Brief regering : Stand van zaken brief ten behoeve van commissiedebat CBR 28 november
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 1135
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2024
Inleiding
In 2020 en 2021 was het CBR bijna 5 maanden gesloten wegens de COVID-19 maatregelen
                  die toentertijd van kracht waren. Halverwege 2021 leidde dit tot een achterstand van
                  bijna 800.000 examens waarvan 12.000 rijtesten, 456.400 theorie- en 305.300 praktijkexamens.
                  In de meest recente kwartaalrapportage over de examenafname meldt het CBR de laatste
                  resultaten van de inhaalslag. Bij de rijtesten is de inhaalslag in september 2021
                  al afgerond. Voor wat betreft de theorie-examens bereikte het CBR eind 2022 het moment
                  waarop deze weer volledig binnen de «key performance indicator» (kpi) van 4 weken
                  konden worden gereserveerd. Gegeven het 1-op-1 karakter van de praktijkexamens is
                  het inhalen daarvan het meest hardnekkig (max. 10 examens per werkdag per examinator).
                  De gemiddelde reserveringstermijn bereikte op het hoogtepunt 22 weken en is inmiddels
                  teruggebracht naar gemiddeld 8 weken (stand eind oktober 2024).
               
In deze brief worden de resultaten die het CBR presenteert in haar laatste kwartaalrapportage
                  over de examenafname met uw kamer gedeeld. Tevens wordt u geïnformeerd over de ontwikkelingen
                  ten aanzien van de rijbewijsomwisseling van expats buiten de EU (motie Heutink en
                  Vedder (Kamerstuk 29 398, nr. 1128) en de proef met betrekking tot betekenen van ongeldige rijbewijzen door het CBR.
                  Ook volgt er een reactie op de motie El Abassi inzake de kosten van het behalen van
                  het rijbewijs (Kamerstuk 29 398, nr. 1118).
               
Reserveringstermijnen praktijkexamens voor de auto
Met de brief van 23 oktober jongstleden1 over de reactie van de Koepel Rijopleiding en Verkeerseducatie (KRV) op de petitie
                  van Klankbordgroep Rij-instructie van 16 augustus 2024, is uw kamer geïnformeerd over
                  de reserveringstermijnen bij het CBR. Zoals reeds vermeld zijn de reserveringstermijnen
                  voor de praktijkexamens voor de auto (Rijbewijs B) vanwege de coronalockdowns opgelopen.
                  Als gevolg van de lockdowns konden vanaf 2020 ruim 300.000 praktijkexamenmomenten
                  niet doorgaan. Vanaf het moment dat de praktijkexamens weer waren toegestaan, levert
                  het CBR een forse inspanning om de reserveringstermijnen terug te brengen op het niveau
                  van de afgesproken kpi van 7 weken. De gemiddelde reserveringstermijnen zijn inmiddels
                  ook substantieel gedaald en op veel examenlocaties op of onder de kpi van 7 weken.
                  Echter, de verschillen tussen locaties zijn groot en met name in de randstad zijn
                  de reserveringstermijnen nog niet op het gewenste niveau. Landelijk variëren de reserveringstermijnen
                  van 1 tot 22 weken.
               
Het wegwerken van de achterstand vergt een lange adem en gaat stap voor stap. Het
                  werven en opleiden van nieuwe examinatoren is daarbij het belangrijkste instrument
                  om de capaciteit van examenplekken uit te breiden. De krappe arbeidsmarkt speelt het
                  CBR daarbij parten. Hierdoor is sprake van een grote uitdaging voor het CBR om nieuwe
                  examinatoren te werven en zittende examinatoren vast te houden. Ook in andere sectoren
                  is sprake van forse uitdagingen vanwege een krappe arbeidsmarkt.
               
Het CBR zet sinds 2021 volop in op het werven en opleiden van nieuwe examinatoren.
                  Inmiddels zijn 180 nieuwe examinatoren geworven, opgeleid en aan het werk. Het CBR
                  blijft daarmee onverkort doorgaan. Een klas met 25 examinatoren in opleiding is op
                  1 september 2024 gestart en in oktober 2024 is een klas met 21 examinatoren in opleiding
                  gestart. Voor volgend jaar zijn 4 opleidingsklassen ingepland met in totaal 84 examinatoren
                  in opleiding. Daarnaast wordt overgewerkt en aan gepensioneerde examinatoren wordt
                  gevraagd om langer door te werken. Naast het reguliere overwerk worden in het najaar,
                  net zoals dit voorjaar, een aantal «Super Saturdays» georganiseerd. Op vrijwel alle
                  examenlocaties worden dan op zaterdag examens afgenomen. Hier mogen alleen leerlingen
                  van rijscholen aan meedoen met een gemiddeld slagingspercentage van 40% of hoger.
               
Een ander belangrijk instrument om de reserveringstermijnen te dempen is een stijging
                  van de slagingspercentages. Een stijging van het percentage met 1% komt overeen met
                  afname van 8.000 praktijkexamens op jaarbasis en betekent een kleine week demping
                  van de reserveringstermijnen. Ondanks het verzoek van het CBR aan de branche om leerlingen
                  pas op examen te laten komen als zij ook echt examengereed zijn, ziet het CBR nauwelijks
                  een stijging van het slagingspercentage. Voor de COVID-19-lockdowns bedroeg dit percentage
                  50,4%, eind september van dit jaar was dit 50,8%. Van de circa 6.500 rijscholen in
                  Nederland die B-examens bij het CBR reserveren hebben er bijna 1.200 een slagingspercentage
                  onder 30%. Daarnaast worden er jaarlijks zo’n 2.500 examens afgebroken omdat de leerling
                  niet beschikt over de basisvaardigheden om een auto te besturen en daarmee zichzelf,
                  de examinator en het overige verkeer in gevaar brengt. Tot slot vinden jaarlijks gemiddeld
                  circa 18.000 examens geen doorgang omdat de leerling niet komt opdagen, geen geldig
                  identiteitsbewijs kan tonen of er mankementen zijn aan de auto.
               
Kwartaalrapportage «corona-inhaalslag examens»
In aanvulling op het bovenstaande biedt het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
                  (IenW) hierbij de CBR kwartaalrapportage «corona-inhaalslag examens» derde kwartaal 2024 van 16 oktober 2024 aan, zoals toegezegd met de
                  Kamerbrief van 23 maart 20212 (bijlage 1). Tevens is de aanbiedingsbrief van het CBR van 16 oktober 2024 (bijlage
                  2) bijgevoegd.
               
Prognose CBR reserveringstermijnen
De huidige reserveringstermijnen zijn vrijwel conform de prognose die eerder dit jaar
                  door het CBR is opgesteld. Deze prognose stelt dat de gemiddelde reserveringstermijnen
                  rond de kpi van 7 weken liggen aan het einde van 2024. De vraag naar examens blijft
                  hoog. De verwachting is dat de gemiddelde reserveringstermijnen in de laatste maanden
                  van dit jaar verder zullen dalen richting de reguliere niveaus, dat wil zeggen rond
                  kpi. Alles overziend zien het CBR en het ministerie geen aanleiding om één van de
                  tijdelijke noodmaatregelen in te zetten. De ontwikkelingen van de reserveringstermijnen
                  worden continu gemonitord. Zoals afgesproken ontvangt u hierover eens per kwartaal
                  een rapportage. De volgende rapportage ontvangt u begin 2025.
               
Omwisseling van rijbewijzen door expats van buiten de EU
De motie Heutink en Vedder3 die is aangenomen bij het tweeminutendebat verkeersveiligheid van 11 september 2024
                  verzoekt de regering om te onderzoeken uit welke landen de expats komen die op basis
                  van de 30%-regeling een Nederlands rijbewijs krijgen, of deze landen daar geschikt
                  voor zijn en of de kennis om aan het verkeer deel te nemen voldoende aanwezig is.
                  Naar aanleiding van deze motie analyseert de RDW op dit moment de achtergrond van
                  de forse toename in de aantallen omwisselingen op grond van deze regeling die de afgelopen
                  jaren is waargenomen. De verkeersveiligheidsaspecten van deze regeling zijn eerder
                  onderzocht. De eindrapportage Kennismigrantenregeling en risico´s voor de verkeersveiligheid is eind 2022 met de Kamer gedeeld4. Naar aanleiding van de motie wordt nu aanvullend onderzoek voorbereid naar de concrete
                  verkeerskennis en -vaardigheden bij de betrokken groep. De Kamer zal in het voorjaar
                  van 2025 over de voortgang worden bericht. De uitwerking van deze motie gebeurt in
                  nauwe afstemming met het Ministerie van Economische Zaken (EZ); de omwisselingsregeling
                  maakt immers deel uit van een pakket van maatregelen, zoals belastingvoordeel voor
                  deze groep. Het doel van de regeling is hetzelfde als dat van de fiscale faciliteiten
                  voor expats, namelijk het vergemakkelijken van het aantrekken van hoogopgeleide werknemers
                  door Nederlandse bedrijven en (kennis)instellingen.
               
Betekenen van ongeldige rijbewijzen door het CBR
In de Kamerbrief van 23 mei 20245 over de stand van zaken van de verkeersveiligheid is de Kamer geïnformeerd over de
                  eerste resultaten van de proef met het in persoon betekenen van een schorsing of intrekking
                  van het rijbewijs door het CBR. Dit betekenen ─ het in persoon uitreiken van een brief
                  op het huisadres door de Interdepartementale Post en Koeriersdienst (IPKD) ─ maakt
                  het openbaar ministerie (OM) aanzienlijk succesvoller in het realiseren van een veroordeling
                  van de «doorrijders» die ondanks het ongeldige rijbewijs de weg blijven opgaan. De
                  aanvullende proefperiode heeft aangegeven dat er een duidelijke ingroei zit in het
                  aantal veroordelingen dat het OM op grond van de nieuwe maatregelen heeft weten te
                  realiseren. Naar aanleiding van deze resultaten is na een overleg met de Minister
                  van Justitie en Veiligheid geconstateerd dat het van belang is dat de pilot gecontinueerd
                  wordt. Daarom is vanuit IenW besloten om te bezien of voor de jaren 2026 en verder
                  of de kosten van het betekenen via de tariefsystematiek van het CBR ten laste van
                  de betrokken rijbewijshouders kunnen worden gebracht.
               
Afhandeling motie ten aanzien van de kosten van het rijbewijs
Op 11 september 2024 is een motie ingediend door Kamerlid el Abassi6. Naar aanleiding van de motie wordt hieronder ingegaan op de verschillende oorzaken
                  van de kostenstijging, en de mogelijkheden om deze kosten te verlagen.
               
Stijgingen in de kosten van het rijbewijs: oorzaken en overzicht
Volgens een op de website van het CBR gepubliceerd onderzoek onder examenkandidaten
                     (november 2023)7 zijn de totale gemiddelde kosten voor het halen van een rijbewijs € 3.125.
                  
• Het grootste deel van de kosten voor het behalen van een rijbewijs is rijlessen: 80%
                           van de leerlingen betaalt tussen de € 45 en € 65 per les en heeft ongeveer 42 lessen
                           nodig. Gemiddeld is men hier € 2.315 aan kwijt.
                        
• Het theorie-examen kost € 48. Gemiddeld is een leerling ongeveer € 125 aan het theorie-examen
                           kwijt, omdat veel leerlingen meerdere pogingen nodig hebben om te slagen. De kosten
                           zijn dus aanzienlijk lager als een leerling goed is voorbereid, en in één keer slaagt.
                        
• Het praktijkexamen voor de auto kost € 136,50. Rijscholen brengen daar over het algemeen
                           nog een aanvullend tarief voor in rekening voor het uur dat zij kwijt zijn voor het
                           examen en vaak voor een laatste rijles op de examendag. Met een slagingspercentage
                           van rond 50% voor het praktijkexamen, komen leerlingen gemiddeld zo’n twee keer op
                           examen bij het CBR. De gemiddelde kosten voor het praktijkexamen komen daarmee op
                           € 505. Ook hier geldt vanzelfsprekend dat de kosten substantieel lager zijn als de
                           leerling in één keer slaagt.
                        
• Verder kiest 40% van de leerlingen voor een tussentijdse toets. Samen met de gezondheidsverklaring,
                           pasfoto’s en het aanvragen van het rijbewijs komt dit gemiddeld op € 1758.
                        
Uit een onderzoek9 onder ruim 1.500 rijscholen blijkt dat een rijles in 2023 gemiddeld € 55,14 per uur
                     kost. Dit komt overeen met de resultaten van het onderzoek van het CBR. Volgens dit
                     onderzoek variëren de tarieven van € 35 tot boven de € 80 per uur. Jaarlijks onderzoek
                     van het CBS laat een duidelijke stijging zien. Onderstaande tabel toont de stijging
                     voor verschillende onderdelen van de rijopleiding en rijexamens.
                  
                  Tabel 1 Kosten rijopleiding en rijexamens op basis van CBR jaarverslag van 2021 en
                     2023 en CBS onderzoek
Onderdeel kosten
Kosten in 2021 (€)
Kosten in 2023 (€)
Stijging (€)
Stijging (%)
Rijles per uur (gemiddeld)
47,30
55,14
7,84
16,6
Theorie – examen
37
41
4
10,8
Praktijk – examen
120
125,75
5,75
4,8
Tussentijdse toets
120
125,75
5,75
4,8
De stijging van de kosten voor rijlessen tussen 2021 en 2023 (16,6%) is vergelijkbaar
                  met de inflatie over deze periode (17,3%10). Rijinstructeurs hebben te maken met stijgende lonen en kosten voor de auto, zoals
                  verzekeringen, brandstof en onderhoud. Om kostendekkend te blijven en te kunnen voorzien
                  in het levensonderhoud verwerken rijinstructeurs deze kosten in hun lesprijs. In de
                  periode 2021–2023 zijn de tarieven bij het CBR minder hard gestegen dan de inflatie
                  over deze periode.
               
Het CBR stelt jaarlijks de tarieven vast en houdt hiermee rekening met de inflatie
                  (consumentenprijsindex over de periode augustus tot en met juli). In 2024 was er vanwege
                  de hoge inflatie van 8,5% een tariefstijging van eveneens 8,5% nodig. De theorie-examens
                  hadden te maken met een hogere stijging van de tarieven dan de inflatie om de opgelopen
                  kosten voor fraudebeheersing (bescherming vragenbanken, inzet handscanners en andere
                  technische maatregelen) te compenseren. Voor 2025 worden de tarieven van het CBR met
                  1,5% verhoogd, ten opzichte van een Consumenten Prijs Index (CPI) van 2,3%, de tarieven
                  stijgen dus wederom minder dan de inflatie.
               
Betere slagingspercentages bij rijscholen met hogere uurtarieven
Het blijkt dat rijscholen met hogere uurtarieven vaak hogere slagingspercentages hebben11. Rijscholen met een uurtarief van € 50 of minder hebben een slagingspercentage dat
                  20,1% lager is dan dat van rijscholen met tarieven boven de € 60 per uur. Bij budgetrijscholen
                  met een tarief van € 40 of minder is dit verschil zelfs nog groter. Daarmee kan het
                  voordeliger zijn om voor een rijschool met hogere tarieven te gaan dan voor een rijschool
                  met lagere tarieven, als de leerling daarmee minder rijlessen en examens nodig heeft
                  om zijn of haar rijbewijs te halen. Het Ministerie van IenW raadt kandidaten aan om
                  altijd gebruik te maken van de rijschoolzoeker op CBR.nl om zo een opleider te kunnen
                  kiezen met een hoog slagingspercentage.
               
Van Rijles naar Rijonderwijs
Het Ministerie van IenW is op initiatief van de branche (de alliantie Samen Sterk)
                  gestart met het programma «Van rijles naar rijonderwijs» met als doel de kwaliteit
                  van de rijopleidingen te verbeteren. Het advies Roemer «Van rijles naar rijonderwijs»
                  dat in 2021 aan de Kamer is aangeboden geeft daar goede aanknopingspunten voor12. In de uitwerking van het advies wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de
                  betaalbaarheid van het rijonderwijs. Met het verhogen van de kwaliteit van rijopleidingen
                  kan wel een (beperkte) stijging van de kosten van rijlessen ontstaan. Momenteel wordt
                  onderzocht hoe de gemiddelde kosten voor leerlingen zo gelijk mogelijk kunnen blijven.
               
Kosten rijbewijs onder invloed van marktwerking (vrije markt)
Het Ministerie van IenW ziet voor nu geen mogelijkheden om de kosten voor rijlessen
                  en -examens te verlagen. Dit komt vooral door de dynamiek van de vrije markt. Rijscholen
                  moeten in een competitieve omgeving hun tarieven kunnen afstemmen op de kosten die
                  zij maken. Ook moeten zij een eerlijk inkomen krijgen en behouden. Het advies «Van
                  rijles naar rijonderwijs» geeft aan dat de gemiddelde lesprijs in 2021 van € 42 per
                  uur inclusief btw te laag is voor een rijinstructeur om een modaal inkomen te verdienen.
                  Het Ministerie van IenW vindt het belangrijk dat instructeurs eerlijk worden beloond
                  omdat dit niet alleen bijdraagt aan hun motivatie, maar ook de kwaliteit van het rijonderwijs
                  bevordert. Beter rijonderwijs draagt bij aan het verbeteren van de verkeersveiligheid
                  en zorgt voor hogere slagingspercentages op de theorie- en praktijkexamens.
               
Kosten rijbewijskeuringen voor senioren (75 jaar en ouder)
De kosten voor een rijbewijs raken niet alleen nieuwe bestuurders, maar ook senioren
                  die hun rijbewijs willen behouden. Voor mensen van 75 jaar en ouder is een medische
                  keuring nodig om hun rijbewijs te verlengen. Voor mensen met een rijbewijsbeperking
                  vanwege medische redenen kunnen ook nog andere kosten voor een keuring ontstaan. De
                  kosten voor deze 75+ keuring bestaan uit de volgende elementen:
               
Kosten Gezondheidsverklaring
Iedereen die bij het CBR een aanvraag indient voor het beoordelen van de rijgeschiktheid
                  moet een Gezondheidsverklaring (GV) indienen. De kosten voor deze GV waren € 41,00
                  in 2023 (in 2021 was dit € 39,30). Met een stijging van 4,3% zijn de kosten van de
                  gezondheidsverklaring substantieel minder gestegen dan de inflatie van 17,3% over
                  deze periode.
               
Kosten ouderenkeuring (75+ keuring)
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt de tarieven voor rijbewijskeuringen vast
                  en bepaalt hiermee hoeveel een rijbewijskeuring door een huisarts of medisch specialist
                  maximaal mag kosten. Uit de informatie op de website van de NZa blijkt dat keurend
                  artsen in 2024 maximaal € 130,20 in rekening mogen brengen voor het schrijven van
                  het verslag en het uitvoeren van een keuring die 15 minuten duurt (in 2021 was dit
                  € 111,49). De keuring moet voldoen aan de eisen van de NZa. In de praktijk blijkt
                  dat keurend artsen voor de 75+ keuringen lagere tarieven hanteren dan dit toegestane
                  maximum. Zo worden 75+ keuringen doorgaans aangeboden voor bedragen die liggen tussen
                  de € 35 en € 70 (inclusief BTW). De indruk is dat de door artsen in rekening gebrachte
                  kosten voor deze keuringen de afgelopen jaren onveranderd zijn.
               
Afsluiting
Met inachtneming van bovenstaande toont het CBR een goede ontwikkeling. IenW heeft
                  vertrouwen dat de reserveringstermijnen eind dit jaar weer rond kpi liggen. En de
                  motie van el Abassi over kostenstijging rijbewijs is met deze brief afgedaan.
               
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
                  B. Madlener
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
