Brief regering : Actuele situatie blauwtongvirus serotype 12
30 669 Dierziekte blauwtong
Nr. 31
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2024
Op 11 oktober jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de blauwtongsituatie in Nederland
(Kamerstuk 30 669, nr. 30). Daarin heb ik aangegeven dat er een besmetting met een voor Nederland nieuw type
blauwtongvirus, serotype 12, was vastgesteld. Met deze brief informeer ik uw Kamer
over de actuele situatie ten aanzien van de besmettingen met blauwtongvirus serotype
12 (BTV-12). Ook informeer ik de Kamer over de eerste resultaten van de onderzoeken
die ik heb ingezet en mijn vervolgstappen.
Actuele situatie
In mijn vorige brief heb ik gemeld dat drie dieren positief waren getest op BTV-12,
een schaap en twee runderen (koe en haar kalf). Daarnaast zijn er sinds vorig jaar
7359 besmettingen met het al langer circulerende blauwtongvirus serotype 3 (BTV-3)
vastgesteld.
Ik heb Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) op 11 oktober jl. gevraagd om retrospectief
onderzoek te starten naar de aanwezigheid van BTV-12 in bloedmonsters die sinds 1 september
omwille van verdenking op BTV-3 bij schapen en runderen in Nederland waren ingestuurd.
Er zijn uiteindelijk 2520 monsters opnieuw onderzocht op de aanwezigheid van blauwtongvirus.
Deze monsters zijn tussen 13 september en 11 oktober ingestuurd. Deze monsters zijn
getest op aanwezigheid van BTV-3 en BTV-12, om een beeld te krijgen bij de eventuele
verspreiding en of vastgesteld kan worden wanneer BTV-12 is geïntroduceerd. Monsters
die vanaf 11 oktober worden ingestuurd, worden naast vaststelling of er sprake is
van een blauwtongbesmetting, ook verder onderzocht op de aanwezigheid van BTV-3 en
BTV-12. Zo houden we zicht op het voorkomen van beide serotypen.
In totaal zijn nu elf monsters, afkomstig van acht locaties, positief getest op BTV-12.
De betreffende bedrijven zijn hierover door de NVWA geïnformeerd. Drie van de monsters
zijn afkomstig van schapen en acht van runderen. Acht monsters zijn afkomstig van
locaties in het gebied tussen Harmelen en ’s-Graveland, inclusief de drie monsters
die al eerder op BTV-12 positief waren getest. Eén monster dat positief is getest
op BTV-12 is afkomstig van een rund in Flevoland. Eén monster is afkomstig van een
rund in de gemeente Landsmeer, ten noorden van Amsterdam. Eén monster is afkomstig
van een rund in de gemeente Bronckhorst in de Achterhoek. We zien dus verspreid over
Nederland positieve uitslagen.
Hoewel we dus zijn geconfronteerd met een nieuw serotype, met nog onbekende eigenschappen,
zijn tot heden slechts een beperkt aantal besmettingen met BTV-12 aangetroffen. Daarnaast
zet de dalende trend in het aantal nieuwe meldingen van blauwtong door. Het aantal
door Rendac opgehaalde kadavers van schapen laat de afgelopen zes weken een forse
daling zien. Ook het aantal opgehaalde dode runderen is gedaald, maar deze daling
vlakt wat af; het aantal dode runderen is nog altijd hoger dan in 2022 rond deze tijd,
toen er nog geen blauwtong in Nederland was.
Nu blijkt dat BTV-12 op meerdere plaatsen in Nederland aanwezig is, heb ik de blokkade
van de eerste twee bedrijven opgeheven. Er zullen bij nieuwe besmettingen met BTV-12,
net als bij BTV-3, geen bedrijven meer geblokkeerd worden. Ook andere vervoersbeperkingen
acht ik niet meer proportioneel nu we op meerdere plekken in Nederland BTV-12 hebben
aangetroffen. Blauwtong wordt verspreid via knutten. de ervaring met BTV-3 laat zien
dat de verspreiding met knutten snel gaat, een vervoersbeperking houdt deze verspreiding
niet tegen.
Brononderzoek
Ik heb in mijn vorige brief aangegeven onderzoek te laten uitvoeren naar de bron en
besmettingsroute van het virus. Hoewel de kans dat de bron of route wordt gevonden
erg klein is, vind ik het toch belangrijk om dit onderzoek te doen. BTV-12 varianten
komen voor in Afrika, Israël, Azië en Noord- en Zuid-Amerika. Bekende varianten lijken
in onvoldoende mate op de variant in Nederland om een specifieke herkomst aan te wijzen.
Dat concludeert WBVR op basis van de sequentie van het in Nederland aangetroffen BTV-12,
dat is vergeleken met openbaar gemaakte sequenties van BTV-12 elders in de wereld.
Ook heeft Israël, waar BTV-12 voorkomt, op verzoek van WBVR additionele sequenties
van BTV-12 gedeeld. De vergelijking met deze sequentie geeft wel overeenkomsten, maar
ook onvoldoende om een directe herkomst uit Israël te bewijzen.
Daarnaast kijkt WBVR op mijn verzoek naar overeenkomsten tussen de BTV-12 variant
die we in Nederland hebben aangetroffen en vaccins tegen BTV-12 zonder Nederlandse
toelating. Eén vaccin is onderzocht, hiermee zijn geen overeenkomsten aangetroffen.
WBVR probeert om ook de sequentie van een ander vaccin te verkrijgen, om deze te kunnen
vergelijken.
NVWA heeft de twee bedrijven, waar de eerste besmettingen met BTV-12 zijn gevonden,
bezocht. Er is geen enkele aanwijzing dat er op deze bedrijven sprake is van het gebruik
van niet-toegelaten vaccins. Ook heeft NVWA actie ondernomen na een aantal geruchten
over de mogelijke inzet van niet-toegelaten vaccins elders in Nederland. In dit kader
zijn bezoeken afgelegd. Er zijn daarbij geen aanwijzingen voor het gebruik van niet-toegelaten
vaccins gevonden. Ten slotte is de NVWA nagegaan of er in Nederland in 2024 import
van dieren heeft plaatsgevonden uit gebieden waar BTV-12 voorkomt. Dit is niet het
geval. Tot nu toe zijn er dus geen aanwijzingen waar het virus vandaan komt.
Vervolgstappen
Nu de eerste uitslagen van het retrospectieve onderzoek bekend zijn, heb ik deskundigen
gevraagd om de situatie te duiden. Die bijeenkomst heeft op 24 oktober plaatsgevonden.
De conclusies en het verslag van dit overleg zal zo spoedig mogelijk met de Tweede
Kamer gedeeld worden. In de bijlage treft u wel alvast het verslag aan van de eerdere
deskundigengroep over de besmettingen met BTV-12 van 11 oktober jl. De deskundigen
gaven toen aan dat er eerst meer onderzoek nodig was om de eventuele verdere verspreiding
van BTV-12, de mogelijke bron of insleeproute van BTV-12 en de klinische verschijnselen
veroorzaakt door BTV-12, goed te kunnen duiden.
De NVWA zal aan de hand van gesprekken met houders van dieren waarbij BTV-12 is vastgesteld,
trachten een beeld te krijgen van de symptomen van deze voor Nederland nieuwe blauwtongvariant.
Ook heb ik aan WBVR en de Gezondheidsdienst voor Dieren (Royal GD) gevraagd om een
onderzoeksplan uit te werken om inzicht te krijgen in de verspreiding en de klinische
verschijnselen van besmettingen met BTV-12. Zo kan gekeken worden of bij dieren zonder
verschijnselen toch ongemerkt besmettingen zijn geweest. Zulk onderzoek kost wat meer
tijd, maar geeft naar verwachting wel inzicht in wat dierhouders in het komende seizoen
kunnen verwachten. Ook is deze informatie voor vaccinproducenten interessant. In mijn
vorige brief heb ik aangegeven dat ik vaccinproducenten op de hoogte heb gebracht
van de besmetting met BTV-12. Ik heb ook de sequentiegegevens van de Nederlandse BTV-12
variant met hen gedeeld. Ik zal hen op de hoogte houden van de bevindingen uit de
onderzoeken die worden gedaan.
Ten slotte heb ik de sector geïnformeerd over de laatste stand van zaken. Ik zal hen
ook betrekken bij het vervolgonderzoek.
Tot slot
Het volledige beeld ten aanzien van BTV-12 is nog niet helder. Vooralsnog gaat het
om een beperkt aantal besmettingen, in combinatie met een teruglopend aantal meldingen
en dode dieren. Ik kan mij desondanks voorstellen dat houders van schapen en runderen
niet gerust zijn. Ik begrijp ook dat dit nieuwe vragen en zorgen oproept. Om die reden
doe ik onderzoek om de situatie verder in kaart te brengen.
Ik roep houders en dierenartsen daarom opnieuw op om alert te blijven. Blauwtong is
een meldingsplichtige dierziekte. Deze nieuwe besmettingen tonen aan dat het belangrijk
is om verdenkingen te blijven melden bij de NVWA. Ik heb gezien dat houders dit het
afgelopen jaar ook veelvuldig hebben gedaan.
Ik zal de Tweede Kamer opnieuw informeren wanneer ik over aanvullende informatie beschik.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur