Brief regering : Geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 18 november 2024
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1680
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID
EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2024
Op 18 november a.s. vindt de volgende Landbouw- en Visserijraad (hierna: Raad) plaats
in Brussel. Met deze brief informeren wij de Kamer over de agenda en de Nederlandse
inbreng.
I. Agenda Landbouw- en Visserijraad
Marktsituatie in het bijzonder na de invasie van Oekraïne
De Raad bespreekt opnieuw de marktsituatie in de verschillende landbouwsectoren. De
Commissie zal daarbij waarschijnlijk een toelichting geven op de halfjaarlijkse vooruitzichten
op de landbouwmarkten (short term outlook)1, die de Commissie begin oktober heeft gepubliceerd. Daarin is aangegeven dat de landbouwmarkten
positieve ontwikkelingen vertonen en dat de stabiliteit voor een belangrijk deel is
teruggekeerd op de markten na de onrust als gevolg van de COVID-periode en de Oekraïne-crisis.
Desondanks is de situatie kwetsbaar vanwege extreme weersomstandigheden, negatieve
gevolgen als gevolg van dierziektes en de geopolitieke onrust en mogelijke handelsmaatregelen.
Wat betreft dit laatste zal de Commissie naar verwachting ook ingaan op de recent
gestarte antidumping- en antisubsidieonderzoeken door China naar varkensvlees- en
zuivelproducten vanuit de EU en de door China ingestelde heffingen op cognac.
Nederland zal tijdens de Raad de informatie van de Commissie verwelkomen en de analyse
onderschrijven dat de markten zich voor het grootste deel gestabiliseerd hebben. De
opbrengstprijzen zijn in veel sectoren redelijk tot goed en de inputkosten gedaald.
Verduurzaming en klimaatverandering zijn uitdagingen voor verschillende landbouwsectoren.
Nederland zal wederom wijzen op specifieke problemen als gevolg van dierziektes als
blauwtong en de zorgen herhalen over de gevolgen van de Chinese antidumping- en antisubsidieonderzoeken
voor Nederlandse bedrijven.
Vangstmogelijkheden in de Atlantische Oceaan en de Noordzee 2025
Het Hongaars voorzitterschap beoogt een tweede gedachtewisseling over de onderhandelingen
voor de vangstmogelijkheden voor 2025, waaronder de visbestanden in de Noordzee, volgend
op de gedachtewisseling tijdens de Raad van 23 september jl. (Kamerbrief 21 501-32, nr. 1673). Op het moment van schrijven is nog geen vergaderstuk beschikbaar. De gedachtewisseling
zal input geven voor de verordening over de vangstmogelijkheden 2025 die voor politiek
akkoord voor zal liggen in de Raad van december. Deze verordening is ook mede afhankelijk
van de uitkomsten van de onderhandelingen met derde landen en Regionale Visserijbeheer
Organisaties.
Onze inzet in de onderhandelingen is gebaseerd op de doelstellingen uit het Gemeenschappelijk
Visserijbeleid (GVB). Zo wordt onder meer beoogd dat bestanden op het niveau van maximale
duurzame opbrengst (Maximum Sustainable Yield, MSY) kunnen worden bevist en dat mogelijke
sociaaleconomische gevolgen zorgvuldig worden meegewogen bij het vaststellen van vangstmogelijkheden,
zoals eerder ook gedeeld met de Kamer (waaronder in Kamerbrief 21 501-32, nr. 1668). Langs deze lijn zullen we ook interveniëren tijdens de Raad.
In de Geannoteerde Agenda voor de Landbouw- en Visserijraad van 23 september jl. (Kamerstuk
21 501-32, nr. 1668), is de Kamer geïnformeerd over de gepubliceerde ICES-vangstadviezen voor de voor
Nederland belangrijke soorten. ICES, de Internationale Raad voor het Onderzoek naar
de Zee (International Council for the Exploration of the Sea), heeft recent aangekondigd dat een aantal reeds verschenen adviezen (voor wijting,
zeebaars, kabeljauw en Noordzee tong) een revisie (hebben) moeten ondergaan. De herziene
adviezen voor wijting en zeebaars zijn inmiddels al gepubliceerd2, voor kabeljauw en tong zal deze publicatie nog volgen. We zullen de Kamer op de
hoogte houden via de reguliere Kamerbrieven over de Raad.
Vangstmogelijkheden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee voor 2025
Eveneens staat er een gedachtewisseling over de vangstmogelijkheden in de Middellandse
Zee en de Zwarte Zee voor 2025 op de agenda. Ook hiervoor geldt dat dit de opmaat
zal zijn naar het beoogde politieke akkoord in de Raad van 9 en 10 december 2024.
De Commissie heeft op 16 september 2024 haar voorstel voor een verordening van de
Raad tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor de Middellandse Zee en de Zwarte
Zee in 2025 gepubliceerd. De Commissie baseert haar voorstel op de wetenschappelijke
ICES-vangstadviezen en de relevante meerjarenplannen. Het voorstel is op veel punten
nog niet ingevuld.
De Nederlandse visserijsector heeft geen vangstmogelijkheden in deze wateren. Wij
hechten er echter wel aan dat het beheer van visbestanden in alle Europese wateren
op uniforme duurzame wijze geschiedt. Dit houdt onder meer in dat het voorstel in
lijn is met de wetenschappelijke adviezen, en conform de relevante meerjarenplannen
en dat rekening wordt gehouden met de sociaaleconomische gevolgen. Wij zullen het
verordeningsvoorstel dan ook hierop beoordelen.
In het bijzonder gaat onze aandacht uit naar de voorstellen over het beheer van aal.
Dit is een visbestand dat zich in meerdere zeebekkens bevindt.
Mogelijke afspraken voor het Middellandse Zeegebied kunnen een precedent vormen voor
andere Europese zeebekkens. Er zijn evenwel op dit moment geen indicaties dat dit
voor aal het geval zal zijn.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Indieners
-
Indiener
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Medeindiener
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.