Brief regering : Beleidsreactie op het rapport van de IBTD over de hersteloperaties
31 066 Belastingdienst
Nr. 1440
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2024
Op 10 september heeft de Minister van Financiën het rapport van de inspecteur-generaal
(IG) van de Inspectie belastingen, toeslagen en douane (Inspectie) over hersteloperaties
«Hersteloperaties: erkenning op papier, onbegrip in de praktijk» aangeboden aan uw Kamer. In deze brief gaan wij in op de bevindingen en aanbevelingen
uit dit rapport, waarin de hersteloperaties rond de kinderopvangtoeslag, de Fraude
Signalering Voorziening (FSV) en box 3 centraal staan. Graag bedanken wij de IG voor
de waardevolle inzichten die uit dit rapport naar voren zijn gekomen.
Algemene reflectie op hersteloperaties
De hersteloperaties die voortvloeien uit eerdere situaties waarin burgers zijn benadeeld,
zijn van belang voor het herstel van het vertrouwen tussen burgers en overheid. Uit
het rapport van de Inspectie volgen belangrijke verbeterpunten, waaronder de noodzaak
tot een snellere uitvoering, meer maatwerk voor de burger en een persoonlijke benadering.
De Inspectie onderstreept daarbij dat burgers niet alleen financiële compensatie verwachten,
maar ook erkenning van de emotionele en materiële schade die zij hebben geleden. Wij
onderkennen deze behoefte en willen ervoor zorgen dat mogelijk toekomstige hersteloperaties
bijdragen aan zowel financieel als emotioneel herstel. Tegelijkertijd is het onze
ambitie om situaties die hersteloperaties vereisen in de toekomst te voorkomen.
De algemene lessen die in het rapport naar voren komen, zoals de nadruk op maatwerk
en de oproep tot het versnellen van processen, worden zoveel mogelijk meegenomen in
de uitvoering van eventueel toekomstige hersteloperaties.
Tegelijkertijd hebben de drie hersteloperaties die in het rapport worden besproken
– kinderopvangtoeslag, FSV en box 3 – elk unieke kenmerken, juridische kaders en uitvoeringsdynamieken.
Wat goed werkt in de ene hersteloperatie, is niet automatisch toepasbaar in een andere.
Het blijft belangrijk om per hersteloperatie te kijken naar de specifieke omstandigheden.
Binnen dit complexe speelveld – waarin rechtmatigheid, uitvoerbaarheid, maatwerk en
snelheid vaak met elkaar in conflict kunnen staan – streven we ernaar om hersteloperaties
zo zorgvuldig en tijdig mogelijk uit te voeren. Aangezien hersteloperaties uitzonderlijk
zijn, vereist elke situatie een gerichte aanpak en maatwerk. Er is daardoor geen standaardoplossing
die van toepassing is.
Zoals het rapport ook aangeeft, erkennen wij dat er voor eventueel toekomstige hersteloperaties
ruimte voor verbetering is. Het vertrouwen van burgers in de overheid herstellen vraagt
om aandacht voor de menselijke maat, naast een efficiënte en zorgvuldige uitvoering
van de hersteloperaties. Bij de vormgeving van de bestaande hersteloperaties is steeds
gezocht naar een balans tussen verschillende belangen en kaders die zijn vastgesteld
door de Tweede Kamer en de regering. Hoewel er al veel aandacht is geweest voor het
perspectief van de burgers en hun specifieke behoeften, blijven wij ons bewust van
het belang om dit verder te versterken bij toekomstige hersteloperaties. Dit blijft
een belangrijk aandachtspunt.
In het vervolg van deze brief zullen wij verder ingaan op de specifieke aanbevelingen
met betrekking tot de hersteloperaties kinderopvangtoeslag, FSV en box 3.
Hersteloperatie kinderopvangtoeslag
De inspectie stelt dat hersteloperaties erop gericht moeten zijn om de ernstig gedupeerden
met voorrang, en waar nodig door middel van maatwerk, herstel te bieden. Gelet op
de urgentie voor met name gedupeerde ouders en kinderen binnen de hersteloperatie
Kinderopvangtoeslag heeft de inspectie hier reeds vorig jaar najaar een signaal over
afgegeven; «Levens in de wachtstand». Bij kabinetsreactie van 10 oktober 2023 is reeds
ingegaan op het door de inspectie afgegeven signaal1.
We begrijpen goed dat de Inspectie aandacht vraagt voor het feit dat de meest ernstig
gedupeerden zo snel mogelijk geholpen moeten worden. Onder andere naar aanleiding
van het eerdere signaal van de Inspectie heeft UHT bij de integrale beoordeling dan
ook de mogelijkheid gecreëerd om ernstig gedupeerden voorrang te geven. Net als wanneer
er sprake is van een urgente situatie kunnen gedupeerden hiervoor worden aangedragen
door onder andere de VNG, Stichting Lotgenotencontact en het Serviceteam van UHT.
Ook de schuldenaanpak, de driegesprekken met gedupeerden, UHT en gemeenten en de inzet
van het Instituut voor Publieke Waarden (IPW) helpen mee om mensen die zwaar in de
problemen zijn gekomen door de toeslagenaffaire zo snel mogelijk een nieuwe start
te laten maken.
Veel ernstig gedupeerde ouders wachten daarnaast nog op de afwikkeling van hun aanvullende
schade. Het kabinet zet er door middel van een aanbod van vier schaderoutes op in
om de afhandeling van aanvullende schade van gedupeerde toeslagenouders te verbeteren
en te versnellen, in aansluiting op de situatie en behoeften van ouders.
Ouders kunnen voor hun aanvullende schade onder andere terecht bij de Commissie Werkelijke
Schade (CWS), voor een individuele, gedetailleerde schadeberekening. Er zijn maatregelen
genomen om de CWS sneller en beter te laten werken. Ook kunnen ouders inmiddels kiezen
voor schadeafhandeling bij de Stichting Gelijk(Waardig) Herstel (SGH). Deze route
is sneller en grofmaziger dan de maatwerkroute bij de CWS en geeft de ouder meer regie.
Het verhaal van de ouder staat centraal en alleen waar nodig wordt een nadere onderbouwing
gevraagd. Ten slotte kan een deel van de ouders gebruikmaken van de regieroute-VSO,
waarbij een precieze schadeberekening wordt afgesloten met een vaststellingsovereenkomst
(VSO). Een volledig digitale schaderoute met vaste bedragen is in ontwikkeling. Ook
voor alle schaderoutes wordt bezien of, en zo ja hoe, het mogelijk is ernstig gedupeerden
voorrang te geven.
De Inspectie concludeert in haar rapport daarnaast dat burgers in hersteloperaties
(oprechte) erkenning van hun schade en leed, zowel op financieel als emotioneel vlak,
missen, burgers rechtvaardigheid missen en dat het burgerperspectief ontbreekt bij
de start van hersteloperaties. Wij herkennen deze aandachtspunten en blijven met de
Inspectie in gesprek over de manier waarop we deze aandachtspunten mee kunnen nemen
vanaf het punt waar we nu met de hersteloperatie toeslagen staan. Zoals ook toegelicht
in de meest recente voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer staat daarbij in elk
geval voorop dat naast het financieel herstel van gedupeerden ook het emotioneel herstel
een essentieel punt in de gehele hersteloperatie is. Ook is het van groot belang om
in het herstelproces het gesprek met en de behoeften van gedupeerden en hun gezin
centraal te stellen.
Hersteloperatie FSV
De Inspectie schrijft dat uit gesprekken met burgers die vallen onder de hersteloperatie
FSV blijkt dat zij zich onvoldoende erkend voelen en op zoek zijn naar persoonlijke
excuses. Dit ondanks de persoonlijke brieven die burgers hebben ontvangen waarin excuses
zijn aangeboden door de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst.
Ook moet de overheid aandacht hebben voor de grote impact, ook immaterieel, die plaatsing
op een lijst veroorzaakt. Tot slot draagt het alleen toekennen van een schadevergoeding
aan personen die aannemelijk schade hebben gehad, niet tot erkenning, maar soms juist
tot een gevoel van onrechtvaardigheid. Specifiek voor de hersteloperatie FSV beveelt
de Inspectie aan om met voorrang schade van FSV-geregistreerden af te handelen die
het zwaarst getroffen zijn.
Het grootste gedeelte van de hersteloperatie FSV is inmiddels afgerond. Op dit moment
wordt nog gewerkt aan herstel voor burgers waarvan de aanvraag tot een minnelijke
schuldregeling voor natuurlijke personen (MSNP) onterecht is afgewezen door de Belastingdienst.
Het is de planning dat dit jaar de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en
Belastingdienst, een wetsvoorstel aan uw Kamer zal sturen waarmee dit herstel geboden
kan worden. Het herstel kan dan in het begin van 2025 starten. Als de volledige FSV-hersteloperatie
is afgerond, zal u daarover geïnformeerd worden.
Er is constant geprobeerd het burgerperspectief mee te nemen bij de totstandkoming
en uitvoering van het schade-, herstel- en tegemoetkomingsbeleid voor FSV. Bijvoorbeeld
door rekening te houden met het doenvermogen van een burger, de manier waarop met
een burger wordt gecommuniceerd en hoe deze in contact kan komen met de Belastingdienst.
Zo zijn de brieven die gericht zijn aan de burgers door burgerpanels getest op leesbaarheid
en begrijpelijkheid. Ook is een meldpunt ingericht waar burgers online via het FSV-portaal
op eenvoudige wijze informatie kunnen opvragen. Dit naast de reguliere communicatievormen.
Bij een dergelijke complexe herstelactie, spelen constant dilemma’s waar een modus
in gevonden moet worden. Enkele voorbeelden van deze dilemma´s zijn: snelheid versus
zorgvuldigheid, mate van persoonlijk contact versus uitvoerbaarheid en maatwerk versus
gelijke gevallen gelijk behandelen. Verder is de wijze waarop beleid en uitvoering
tot stand gekomen is, bepaald door politieke keuzes, daarbij valt te denken aan de
moties Marijnissen (Kamerstuk 35 510, nr. 21) en (Kamerstuk 28 362, nrs. 41 en 55) (informeren van burgers over registratie) en de motie Snels (Kamerstuk 31 066, nr. 776) (informeren van burgers over effect). De Nederlandse School voor Openbaar Bestuur
heeft dit beleid geanalyseerd en heeft hierover een analyse opgesteld die ook met
uw Kamer is gedeeld. Daarbij heeft de Belastingdienst eerdere onderzoeksuitkomsten
omtrent vertrouwenwekkend schadebeleid toegepast in de ontwikkeling van beleid.
Wij zijn van mening dat met het herstelbeleid FSV dat in nauw contact met uw Kamer
en met ondersteuning van de richtinggevende moties Snels, Marijnissen I en II en Azarkan
is opgesteld, een goede balans is gevonden in alle perspectieven waar in een dergelijke
operatie rekening mee moet worden gehouden.
Hersteloperatie box 3
De Inspectie geeft aan dat ook voor het herstel over box 3 burgers oprechte erkenning
van hun schade en leed missen. Het rapport geeft inzicht in burgers die zich slachtoffer
kunnen voelen van de overheid, omdat er meer belasting wordt geheven dan aan inkomsten
wordt genoten. Het onderzoek van de Inspectie is uitgevoerd door de Belastingdienst
een aselecte steekproef te laten verrichten onder de burgers die bezwaar hebben gemaakt.
De Inspectie heeft vervolgens met deze burgers gesproken. Uit deze gesprekken kwam
naar voren dat de respondenten goeddeels tevreden waren.
Een belangrijk deel van de hersteloperatie box 3 naar aanleiding van het arrest van
24 december 2021 («kerstarrest 2021») is inmiddels afgerond. Naar aanleiding van de
arresten van 6 juni 2024 (de hersteloperatie naar aanleiding van de arresten van 6 juni
2024 valt overigens buiten de scope van het onderzoek van de inspectie) wordt in de
komende periode nog aanvullend herstel geboden voor alle openstaande aanslagen vanaf
het kerstarrest 2021. Daarvoor wordt een wet voorbereid waarbij invulling gegeven
wordt aan de uitkomsten van het arrest. In navolging van de arresten van de Hoge Raad
krijgen belastingplichtigen de mogelijkheid tegenbewijs te leveren om aan te tonen
dat het werkelijk rendement lager was dan het betreffende forfait. Bij het leveren
van tegenbewijs zal een groter beroep worden gedaan op het doenvermogen van de burger
dan in de aanvankelijke hersteloperatie box 3.
Voor de hersteloperatie box 3 willen wij nog aantekenen dat deze zijn eigen context
kent. De hersteloperatie is namelijk ontstaan door een uitspraak van de HR op 24 december
2021 waarbij is geoordeeld dat de box 3 wetgeving sinds 1 januari 2017 in strijd is
met het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Naar aanleiding
van dit arrest is er besloten over de vorm van herstel, namelijk op basis van een
forfaitaire spaarvariant. Deze variant was de enige mogelijkheid om het herstel binnen
zes maanden uit te voeren. De keuze voor deze variant was een gegeven bij de verdere
uitvoering van het herstel.
Sommige respondenten vonden dat ze lang moesten wachten op de afhandeling van hun
bezwaarschrift. Een verklaring daarvoor is dat de Belastingdienst de afhandeling van
de bezwaren aanhield in afwachting van HR uitspraken. Na deze uitspraken heeft de
Belastingdienst 220.000 bezwaarschriften over box 3 binnen zes maanden afgehandeld.
Ook vonden respondenten het niet eerlijk dat alleen bezwaarmakers gecompenseerd werden.
Hierover is in 2022 een politiek besluit genomen. Volledige compensatie van niet-bezwaarmakers
had naar verwachting € 4,1 miljard extra gekost, waarvan meer dan de helft terecht
zou komen bij belastingplichtigen met een vermogen in box 3 van meer dan € 200.000.
In plaats hiervan is prioriteit gegeven aan een koopkrachtpakket om de bestaanszekerheid
te ondersteunen van mensen die moeite hebben de rekeningen te betalen. Er is gekozen
om de beperkt beschikbare budgettaire middelen in te zetten voor het ondersteunen
van de koopkracht van burgers, met name gericht op de meest kwetsbare huishoudens.
De respondenten geven ook aan dat het loslaten van forfaitair rendement als berekenmethode
én de doenlijkheid belangrijk voor hen zijn. Deze punten staan op gespannen voet met
elkaar. Het loslaten van het forfaitair rendement en het belasten van werkelijk rendement
betekent dat noodgedwongen een groter beroep op het doenvermogen van burgers moet
worden gedaan als gegevens niet bij de Belastingdienst bekend zijn. In dat geval zullen
burgers zelf (meer) gegevens moeten verzamelen en aanleveren, wat gevolgen heeft voor
de complexiteit en daarmee voor de doenlijkheid.
Conclusie
Het rapport van de Inspectie heeft waardevolle inzichten opgeleverd over de verschillende
perspectieven en aandachtspunten in de hersteloperaties rond de kinderopvangtoeslag,
de Fraude Signalering Voorziening (FSV) en box 3. Deze bevindingen helpen om beter
te begrijpen waar verbeteringen nodig zijn, zowel in de uitvoering van de huidige
hersteloperaties als bij toekomstige trajecten.
Als overheid hebben we de verantwoordelijkheid om niet alleen materieel herstel te
bieden, maar ook het vertrouwen van de getroffen burgers terug te winnen door hen
op een mensgerichte en rechtvaardige manier tegemoet te komen. Het is daarom jammer
dat burgers, ondanks alle inspanningen om recht te doen aan hun situatie en een balans
te vinden tussen de verschillende relevante perspectieven, zich in de hersteloperaties
nog steeds onvoldoende gehoord, erkend en geholpen voelen. Wij nemen de waardevolle
inzichten die de IBTD vanuit burgerperspectief heeft verzameld mee in toekomstige
hersteltrajecten en zullen deze waar mogelijk toepassen. Hierbij beseffen wij ook
dat deze aandachtspunten vaak juist tegenstrijdig met elkaar zijn en dit zal zeker
bij de inrichting van een nieuwe hersteloperatie goed met elkaar moeten worden afgewogen.
Wij blijven uw Kamer informeren over de voortgang van de bestaande operaties en over
de maatregelen die worden genomen om de aanbevelingen van de Inspectie te implementeren.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
De Staatssecretaris van Financiën,
T. van Oostenbruggen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën