Brief regering : Geannoteerde Agenda voor de Formele Raad Algemene Zaken (RAZ) - Cohesie d.d. 28 november in Brussel
21 501-08 Milieuraad
Nr. 967
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2024
Op 28 november vindt de Raad Algemene Zaken Cohesiebeleid (RAZ-Cohesie) plaats in
Brussel. Tijdens deze Raad zal worden gesproken over het concept van gedeeld beheer
onder toekomstig cohesiebeleid en worden naar verwachting Raadsconclusies aangenomen
over de rol van cohesiebeleid ten aanzien van demografische uitdagingen. Hierbij zend
ik uw Kamer de geannoteerde agenda voor deze Raad.
Gedeeld beheer in cohesiebeleid
Beleidsdebat
Op het moment van schrijven zijn nog er nog geen stukken voor dit agendapunt verspreid.
Bij gedeeld beheer is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het beheer
van een bepaald programma door de Europese Commissie en de nationale overheden. Voor
het kabinet is een solide partnerschap tussen nationale, regionale en lokale overheden
met de Europese Commissie een uitgangspunt binnen het cohesiebeleid.1 Het kabinet is er voorstander van dat dit ook in de toekomst een grote rol blijft
spelen. Het schrijven van een gezamenlijk visiepaper met het Interprovinciaal Overleg,
de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen is een eerste voorbeeld
van het partnerschap zoals het kabinet dat voor zich ziet.
Het kabinet wil binnen het cohesiebeleid in de toekomst meer werk maken van het voeren
van een zogenaamd «plaatsgebonden beleid». Bij een plaatsgebonden beleid kijken we
wat regio’s en steden specifiek nodig hebben.2 In bredere regionale plannen en transitieplannen moeten we kijken waar de kansen
en uitdagingen op de digitale, sociale en groene transitie liggen. We kunnen hierbij
aansluiten bij reeds bestaande plannen zoals de Research and Innovation Strategy for Smart Specialisation (RIS3), regionale meerjarenagenda’s voor de arbeidsmarkt en regionale energiestrategieën.
Zo kunnen regio’s worden uitgedaagd om hun productiviteit te vergroten en hun sociale
uitdagingen aanpakken. Het versterken van het economisch potentieel van de regio vergroot
de kans om weer talent aan te trekken en dat de oorspronkelijke inwoners in die gebieden
blijven wonen, wat uiteindelijk goed is voor de (sociale) cohesie.
Verder dient wat Nederland betreft cohesiebeleid effectiever ingezet te worden, onder
andere door investeringen te koppelen aan (structurele) hervormingen zoals geïdentificeerd
in het Europees Semester. Uitdagingen die binnen het Europees Semester worden benoemd
kunnen door zowel nationale als regionale overheden, of gezamenlijk, worden geïmplementeerd.
Cohesiebeleid en demografische uitdagingen
Aanname Raadsconclusies
Tijdens de Raad zullen naar verwachting Raadsconclusies worden aangenomen over de
rol van cohesiebeleid in het adresseren van de demografische uitdagingen in de EU.
Demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing zorgen in verschillende Europese landen
voor uitdagingen en zetten bijvoorbeeld de kwaliteit en toegankelijkheid van publieke
voorzieningen zoals onderwijs en zorg onder druk. Het is dan ook van belang om in
te zetten op een evenwichtige arbeidsmarkt waarin onbenut arbeidspotentieel zoveel
mogelijk wordt ingezet.
Nederland heeft tijdens het schrijven van deze conclusies aangegeven dat het goed
is als er wordt gekeken hoe cohesiebeleid een rol kan spelen in het adresseren van
de demografische ontwikkelingen zoals migratie, vergrijzing en bevolkingskrimp. Zoals
uiteengezet in het visiepaper Cohesiebeleid na 2027, moet dit volgens Nederland vooral
gedaan worden door te investeren in menselijk kapitaal en in te blijven zetten op
de economische en sociale ontwikkeling van de regio’s. Zo kan cohesiebeleid bijdragen
aan de rechtvaardige overgang naar een groene, digitale en inclusieve economie. Door
een plaatsgebonden aanpak kan cohesiebeleid investeren in de mogelijkheden en sterktes
in de regio. Tot slot heeft Nederland zich ervoor ingezet om in de conclusies op te
nemen dat deze niet vooruit moeten lopen op de onderhandelingen over het volgende
Meerjarig Financieel Kader.
In de Raadsconclusies is bovenstaande goed opgenomen. Nederland kan daarom instemmen
met de Raadsconclusies.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.