Brief regering : Instellen expertgroep ramingen
31 865 Verbetering verantwoording en begroting
Nr. 263
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 oktober 2024
Onafhankelijke economische ramingen zijn cruciaal om op basis van de best mogelijke
informatie beleid te maken. De afwijkingen tussen ramingen en realisaties leidden
begrijpelijk tot zorgen hierover. Gezien het belang van dit onderwerp heb ik tijdens
de Algemene Financiële Beschouwingen aangekondigd dat ik een expertgroep zal inrichten
om de verschillen tussen de raming en de realisatie van het EMU-saldo te onderzoeken
en aanbevelingen te doen om de trefzekerheid van de ramingen te vergroten. Verschillende
leden van uw Kamer vroegen hier in het debat ook terecht aandacht voor. De betrouwbaarheid
van ramingen is in mijn ogen cruciaal voor het parlement om op basis van de best mogelijke
informatie zijn budgetrecht uit te oefenen. Middels deze brief informeer ik u nader
over de samenstelling en de opzet van de expertgroep.
De expertgroep wordt voorgezeten door André de Jong. André de Jong heeft veel kennis
en ervaring over de rijksbegroting vanwege zijn vroegere functies bij het Ministerie
van Financiën en het Centraal Planbureau (CPB). Inmiddels heeft hij wegens pensionering
de rijksdienst verlaten en staat daarmee op afstand van de ramingen. Professor Roel
Beetsma neemt deel als wetenschappelijk expert. Roel Beetsma heeft naast een uitgebreide
academische staat van dienst op het gebied van macro-economie en begrotingsbeleid
als lid van de European Fiscal Board veel werk verricht dat raakt aan het onderwerp.
Verder zal de werkgroep bestaan uit vertegenwoordigers van het CPB, De Nederlandsche
Bank (DNB), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Ministerie van Financiën.
De werkgroep zal onder meer onderzoeken wat de oorzaken zijn geweest voor afwijkingen
van de realisaties ten opzichte van de ramingen in de afgelopen jaren en verder terug.
Het betreft de macroramingen, de saldoramingen maar ook de bijstellingen achteraf.
Daarbij is de vraag of- en zo ja welke – stappen gezet kunnen worden om de trefzekerheid
van ramingen te verbeteren.
De EMU-saldoraming van het kabinet bestaat voornamelijk uit twee componenten: een
uitgavenraming en een inkomstenraming. Voor de uitgavenraming zal onder andere worden
gekeken op welke begrotingen en bij welke uitgavencategorieën veel of weinig ramingsafwijking
was met daarbij de vraag of hier ook voorspellingskracht naar de toekomst uit blijkt.
Hierbij wordt ook gekeken naar de invloed van de economische situatie, beleidsbeslissingen
en mogelijke andere factoren op de ramingsafwijking. Voor de inkomstenraming zal worden
gekeken welk deel van de afwijking verklaard wordt door afwijkingen in de economische
prognoses en welk deel een andere verklaring kent. Ook zal een analyse worden gedaan
per belastingsoort om te kijken of er belastingsoorten zijn die structureel afwijkingen
kennen. Naast uitgaven en inkomsten zijn er ook andere factoren van invloed op het
EMU-saldo, zoals het saldo van de medeoverheden en statistische correcties. Ook deze
zullen onderdeel vormen van het onderzoek.
Bijgevoegd bij deze brief vindt u de door mij opgestelde taakopdracht van de expertgroep.
Over de analyse en eventuele aanbevelingen zal de expertgroep voor het verschijnen
van de Voorjaarsnota verslag uitbrengen.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
BIJLAGE: TAAKOPDRACHT EXPERTGROEP REALISTISCH RAMEN
1. Samenstelling
Voorzitter: André de Jong
Deelnemers:
− Roel Beetsma (onafhankelijk expert)
− Diederik Dicou (CPB)
− Angelique Berg (CBS)
− Tjerk Kroes (DNB)
− Joost Clerx (directeur Begrotingszaken)
− Gijs van der Vlugt (directeur AFEP)
2. Scope van het onderzoek
Hoofdvragen
− Wat is de omvang en wat zijn de verklaringen van verschillen tussen raming en realisatie
van zowel inkomsten als uitgaven?
− Welke concrete stappen kunnen gezet worden om de trefzekerheid van de raming van zowel
inkomsten als uitgaven te verbeteren?
Elementen van analyse
Overkoepelend:
− Uitleg EMU-saldoraming Financiën
− Overzicht verschillen raming en realisatie terugkijkend langjarig
− Internationale vergelijking verschillen tussen raming en realisatie van EMU-saldo
(eventueel andere macro-economische variabelen)
− Vergelijking EMU-saldoberekening Financiën, CBS, CPB
− Beschrijving relevante omgevingsfactoren en waar mogelijk kwantificeren respectievelijke
aandelen in afwijkingen:
• economie (bijvoorbeeld corona, inflatie, bijstellingen achteraf)
• beleid (beleidsmatige bijstellingen uitgaven en lasten, reacties op crises en overige
ad hoc besluitvorming)
Uitgaven:
− Herhaling exercitie SBR/beleidsdoorlichting (kasschuiven en onderuitputting) op basis
van data-analyse (bijvoorbeeld twintig jaar waar mogelijk en deep dive afgelopen vijf jaar).
− Analyse doorwerking inflatie, groei en beleidsbeslissingen op raming.
− Waar mogelijk: verdieping op artikelen met veel onderuitputting (op basis van kasrealisaties)
en ingaan op eventuele knelpunten (bv. arbeidsmarkt).
Inkomsten:
− Beschrijving van FIN- en CPB-methodieken om te komen tot de inkomstenraming
− Langjarige analyse (twintig jaar) van verschil tussen raming MEV t-1 (CPB) en MN t-1
(Financiën) versus realisatie bij Financieel Jaarverslag Rijk t+1
− Waar nodig een deep dive om de verschillen te verklaren:
• Welk deel kan verklaard worden door nieuw beleid sinds Miljoenennota t-1?
• Welk deel kan verklaard worden door afwijkingen in de macro-ramingen?
• Welk deel blijft onverklaard? Welke kwalitatieve verklaringen hebben we hiervoor?
− Analyse op belastingsoortniveau: zijn er belastingsoorten die structureel grote afwijkingen
kennen of structureel te hoog/laag geraamd worden? Welke kwalitatieve verklaringen
hebben we hiervoor?
− Analyse resultaten: zijn er nog (economische) inzichten of cijfers die ontbreken in
de ramingen?
Overige factoren:
− Wat is de rol geweest van kas-transverschillen, saldo decentrale overheden, financiële
transacties en overige relevante factoren?
− Wat is de rol geweest van economische bijstellingen (zoals BBP-herziening) achteraf
door CBS? In welke mate week de realisatie daardoor af?
Macro-economie:
− Hoe komt het CPB tot zijn economische verwachtingen voor het volgende jaar?
− Hoeveel wijkt de BBP-raming in t-1 af van de uiteindelijke economische groei? Hoe
verhoudt deze afwijking zich tot van andere landen?
− Als de afwijking groter is: welke verklarende factoren zijn er voor deze (relatief
grote) afwijking?
3. Planning
− De Minister van Financiën is opdrachtgever van de expertgroep.
− De expertgroep voert de opdracht onafhankelijk uit.
− De Minister van Financiën verzendt het rapport voorafgaand aan de Voorjaarsnota aan
de Tweede Kamer.
Indieners
-
Indiener
E. Heinen, minister van Financiën