Brief regering : Stand van zaken vierde ronde stichtingsaanvragen en ouderverklaringen in het kader van de wet 'Meer ruimte voor nieuwe scholen'
35 050 Wijziging van diverse onderwijswetten door het wijzigen van de systematiek van het in aanmerking brengen voor bekostiging van nieuwe openbare en bijzondere scholen zodat er meer ruimte is voor een nieuw onderwijsaanbod (Wet meer ruimte voor nieuwe scholen)
Nr. 58
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2024
Inleiding
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het aantal ingediende aanvragen voor bekostiging
van nieuwe openbare en bijzondere scholen in het funderend onderwijs. Initiatiefnemers
konden hun aanvragen voor bekostiging voor 1 november indienen bij DUO. Daarnaast
breng ik uw Kamer graag op de hoogte van enkele ontwikkelingen ten aanzien van eerdere
stichtingsrondes, en tot slot ga ik in op de monitoring en doorontwikkeling van de
stichtingsprocedure.
Feiten en cijfers van de aanvragen
In totaal zijn er 71 initiatieven gemeld bij DUO (pre-registraties). In de periode
van 1 juli tot en met 29 oktober zijn er voor deze initiatieven 9.125 ouderverklaringen
afgegeven. Vóór 1 november hebben 40 van deze 71 initiatieven een aanvraag voor bekostiging
ingediend.1 Het gaat om 24 aanvragen in het primair onderwijs en 16 in het voortgezet onderwijs.
In vergelijking met vorig jaar zijn er meer ouderverklaringen afgegeven, maar is er
toch een vergelijkbaar aantal aanvragen ingediend. Ook zijn er in vergelijking met
voorgaande jaren wat minder aanvragen ingediend in het primair onderwijs en meer in
het voortgezet onderwijs.
2021
2022
2023
2024
Pre-registraties
102
98
76
71
Ouderverklaringen
10.382
7.280
5.449
9.125
Aanvragen
56 (40 po, 15 vo)
47 (36 po, 11 vo)
39 (31 po, 8 vo)
40 (24 po, 16 vo)
Primair onderwijs
Van de 40 aanvragen zijn er 24 aanvragen ingediend in het primair onderwijs. Deze
bestaan uit:
• 20 aanvragen voor een nieuwe basisschool en 4 aanvragen voor verzelfstandigingen.2
• 4 voor een openbare school en 20 voor een bijzondere school.
• 19 van de aanvragen zijn gedaan door bestaande schoolbesturen en 5 door nieuwe schoolbesturen.
Voortgezet onderwijs
Van de 40 aanvragen zijn er 16 aanvragen ingediend in het voortgezet onderwijs. Deze
bestaan uit:
• 12 aanvragen voor een nieuwe vo-school of vo-scholengemeenschap, 1 voor een splitsing
van een bestaande vo-school of vo-scholengemeenschap, 1 voor een nevenvestiging, en
2 voor het verbreden van het onderwijsaanbod.
• 5 van de aanvragen zijn voor een categorale vo-school en 11 aanvragen voor een vo-scholengemeenschap.
• Geen aanvragen voor een openbare vo-school en 16 voor een bijzondere vo-school.
• 11 van de aanvragen zijn gedaan door bestaande schoolbesturen en 5 door nieuwe schoolbesturen.
Proces van aanvraag tot bekostigingsbesluit
In de komende maanden worden de aanvragen getoetst. Zo controleert DUO onder andere
of de prognose van het aantal verwachte leerlingen voldoet aan de betreffende stichtingsnorm
en of de aanvrager de onderwijspartijen in de regio heeft uitgenodigd voor een gesprek.
Ook controleert DUO of de beoogde bestuurders en intern toezichthouders beschikken
over de vereiste VOG’s en in de afgelopen vijf jaar niet betrokken zijn geweest bij
een rechtspersoon die een onherroepelijke aanwijzing heeft ontvangen of een school
hebben geleid die gesloten is vanwege zeer zwakke kwaliteit. Indien de aanvraag voldoet
aan de gestelde eisen, zet DUO de aanvraag door naar de Inspectie van het Onderwijs
(hierna: inspectie). De inspectie toetst vervolgens de te verwachten onderwijskwaliteit
aan de hand van een zestal deugdelijkheidseisen, waaronder zicht op de ontwikkeling
en begeleiding van leerlingen en burgerschapsonderwijs. Uit de eerdere aanvraagrondes
is gebleken dat niet elke aanvraag aan deze gestelde hoge eisen voldoet. Het aantal
ingediende aanvragen is dan ook niet per definitie het aantal nieuw op te richten
scholen. Indien een aanvraag voldoet aan alle gestelde bekostigingsvoorwaarden volgt
voor 1 juni 2025 een positief bekostigingsbesluit. Deze scholen kunnen vervolgens
hun deuren openen in het schooljaar 2026–2027.
Ontwikkelingen eerdere stichtingsrondes
Kwaliteitsonderzoeken inspectie op nieuwe scholen
In de stichtingsprocedure speelt onderwijskwaliteit een belangrijke rol: niet alleen
moet de inspectie vooraf positief adviseren ten aanzien van de te verwachten onderwijskwaliteit,
maar ook wordt de nieuwe school meteen in het eerste jaar na de start bezocht door
de inspectie in het kader van een eerste kwaliteitsonderzoek. Ik hecht hier grote
waarde aan omdat ook recent gestarte scholen moeten voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen.
Na de eerste aanvraagronde in 2021/2022 ontvingen 35 aanvragers (32 po, 3 vo) een
positief bekostigingsbesluit. In augustus 2023 openden de eerste scholen, gestart
onder de nieuwe systematiek, hun deuren: het ging om 25 scholen uit de eerste aanvraagronde
(23 po, 2 vo).3 Ook openden 9 verzelfstandigingen van bestaande onderwijslocaties uit de tweede aanvraagronde
hun deuren.4
Dit voorjaar bezocht de inspectie alle 34 scholen. In totaal kregen 29 van deze scholen
(27 po, 2 vo) het eindoordeel voldoende, drie het eindoordeel onvoldoende (allen po)
en twee het eindoordeel zeer zwak (beide po). Deze cijfers zijn een nulmeting. Voorheen
ging de inspectie immers niet standaard langs bij nieuwe scholen in het eerste jaar
na de start. Hoewel het totaalbeeld van deze eindoordelen overwegend positief is,
is er een vijftal basisscholen dat hard aan de slag moet om binnen de wettelijke verbetertermijn
van één jaar de onderwijskwaliteit op peil te krijgen. Hiertoe kunnen zij de hulp
inschakelen van het programma Goed Worden, Goed Blijven, dat basisscholen ondersteunt
bij het terugdringen van ernstige kwaliteitstekorten. Na een jaar zullen de scholen
opnieuw bezocht worden door de inspectie.
Start nieuwe scholen augustus 2024
Na de tweede aanvraagronde in 2022/2023 ontvingen 32 aanvragers (25 po, 7 vo) een
positief bekostigingsbesluit. Uit deze aanvraagronde zijn 17 nieuwe scholen (12 po,
5 vo) afgelopen augustus van start gegaan. De 9 verzelfstandigingen van bestaande
onderwijslocaties gingen al in schooljaar 2023–2024 van start. Tot slot vroegen 6
aanvragers uitstel aan voor de start van de school. Redenen voor het aanvragen van
uitstel zijn veelal vertraging van de bouw van de school in een nieuwbouwwijk, problemen
met het vinden van passende huisvesting of problemen rond het aantrekken van voldoende
personeel.
In totaal gingen er afgelopen augustus 31 scholen van start: 17 scholen uit de tweede
aanvraagronde (12 po, 5 vo), 8 aanvragers uit de eerste ronde die een jaar uitstel
kregen voor de start, en 6 verzelfstandigingen van bestaande locaties uit de derde
aanvraagronde.
Monitoring en doorontwikkeling van de wet
Vanaf de zomer van 2021 wordt de nieuwe stichtingsprocedure nauwgezet gemonitord en
geëvalueerd door het consortium Oberon, het Kohnstamm Instituut en KBA Nijmegen. De
evaluatie vindt plaats onder initiatiefnemers, gemeenten en andere stakeholders. Een
aantal belangrijke onderzoeksthema’s is het aanvraagproces, de belangstellingsmeting,
de onderwijskwaliteit en huisvesting. Daarnaast worden mogelijke neveneffecten van
de wet zoals concurrentie en segregatie en de positie van het openbaar onderwijs geanalyseerd
Voor deze fundamentele vraagstukken geldt echter dat de data van de eindevaluatie
nodig zijn om de effecten in kaart te kunnen brengen. De tussenrapportage bevat, ten
aanzien van deze vraagstukken, een nulmeting. Het eindrapport wordt eind 2025 opgeleverd
en uw Kamer ontvangt de uitkomsten in het eerste kwartaal van 2026. Gezien de grote
maatschappelijke uitdagingen rondom het lerarentekort, huisvesting en de in algemene
zin dalende kwaliteit van het onderwijs, vind ik het van belang dat de procedure nauwgezet
wordt gemonitord en, waar nodig, tussentijds al wordt aangepast. Ook zal met behulp
van de eindevaluatie worden bezien of een fundamentelere herziening van de procedure
noodzakelijk is. Momenteel is er een wetsvoorstel in voorbereiding dat beoogt een
aantal praktische zaken aan de procedure, veelal aangedragen door initiatiefnemers,
gemeenten, schoolbesturen en branchepartijen, reeds aan te passen.
Wetsvoorstel «Praktische verbetering stichtingsprocedure»
De afgelopen jaren heeft mijn ministerie vanuit schoolbesturen, gemeenten en uw Kamer
inbreng ontvangen voor het doorontwikkelen van de stichtingsprocedure. Veel kleine
aanpassingen konden direct worden doorgevoerd, zoals het verschuiven van de deadline
voor het indienen van de gemeentelijke zienswijze of het invoeren van een verbod op
het uitloven van beloningen voor het afgeven van ouderverklaringen.
Voor een aantal andere praktische aanpassingen aan de procedure is momenteel een wetsvoorstel
in voorbereiding. Ook de tussentijdse rapportage van de evaluatie dient als input
voor dit wetstraject. Het wetsvoorstel bevat onder meer voorstellen ten aanzien van
de termijnen van de procedure. Deze blijken in de praktijk niet altijd goed werkbaar.
Daarom wordt voorgesteld de startdatum van de procedure te vervroegen en de uitstelmogelijkheden
voor de start van de school te vergroten. Zo kunnen initiatiefnemers in een geschikter
periode ouderverklaringen verzamelen (minder in de zomerperiode), sluit de procedure
beter aan op de plannings- en controlcyclus van gemeenten en is er meer ruimte om
de school van start te laten gaan op het moment dat schoolbestuur en gemeente daar
klaar voor zijn. Ook bevat het wetsvoorstel voorstellen tot administratieve lastenverlichting
voor aanvragers in de gegevensleveringen richting de inspectie en proberen we de leerling
normen beter te laten aansluiten op de uitvoeringspraktijk. De eerste uitkomsten van
de tussenrapportage bekrachtigen deze voorstellen. Naar verwachting zal het wetsvoorstel
in het eerste kwartaal van 2025 in internetconsultatie worden gebracht.
Tot slot
Zoals gezegd wordt voor 1 juni 2025 bekend welke initiatieven voldoen aan de gestelde
voorwaarden en een positief bekostigingsbesluit ontvangen en vervolgens hun deuren
kunnen openen vanaf het schooljaar 2026–2027.5 Ik houd uw Kamer op de hoogte van het vervolg.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap