Brief regering : Reactie op de haalbaarheidsstudie naar een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij voor het Caribisch deel van het Koninkrijk
29 697 Gebiedsgerichte economische perspectieven en Regionaal Economisch Beleid
Nr. 156
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 oktober 2024
In navolging van de motie van het lid Wuite1, ingediend tijdens het Wetgevingsoverleg op 13 september 2023 (Kamerstuk 36 401, nr. 4), informeer ik uw Kamer hierbij over de voortgang betreffende de verkenning naar
de mogelijkheid tot oprichting van een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) in
het Caribisch deel van het Koninkrijk.
De motie verzocht om een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar de mogelijkheid om een Regionale Ontwikkelingsmaatschappij in het Caribische
deel van het Koninkrijk op te richten, die zich toespitst op lokale business development
ten aanzien van digitalisering, klimaat, duurzame landbouw en het ondernemingsklimaat.
Als opvolging van deze motie heeft Deloitte in opdracht van het Ministerie van Economische
Zaken een haalbaarheidsstudie uitgevoerd.
Uit het rapport blijkt dat het huidige ecosysteem voor ondernemerschap en innovatie
in het Caribisch deel van het Koninkrijk een ROM-structuur niet kan dragen. Daarnaast
concluderen de onderzoekers ook dat er (nagenoeg) geen draagvlak bestaat voor de inrichting
van een ROM. Belangrijkste bezwaar hiertegen is de politiek-bestuurlijke complexiteit
waardoor een ROM niet opportuun en niet haalbaar wordt geacht. Vanwege het ontbreken
van voldoende basis en draagvlak adviseert Deloitte om geen ROM in te richten voor
het Caribisch deel van het Koninkrijk. Dit advies volg ik op en ik zal derhalve niet
overgaan tot de oprichting van een dergelijke maatschappij. In het vervolg van deze
brief ga ik nader in op het onderzoek van Deloitte.
Onderzoek & aanpak
Het onderzoeksrapport van Deloitte beantwoordt de vraag in hoeverre er noodzaak is voor de inrichting van een ROM voor het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het begrip «noodzaak» is door de onderzoekers nader gedefinieerd als «de noodzaak
om marktfalen bij ondernemerschap en innovatie te kunnen ondervangen». Daarnaast is
gekeken naar mogelijke alternatieven die economische groei zouden kunnen aanjagen
en innovatie kunnen versterken.
Er is gekozen voor een aanpak waarbij meerdere methoden zijn gecombineerd: bureauonderzoek,
een vragenlijst, interviews en rondetafelgesprekken met een groot aantal (circa 90)
stakeholders in zowel het Caribisch deel van het Koninkrijk als in Europees Nederland.
Stakeholders uit zowel de publieke als de (semi) private sector zijn hiervoor benaderd.
Uit de resultaten is op hoofdlijn een analyse gemaakt van het huidige ecosysteem voor
ondernemerschap en innovatie en hoe dit functioneert, op basis waarvan de hoofdvraag
van het onderzoek beantwoord is en alternatieve opties zijn geïdentificeerd.
Bevindingen & aanbevelingen
Uit het eindrapport blijkt dat het huidige ecosysteem voor bedrijven en innovatie
in het Caribisch deel van het Koninkrijk nog niet voldoende is ontwikkeld voor de
oprichting van een ROM. Dit komt doordat het ecosysteem op diverse punten versterking
nodig heeft, zoals toegang tot kennis en talent, het stimuleringsbeleid van de overheden,
de onderlinge samenwerking en effectievere werking van de bestaande financiële, fysieke
en digitale infrastructuur.
Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat er (nagenoeg) geen draagvlak is voor de inrichting
van een «klassieke» ROM over de zes eilanden heen met publiek aandeelhouderschap.
Belangrijkste bezwaar hiertegen is de politiek-bestuurlijke complexiteit waardoor
een ROM niet opportuun en niet haalbaar wordt geacht.
Om die reden beantwoordt Deloitte de hoofdvraag negatief en komen de onderzoekers
tot de conclusie dat er thans géén noodzaak is voor de inrichting van een ROM voor
het Caribisch deel van het Koninkrijk.
De onderzoekers doen voorts alternatieve voorstellen om benodigde versterking van
het ecosysteem te realiseren:
• de inrichting van een Economisch Groeiplatform Carib (EGC) dat als centraal orgaan
moet fungeren om economische ontwikkeling en innovatie in de regio te bevorderen;
• de aanstelling van een kwartiermaker om de totstandkoming en coördinatie van het EGC
te faciliteren.
De onderzoekers zien dit als mogelijke opmaat naar de mogelijke oprichting van een
fonds op afstand in de toekomst.
Appreciatie alternatieve voorstellen
Wat betreft de twee alternatieve voorstellen zijn er momenteel drie ontwikkelingen
die relevant zijn:
1. Allereerst wordt met betrekking tot de economische ontwikkeling en innovatie op Bonaire,
Sint Eustatius en Saba er momenteel gewerkt aan een specifieke economische ontwikkelingsstrategie
voor elk eiland. Deze strategie is specifiek gericht op het versterken van het verdienvermogen
van de eilanden, met nauwe samenwerking tussen de lokale overheden en partners op
de eilanden. Daarbij zal ook worden gekeken naar hoe er geleerd kan worden van de
wijze waarop het Nederlandse ecosysteem is vormgegeven en de publiek en private partijen
die hierbij een rol spelen. Naar verwachting zal ik samen met de Staatssecretaris
van Digitalisering en Koninkrijksrelaties uw Kamer in het voorjaar van 2025 hierover
informeren.
2. In het verlengde hiervan wordt momenteel door bureau AEF onderzoek verricht binnen
Caribisch Nederland in opdracht van BZK en Bonaire, Sint Eustatius en Saba naar de
investeringen, onderhoud en vervanging van de fysieke infrastructuur. Met het onderzoek
is de inzet een beter langjarig beeld te krijgen van noodzakelijke investeringen en
onderhoud. Daarnaast is het kabinet voornemens het lenen op de kapitaalmarkt mogelijk
te maken voor de openbare lichamen door wijziging van de FinBes en zodoende de ruimte
voor investeringen te vergroten, passend bij het eigenaarschap van Caribisch Nederland.
3. De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO), onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse
zaken en Koninkrijksrelaties, ondersteunt op dit moment actief de uitvoering van de
Landspakketten voor de Landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Deze Landspakketten
zijn er mede op gericht om de economieën van de Landen weerbaar en veerkrachtig te
maken. De TWO biedt hierbij ondersteuning door samen met de Landen uitvoeringsagenda’s
op te stellen en te actualiseren, en door Nederlandse expertise en technische assistentie
te leveren. Hierbij gaan we verkennen wat mogelijk is vanuit het Landspakket om het
ecosysteem te versterken en daarmee de uitdagingen zoals genoemd in het rapport te
adresseren (institutionele versterking op economische sturing en stimulering ondernemerschap
en kapitaalmarkt).
Naast deze ontwikkelingen zet de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zich
actief in voor het verbinden van partijen in het Caribisch deel van het Koninkrijk
en het, op projectbasis, versterken van lokale instituties, met als doel bij te dragen
aan een (economisch) duurzame en weerbare samenleving. Hierbij wordt nauw samengewerkt
met lokale en nationale stakeholders.
Het aanstellen van een kwartiermaker voor een Economisch Groeiplatform Carib acht
ik niet van toegevoegde waarde ten opzichte van de bovenstaande ontwikkelingen die
al in gang zijn gezet en de rol die RVO oppakt.
Door aan te sluiten bij de specifieke economische ontwikkelingsstrategieën voor Bonaire,
Sint Eustatius en Saba, het onderzoek naar de fysieke infrastructuur in Caribisch
Nederland, het voornemen om van lenen op de kapitaalmarkt voor de openbare lichamen
mogelijk te maken, de inzet van de TWO voor de Landen en de inzet van de RVO voor
het gehele Caribisch deel van het Koninkrijk, wordt invulling gegeven aan hetgeen
Deloitte in de alternatieve opties voorstelt en wordt er in de versterkingsbehoefte
van het huidige ecosysteem voor bedrijven en innovatie voorzien.
Ik vertrouw erop dat we met deze aanpak een duurzame basis leggen voor verdere economische
ontwikkeling in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken