Brief regering : Staat van de wetgevingskwaliteit
36 600 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025
Nr. 27
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2024
Hierbij bied ik uw Kamer de eerste editie van de Staat van de wetgevingskwaliteit
                  aan. De Staat van de wetgevingskwaliteit zal een periodiek terugkerende beschouwing
                  op kwaliteit van wet- en regelgeving zijn.1
De eerste Staat van de wetgevingskwaliteit
Voor deze eerste editie is vooral gebruik gemaakt van de inzichten uit toetsing van
                  wetsvoorstellen en ontwerpbesluiten door het Ministerie van Justitie en Veiligheid,
                  op basis van Aanwijzing 7.4 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.2 De Staat van de Wetgevingskwaliteit doet verslag van een aantal thema’s uit deze
                  toetsing over de periode juni 2021 tot en met maart 2024. Dit interval maakt het mogelijk
                  om afstand te nemen van de actualiteit en op zoek te gaan naar onderliggende trends
                  en patronen.
               
De analyse heeft vier belangrijke thema’s blootgelegd die raken aan de uitvoerbaarheid
                     en de rechtsstatelijkheid van wetgeving. Deze thema’s zijn:
                  
• Menselijke maat en maatwerk;
• Compensatie;
• Snelheid en flexibiliteit, en
• Bescherming van persoonsgegevens.
Er zijn uiteraard ook andere thema’s te onderkennen, zoals grote stelselwijzigingen,
                  vormen van overgangsrecht en de keuze tussen bestuursrechtelijke en strafrechtelijke
                  handhaving. Deze thema’s zijn evenzeer belangrijk voor de kwaliteit van wetgeving
                  en kunnen eventueel aan de orde komen in een volgende editie van de Staat van de wetgevingskwaliteit.
                  Het is een «levend document» dat continu in ontwikkeling is, en kan worden verrijkt
                  met nieuwe inzichten.
               
Aanvullend zijn de vier eerdergenoemde thema’s tegen het licht gehouden van de adviezen
                  hierover van de Afdeling advisering van de Raad van State. Bij een volgende editie
                  van de Staat van de wetgevingskwaliteit kunnen ook andere signalen of rapporten inzake
                  wetgevingskwaliteit worden betrokken.3
Deze eerste Staat van de wetgevingskwaliteit geeft inzicht in ontwikkelingen met betrekking
                  tot de kwaliteit van wetgeving. Dit inzicht biedt structureel een basis voor een dialoog
                  over de kwaliteit van wetgeving en de dilemma’s die daarmee gepaard gaan, uitstijgend
                  boven individuele dossiers, en ter verdere verbetering van de kwaliteit van wetgeving.
               
Wetgeving in de rechtsstaat
Kwalitatief goede wetgeving is een belangrijk element van de rechtsstaat. Het is niet
                  voor niets dat de Staatscommissie Rechtsstaat aangeeft dat de regering de taak heeft
                  om wetgeving eenvoudiger, toegankelijker en begrijpelijker te maken voor burgers.4 Deze aanbeveling heeft weerslag gekregen in het regeerprogramma waarin is opgenomen
                  dat het van groot belang is om met alle actoren te komen tot wetgeving die begrijpelijk,
                  uitvoerbaar en doenbaar is voor mensen en die in de praktijk werken.5 Dit vraagt om voortdurende aandacht.
               
Structurele aandacht voor de kwaliteit van wetgeving
Vanuit mijn algemene verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van wetgeving is het belangrijk
                  om op verschillende manieren daarvoor structureel aandacht te blijven vragen. Ik zet
                  daarbij in op verdere verbetering van de algemene wetgevingstoets door mijn ministerie,
                  opdat nieuwe wetten aan de voorkant scherper juridisch worden getoetst.6 In de toekomst zal ook, in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken
                  en Koninkrijksrelaties, de constitutionele toets worden verstevigd. Wetsvoorstellen
                  en ontwerpbesluiten dienen immers in overeenstemming te zijn met de Grondwet, de grondrechten,
                  het Europese en internationale recht en de beginselen van de democratische rechtsstaat.7
Onderdeel van de algemene wetgevingstoets is ook de toepassing van het Beleidskompas
                  dat een structuur bevat voor een zorgvuldige beleidsvoorbereiding en de uiteenzettingen
                  van de verschillende kwaliteitseisen die de gevolgen van het beleid inzichtelijk maken.
                  Denk daarbij aan de uitvoeringstoets en de doenvermogentoets. Een ander instrument
                  ter versterking van de kwaliteit van wetgeving betreft de invoeringstoets waarover
                  ik uw Kamer onlangs heb geïnformeerd.8 Met de invoeringstoets kan kort na de implementatie van nieuwe regelgeving worden
                  nagegaan hoe die regelgeving voor de uitvoering en de doelgroep uitpakt in de praktijk.
                  Waar nodig kan die regelgeving tijdig worden aangepakt. De voorfase van internetconsultatie
                  waarmee de samenleving kan reflecteren op een conceptvoorstel is eveneens een instrument
                  dat een bijdrage levert aan de versterking van de kwaliteit van voorgenomen beleid
                  en regelgeving.
               
Tot slot
Ik ben voornemens mijn ambities begin volgend jaar uiteen te zetten in een beleidsbrief
                  «wetgevingskwaliteit». Deze brief richt zich op begrijpelijke, doenbare en uitvoerbare
                  wetgeving, oftewel wetgeving die werkt. Het instrument van de Staat van de wetgevingskwaliteit,
                  en de doorontwikkeling van dit instrument, zullen hierbij een belangrijke rol spelen.
               
Desgewenst maak ik mij gaarne beschikbaar om met uw Kamer van gedachten te wisselen
                  over de bijgevoegde eerste Staat van de wetgevingskwaliteit, alsmede over mogelijke
                  thema’s voor een volgende editie en over manieren om de onderliggende analyse verder
                  te verbeteren.
               
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
                  T.H.D. Struycken
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid