Brief regering : Klimaatnota en Energienota 2024
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1416
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 oktober 2024
We werken toe naar een duurzaam en schoon Nederland, met een betrouwbare, veilige
en betaalbare energievoorziening, waarbij we minder afhankelijk zijn van onbetrouwbare
landen. Nederland zit midden in de klimaat- en energietransitie, op weg naar een volledig
duurzaam 2050. We gaan daarbij opnieuw een belangrijke fase in: we zijn duidelijk
van wal, maar we moeten wel koers houden, ook als dat moeilijk is en we tegenslagen
en hobbels tegenkomen. Onze constante inzet is nodig om de afgesproken klimaat- en
energiedoelen, waaronder die voor 2030, te halen. Daar moeten we samen de schouders
onder blijven zetten: dit kabinet, bedrijven, maatschappelijke organisaties, medeoverheden
en mensen thuis. We hebben daarbij oog voor problemen, zoals het volle stroomnet,
personeelstekorten en lange doorlooptijden van energieprojecten. Deze zorgen er mede
voor dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de Klimaat- en Energieverkenning
(KEV) het heel erg onwaarschijnlijk acht dat we de bestaande klimaat-en energiedoelen
halen met het huidige en geagendeerde beleid. Dat vraagt om actie en daarom zijn alternatieve
maatregelen nodig.
Met deze brief biedt het kabinet de Kamer de jaarlijkse Klimaatnota, de KEV 2024 van
het PBL en, voor de eerste keer, de jaarlijkse Energienota aan. Met deze rapporten
kan het klimaat- en energiebeleid in samenhang worden bekeken. Ook meld ik u namens
het kabinet dat het ontwerp-Klimaatplan, dat het voorgenomen klimaatbeleid voor de
komende tien jaren uitlijnt, vandaag in openbare consultatie is gegaan. Ik roep eenieder
op om een zienswijze te geven. In de Klimaat- en Energienota kijken we naar de huidige
stand van zaken en de benodigde acties op korte termijn. In het Klimaatplan kijken
we verder naar wat we moeten doen vanaf nu tot en met 2035, om uiteindelijk in 2050
klimaatneutraal te zijn.
In de Klimaatnota geeft het kabinet in reactie op de KEV aan dat in het voorjaar tot
alternatief beleid besloten zal worden zodat de afgesproken doelen, conform het Regeerprogramma,
binnen bereik komen. De voorbereidingen hiervoor zijn reeds in gang gezet. Het kabinet
zal de komende maanden:
– werken aan alternatief beleid richting de voorjaarsbesluitvorming van volgend jaar;
– extra inspanningen voorbereiden om bestaande belemmeringen weg te nemen, randvoorwaarden
te versterken en het gelijke speelveld (waaronder energiekosten) te verbeteren;
– bezien welke investeringen gericht op de klimaat- en energietransitie ná 2030 nu al
noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld op het vlak van energie-infrastructuur of opschaling
van duurzame energie omdat deze investeringen vaak lange doorlooptijden hebben;
– hierbij de reguliere begrotingscyclus volgen. Dit doet het kabinet om de benodigde
besluitvorming zorgvuldig te kunnen voorbereiden en aan te kunnen sluiten op het hoofdbesluitvormingsmoment.
Het gaat hier in de regel om grote maatregelen, die veelal ook financiële consequenties
hebben, en een zorgvuldige afweging vragen met andere maatschappelijke doelen die
het kabinet wil realiseren.
Ook staat in de Klimaatnota dat het kabinet met voorrang knelpunten in de uitvoering
aanpakt en werkt aan het op orde brengen van de randvoorwaarden, zodat de maatregelen
die we al hebben afgesproken daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd. Dit sluit aan
bij het advies van de Raad van State op de Klimaatnota. Zo zitten we niet stil en
gaan we direct aan de slag.
Het volle stroomnet heeft daarbij de speciale aandacht van het kabinet. Daarom komt
het kabinet versneld met een aantal maatregelen gericht op het verminderen van netcongestie
op het elektriciteitsnet. Dit doen we door sneller te bouwen. Samen met gemeente en
netbeheerders worden standaardopties voor het realiseren van transformatorhuizen uitgewerkt
die de aanpak kunnen stroomlijnen, zodat ernstige vertraging voorkomen kan worden.
Daarnaast wordt dit gerealiseerd door de inzet van een vliegende brigade, die medeoverheden
kan ondersteunen bij ruimtelijke procedures. De investeringen voor ons allen, waaronder
die voor energie-infrastructuur, dienen te worden ingepast in een land waar de ruimte
schaars is. Voor inpassing kunnen regio-specifieke maatregelen, zoals verkenningen
voor gebiedsinvesteringen helpen om draagvlak voor inpassing van nationale energie-infrastructuurprojecten
te behouden. We zullen de komende maanden samen met netbeheerders verkennen of we
hiermee tot een betere inpassing kunnen komen. Ook wordt ingezet op het beter benutten
van de bestaande energie-infrastructuur. Afgelopen jaar zijn diverse nieuwe contractvormen
ontwikkeld die flexibiliteit op het net mogelijk maken. Het is nu zaak dat we het
gebruik hiervan stimuleren en monitoren. Dit doen we samen met bedrijven, medeoverheden
en de netbeheerders door het overeenkomen van sectordeals.
Naast maatregelen op het gebied van netcongestie kijkt het kabinet ook naar andere
maatregelen om knelpunten waar mogelijk aan te pakken. Voor het versnellen van de
verduurzaming binnen de industrie gaat het kabinet de komende maanden extra in gesprek
met de (bij voorkeur internationale) CEO’s van die maatwerkbedrijven waarvan het kabinet
verwacht dat op relatief korte termijn een volgende stap kan worden gezet, bijvoorbeeld
in de vorm van een Joint Letter of Intent of een investeringsbeslissing. In die gesprekken
willen we op zoek naar mogelijke doorbraken of oplossingen voor resterende knelpunten.
Het kabinet zal bovendien op korte termijn het initiatief nemen om met de nieuwe Europese
Commissie in gesprek te gaan om Europese barrières voor ondersteuning van elektrificatie
te verminderen.
In het vervolg van deze brief gaat het kabinet achtereenvolgens in op de inhoud van
de Klimaatnota, de Energienota en de samenhang daartussen. Tevens geeft het kabinet
met beide nota’s opvolging aan enkele toezeggingen.
Beleidscyclus Klimaat en Energie
Voor zowel klimaat- als energiebeleid wordt gewerkt met een jaarlijkse cyclus, waarbij
jaarlijks aan de Kamer wordt gerapporteerd en om de vijf jaar langer vooruit gekeken
wordt.
Klimaatnota en klimaatplan
Op grond van artikel 7 van de Klimaatwet stuurt het kabinet ieder jaar op de vierde
donderdag van oktober, de KEV van het PBL en de Klimaatnota naar de Eerste en Tweede
Kamer. In de Klimaatnota legt het kabinet verantwoording af over de voortgang van
het klimaat- en energiebeleid over het afgelopen jaar. Daarbij geeft het kabinet een
appreciatie van de resultaten en ramingen van de broeikasgasemissies in Nederland
uit de KEV van het PBL. Parallel is er het vijfjaarlijkse Klimaatplan, dat op basis
van artikel 4 van de Klimaatwet iedere vijf jaar opnieuw wordt vastgesteld. Het ontwerp
Klimaatplan ligt vanaf vandaag zes weken ter inzage. Gedurende deze periode kan een
ieder een zienswijze indienen. Het kabinet verwacht het ontwerp-Klimaatplan in het
eerste kwartaal van 2025 aan te bieden aan de Eerste en Tweede Kamer.
Energienota en Nationaal Plan Energiesysteem
De energietransitie die we met elkaar zijn ingegaan is een proces van decennia: de
noodzakelijke ontwikkelingen, zoals de aanleg en bouw van een windpark op zee of een
kerncentrale, kosten veel tijd. Daarom is het van belang dat we hierin een weloverwogen
koers uitstippelen, en vervolgens ook op koers blijven. Met het eerste Nationaal Plan
Energiesysteem (NPE), dat op 1 december 2023 aan de Kamer is verzonden, heeft het
kabinet zijn langetermijnvisie op het energiesysteem gegeven. Daarin zijn richtinggevende
keuzes gemaakt die de basis leggen voor de ontwikkeling van een volledig duurzaam
energiesysteem in 2050.1 Hiermee is de energiecyclus gestart, het proces waarmee we de keuzes om de transitie
tot stand te brengen maken, uitvoeren én monitoren. Elke vijf jaar komt een nieuw
NPE uit, met een tussentijdse actualisatie. Zo kunnen we bijsturen waar nodig. Om
de koers van het NPE voortvarend door te zetten, biedt het kabinet dit jaar voor het
eerst de Energienota aan de beide Kamers aan. Hiermee geeft het kabinet meer inzicht
in de ontwikkeling van het energiesysteem; dit stelt ons in staat om bij te sturen,
prioriteiten te stellen en de keuzes te maken die volgen uit de langetermijnvisie
uit het NPE. Het kabinet signaleert belangrijke ontwikkelingen en reflecteert op de
voortgang van de energietransitie en de eventuele noodzaak om extra maatregelen en
acties in te zetten.
In deze eerste Energienota gaat het kabinet bovendien in op hoe we streven naar meer
energieonafhankelijkheid in Nederland om de betrouwbaarheid van onze energie op de
lange termijn te waarborgen. Dit doen we onder meer door onze eigen productie van
hernieuwbare energie te vergroten, en risicovolle afhankelijkheden bij import te verminderen.
De Energienota bevat daarnaast inzicht in de stand van de ontwikkeling van het energiesysteem
via de Monitor energiesysteem. Het aankomend beleid wordt toegelicht in de onderliggende
beleidsagenda voor het energiesysteem. Met deze producten wordt in de energiecyclus,
samen met de klimaatcyclus, jaarlijks verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid
en inzicht gegeven in het voorgenomen beleid. In de aankomende jaren willen we de
Energienota en de Klimaatnota en de onderliggende cycli waar mogelijk integreren.
Vraag en aanbod van energie
Hoe we wonen, werken, reizen en produceren, wordt voor een belangrijk deel door het
energiesysteem bepaald. De overgang van een fossiel naar een duurzaam energiesysteem
betekent een verandering in de energievraag van de industrie, mobiliteit, gebouwde
omgeving en landbouw. De ontwikkelingen ten aanzien van broeikasgassen in deze sectoren
vormen de kern van hoe we omgaan met de klimaatopgave en zijn als zodanig opgenomen
in het ontwerp-Klimaatplan, maar ook de wisselwerking is cruciaal tussen de sectoren
en het energieaanbod in de ketens elektriciteit, waterstof, koolstof en warmte. In
het NPE zijn daarom ook transitiepaden opgenomen waarin staat aangegeven wat er per
sector tot aan 2050 nodig is om te kunnen verduurzamen. De Energienota gaat in op
een aantal belangrijke ontwikkelingen en knelpunten in het energiesysteem. De nadruk
ligt in grotere mate op de energieketens. In opvolging van het NPE wordt hiernaast doorgewerkt aan de ontwikkeling en uitvoering
van de transitiepaden van de vraagsectoren industrie, gebouwde omgeving, landbouw
en landgebruik en mobiliteit. Hierbij wordt ook nagegaan hoe het energieaanbod en
de energievraag van deze sectoren op elkaar aansluiten. Bij de volgende Energienota(’s)
en de eerstvolgende update van het NPE zal telkens nader worden ingegaan op de relevante
ontwikkelingen.
Raad voor energie
Indien de Eerste Kamer instemt met het daar voorliggende wetvoorstel voor de Energiewet,
wordt met de Raad voor energie een onafhankelijk adviesorgaan in de beleidscyclus
Klimaat en Energie ingesteld.2 De Raad voor energie zal onafhankelijk adviseren op het te voeren energiebeleid,
gericht op de transitie naar een klimaatneutraal, robuust, betaalbaar en betrouwbaar
energiesysteem in Nederland. Eveneens adviseert hij over de bevordering van de strategische
onafhankelijkheid van het aanbod van bronnen van energie, van dragers van energie
en van grondstoffen buiten Nederland. Het is mijn ambitie om de Raad tijdig ingesteld
te hebben zodat deze advies uit kan brengen over de eerstvolgende geplande actualisatie
van het NPE in 2026.
Moties en toezeggingen
In de Klimaatnota en Energienota geeft het kabinet opvolging aan enkele toezeggingen
van de voormalig Minister voor Klimaat en Energie aan zowel de Eerste als Tweede Kamer.
De eerste is de toezegging aan lid Panman van de Eerste Kamer om in de jaarlijkse
Klimaatnota, die rapporteert over de voortgang van het klimaatbeleid, ook specifiek
te gaan rapporteren over de bijdragen die de landbouwsector aan onze klimaatdoelen
heeft geleverd.3 De tweede is de toezegging aan het lid Baumgarten van de Eerste Kamer om een totaaloverzicht,
waarin naast klimaatmitigatie ook klimaatadaptatie beter wordt geschetst, aan de eerstvolgende
Klimaatnota toe te voegen samen met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.4 Voor de Energienota betreft het de toezegging aan het lid Kröger om te bevorderen
dat de ontwikkeling van het energiesysteem binnen de planetaire grenzen blijft.5
Tot slot
We zijn met elkaar in de afgelopen jaren al een eind gekomen. En er is ook nog veel
te doen op weg naar een klimaatneutraal Nederland. Het kabinet spant zich in om de
stappen te zetten die nodig zijn, samen met mensen thuis, onze ondernemers, maatschappelijke
organisaties en de medeoverheden. Door er samen de schouders onder te blijven zetten,
komen we ook de komende jaren verder. De toekomst van ons land is een gedeelde verantwoordelijkheid,
waar ik mij maximaal voor zal inzetten.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei