Brief regering : Publicatie en openstelling Regeling provinciale gebiedsgerichte beëindiging veehouderijlocaties (Rpgb)
30 252 Toekomstvisie agrarische sector
Nr. 177
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 november 2024
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de totstandkoming van de Regeling provinciale
gebiedsgerichte beëindiging veehouderijlocaties (Rpgb, ook wel aangeduid als Maatregel
Gebiedsgerichte Beëindiging, MGB). Met gebruik van deze regeling kunnen provincies
subsidies gaan verstrekkken voor beëindiging van veehouderijlocaties waar dat van
belang is voor de realisatie van de doelen voor water, natuur en klimaat.
Kernelementen Rpgb
De Rpgb voorziet in een specifieke uitkering aan provincies waarmee zij eigen provinciale
subsidieregelingen kunnen openstellen voor het op vrijwillige basis geheel of gedeeltelijk
laten beëindigen van veehouderijlocaties. Naast het financieel ondersteunen van ondernemers
die helemaal willen stoppen, biedt de regeling ook perspectief aan ondernemers die
willen blijven en hun bedrijfsvoering willen extensiveren. Bijvoorbeeld door hun veestapel
voor een diersoort permanent te verkleinen of door geheel te stoppen met een diersoort
en de activiteiten met een andere, reeds aanwezige diersoort voort te zetten.
Met de Rpgb ondersteun ik de uitvoeringsgerichte en gebiedspecifieke aanpak, gericht
op realisatie van water-, natuur- en klimaatopgaven in veenweidegebieden, beekdalen,
zandgronden en rond Natura 2000-gebieden. Provincies hebben nadrukkelijk gevraagd om snelle publicatie en openstelling
ter ondersteuning van hun provinciale aanpak. Met gebruik van de Rpgb kunnen provincies
voor deze gebieden eigen provinciale subsidieregelingen openstellen, waarbij een provincie
het voor de eigen provincie relevante gebied desgewenst nader kan begrenzen.
Kernelementen van de regeling zijn:
• Veehouderijlocaties die in de bedoelde gebieden zijn gelegen, komen voor deelname
in aanmerking wanneer zij een ammoniakemissiereductie realiseren boven een landelijke
in de regeling opgenomen drempelwaarde (250 kg NH3/jaar voor melkvee- en rundveebedrijven en 750 kg NH3 per jaar voor overige veehouderijen). Met de keuze van deze drempelwaarden zoek ik
de balans tussen enerzijds het maximaal ondersteunen van provinciale gebiedsprocessen
en anderzijds een zo doelmatig mogelijke inzet van overheidsmiddelen. Aanvullend op
reeds bestaande inzichten opgedaan in het kader van de Landelijke beëindigingsregeling
veehouderijlocaties (Lbv) over de aanwezigheid van veehouderijlocaties rond stikstofgevoelige
natuurgebieden heeft het RIVM inzichtelijk gemaakt welke veehouderijlocaties in beekdalen,
op zandgronden en in veen- en moerige gronden bij deze drempelwaarden potentieel in
aanmerking komen voor deelname1. Belangrijk is te beseffen dat het daadwerkelijk aantal bedrijven dat in aanmerking
komt voor deelname afhangt van de eventuele nadere begrenzing van gebieden door provincies.
• Met de Rpgb wordt € 140 miljoen aan provincies beschikbaar gesteld: circa € 110 miljoen
begin 2025 en circa € 30 miljoen binnen 18 maanden na inwerkingtreding van de Rpgb
en na een tussentijdse evaluatie en op basis van een dan nader te bepalen verdeelsleutel.
Provincies kunnen daarnaast aanvullende middelen inzetten, bijvoorbeeld uit andere
specifieke uitkeringen, zoals versnellingsmiddelen2 of koplopermaatregelenpakketten3. In totaal kan tot maximaal € 700 miljoen worden ingezet, het bedrag waarvoor de
Rpgb bij de Europese Commissie is genotificeerd en waarop het goedkeuringsbesluit
van de Commissie betrekking heeft. De interbestuurlijke Stuurgroep MGB, onder wiens
regie de Rpgb tot stand is gebracht, bewaakt dat dit budgetplafond niet wordt overschreden.
• De Rpgb maakt 100% marktconforme subsidieverstrekking mogelijk voor de te sluiten
productiecapaciteit op basis van bedrijfsspecifieke taxaties, waarmee maatwerk op
bedrijfsniveau kan worden geleverd. Daarnaast kunnen ook bijdragen worden verstrekt
voor het doorhalen van productierechten, voor het slopen en afvoeren van de productiecapaciteit
en voor de kosten van planologische procedures en adviesdiensten.
Ik zal u op korte termijn nader informeren over de contouren van mijn aanpak in het
landelijk gebied. Hierbinnen zal er een grotere rol zijn voor boeren, waarbij innovatie
en agrarisch natuurbeheer een belangrijke rol speelt.
Met deze regeling kunnen ondernemers die vrijwillig willen stoppen, worden ondersteund.
Beëindiging leidt bovendien tot emissievermindering, sloop van stallen en doorhalen
van productierecht en het beschikbaar komen van landbouwgrond bij stoppende veehouders.
In het kader van het gebiedsproces poogt de provincie afspraken met de grondeigenaar
te maken om deze grond, vaak via een proces van vrijwillige kavelruil, in te kunnen
zetten om gebiedsopgaven te realiseren én de structuur – met name huiskavels – van
bedrijven in het gebied te versterken. Daarmee kunnen blijvende ondernemers efficiënter
boeren en meer beweiden, waarmee hen meer toekomstperspectief wordt geboden.
Aanvulling op bestaand generiek beleid
De Rpgb richt zich met de emissiegerichte drempelwaarden voor stikstof op het verminderen
van de ammoniakemissie en het verlagen van de stikstofdeken en is daarmee een onderdeel
van de structurele aanpak stikstof. De mogelijkheden die met de Rpgb worden geboden,
hebben geen betrekking op veehouderijlocaties met een grote stikstofdepositie op stikstofgevoelige
natuur maar op veehouderijlocaties in gebieden met urgente gebiedsopgaven, te weten
de veenweidegebieden, beekdalen, zandgronden en rond Natura 2000-gebied waar bijvoorbeeld
ook hydrologische opgaven kunnen spelen. Ook de mogelijkheid om subsidie te verstrekken
voor gedeeltelijk sluiten van productiecapaciteit is aanvullend op het huidige instrumentarium.
Gedeeltelijk sluiten kan ondernemers helpen om permanent over te stappen naar een
meer extensieve bedrijfsvoering die past bij de milieu- en natuuropgaven in het gebied.
Ook de brede openstelling voor alle veehouderijsectoren, de lange looptijd (voor het
verlenen van subsidies geldt een termijn van drie jaar) en vergoedingen op basis van
bedrijfsspecifieke taxaties, zijn aanvullingen op de mogelijkheden die met de huidige
beëindigingsregelingen worden geboden en geeft gehoor aan de behoeftes in het landelijk
gebied en bij provincies.
Prioritering doelen in de SSRS-bank
Gerealiseerde stikstofdepositie die niet nodig is voor natuur kan worden ingezet voor
economische en maatschappelijke activiteiten. Voorzien is dat voor de prioritering
van de stikstofdepositie die als gevolg van de Rpgb kan worden opgenomen in AERIUS
Register dezelfde toedeling wordt gehanteerd als voor eerdere beëindigingsmaatregelen.
Dat houdt in dat de volgorde van de verdeling van de ruimte als volgt is: PAS-melders,
woningbouw en als derde veiligheid en renovatieprojecten voor rijkswegen.
Borging staatssteungoedkeuring
Op 14 augustus jl. heeft de Europese Commissie goedkeuring gegeven aan de Rpgb met
betrekking tot staatssteun voor een totaal bedrag van € 700 miljoen In overeenstemming
hiermee informeer ik provincies over de mogelijkheid om subsidies te verstrekken voor
gebiedsgerichte beëindiging met de inzet van andere middelen dan de specifieke uitkering
op grond van de Rpgb. De provincies wordt duidelijk gemaakt dat dan onder twee voorwaarden
sprake is van geoorloofde staatssteun, gelet op het goedkeuringsbesluit van de Europese
Commissie. Ten eerste dienen bij de inzet van die middelen de randvoorwaarden van
de Rpgb te worden toegepast en ten tweede dient te worden gehandeld conform de interbestuurlijke
afspraken die met provincies worden gemaakt over de verdeling en bewaking van de extra
budgettaire ruimte.
Afdoening moties en toezeggingen
Met de 100% marktconforme vergoedingen op basis van bedrijfsspecifieke taxaties kan
maatwerk worden geleverd en wordt tegemoet gekomen aan de motie Grinwis c.s. (Kamerstuk
36 410 XIV, nr. 61) die oproept om de MGB relatief aantrekkelijk te maken voor verouderde agrarische
bedrijven, in vergelijking met de Lbv-plus en Lbv. Met de publicatie van de Rpgb,
te samen met de op 2 september jl. gepubliceerde Landelijke verplaatsingsregeling
veehouderijen met piekbelasting (Lvvp) en de openstelling van de Subsidieregeling
voor investeringen in verduurzaming voor veehouderijlocaties met piekbelasting (Sbv),
beschouw ik ook de eerdere ingediende moties van De Groot en Otterloo (Kamerstuk 35 600, nr. 45) en Boswijk cs (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 104) als te zijn afgedaan.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Indieners
-
Indiener
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur