Brief regering : Ontwerpbesluit wijziging van het Besluit houders van dieren vanwege een verbod op het gebruik van elektrische veedrijfmiddelen bij dieren in de veehouderij

Nr. 1355 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR

Ontvangen ter Griffie op 5 november 2024.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer
overgelegd tot en met 3 december 2024.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder
worden gedaan dan op 4 december 2024.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2024

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit houders
van dieren voor een verbod op het gebruik van elektrische veedrijfmiddelen bij dieren
in de veehouderij. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp
nota van toelichting. In aanvulling daarop meld ik u dat tijdens de internetconsultatie,
de agrotoetsen en contact met het bedrijfsleven, door verschillende partijen een uitzondering
voor laag-voltage veedrijfmiddelen is voorgesteld. Gezien de politieke wens van de
Kamer voor een totaalverbod, is besloten om laag-voltage apparatuur niet mee te nemen
als uitzondering in het verbod.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
in artikel 10.10, eerste lid, van de Wet dieren en biedt uw Kamer de mogelijkheid
zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering
van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging
van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit
niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd.

Hiermee kom ik mijn toezegging (TZ202410-004) na om het concept-verbod uiterlijk na
het herfstreces ter voorhang aan de Eerste en Tweede Kamer aan te bieden.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma