekkingen zoveel mogelijk gelijk getrokken en moet deze indexatie nog
plaatsvinden. De wooncomponent betreft een vaste extra toelage voor ontheemden in
de particuliere opvangvoorziening. De som van de gedaalde kosten voor nutsvoorzieningen
en de bekostiging van recreatieve en educatieve activiteiten die iets gestegen is,
maakt dat de wooncomponent naar beneden wordt bijgesteld. De gemeenten zijn gevraagd
om de geïndexeerde bedragen door te voeren in de systemen.
Per 1 juli jl. geldt een eigen bijdrage voor catering indien sprake is van voldoende
inkomsten. De hoogte van deze eigen bijdrage voor catering is gekoppeld aan de hoogte
van het eetgeld. Omdat het eetgeld geïndexeerd wordt, wordt de hoogte voor catering
dat ook. Bij deze indexering is opnieuw gekeken naar het systeem en wordt deze versimpeld.
Afhankelijk van de gezinsgrootte bedraagt de eigen bijdrage voor catering in de huidige
situatie nog wat een meerderjarige ontheemde zonder inkomsten aan eetgeld zou hebben
ontvangen op locaties zonder catering. Naarmate het gezin groter is, wordt het bedrag
dat wordt uitgekeerd voor elk gezinslid kleiner. Dit wordt ook wel de staffel genoemd.
Dit heeft tot gevolg dat er verschil in eigen bijdrage tussen ontheemden met en zonder
kinderen ontstaat op diezelfde locaties. Dit wordt als onwenselijk gezien en geeft
extra uitvoeringslasten. Daarom wordt de staffel afgeschaft. Per 1 januari 2025 betaalt
elke meerderjarige ontheemde die een financiële toelage voor catering moet betalen
hetzelfde bedrag, ongeacht de gezinssamenstelling11.
Uitkering meerkosten 2024 gemeentelijke zorg ontheemden uit Oekraïne
Net als in 2022 en 2023 ontvangen gemeenten voor 2024 compensatie voor de extra kosten
die zij maken voor zorg aan ontheemden uit Oekraïne in het kader van de Jeugdwet,
de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Wet Publieke Gezondheid. Het totale bedrag
aan compensatie bedraagt ca. 29,7 mln. (gemiddelde van € 265,15 per ontheemde), de
verdeling wordt gepubliceerd in de decembercirculaire over het Gemeentefonds. Dit
bedrag is hoger dan in 2023 (20,2 mln.), aangezien de gemiddelde werkelijke kosten
van gemeentelijke zorg hoger zijn dan vooraf ingeschat. Deze compensatieregeling wordt
op grond van een bestuurlijke afspraak tussen Rijk en gemeenten uit 2022 vormgegeven
als decentralisatie-uitkering.
VWS heeft, net als in 2023, de uitgaven aan ontheemdenzorg door gemeenten laten onderzoeken.12 Uit dit onderzoek komt een hoger besteed bedrag aan gemeentelijke zorg per ontheemde
naar voren dan het normbedrag uit 2023. Deze ontwikkeling is verwacht. Gemeenten hebben
vorig jaar aan onderzoekers aangegeven dat zij verwachten dat de uitgaven stijgen
bij langer verblijf van ontheemden, omdat bepaalde hulpvragen pas na verloop van tijd
ontstaan of omdat ontheemden op wachtlijsten staan als gevolg van schaarste. Dit is
ook gebleken uit het onderzoek. Vooral voor Wmo-voorzieningen en Jeugdwet-maatwerkvoorzieningen
geeft een deel van de gemeenten relatief hoge uitgaven op. Dit ging vaak om gemeenten
die opvang bieden aan specifieke doelgroepen met een relatief hoge zorgbehoefte en
om gemeenten die te maken kregen met complexe casussen.
Conclusie
Tot slot benoem ik dat ik uw Kamer, samen met mijn collega’s, periodiek blijf informeren
over de ontwikkelingen op dit onderwerp evenals de aangrenzende werkvelden, zowel
op nationaal, Europees als internationaal niveau.
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie