Brief regering : Opvolging van het amendement van de leden Dijk en Flach over een acceptatieplicht voor contant geld bij kleine betalingen (Kamerstuk 36228-19)
36 228 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme in verband met het verbod op contante betalingen voor goederen vanaf 3.000 euro (Wet plan van aanpak witwassen)
Nr. 24
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 oktober 2024
Bij de stemmingen over het voorstel voor de Wet plan van aanpak witwassen heeft uw
Kamer het amendement-Dijk/Flach over een acceptatieplicht voor contant geld bij kleine
betalingen aangenomen.1
Ook ik vind het van groot belang dat contant geld breed geaccepteerd blijft aan de
toonbank. Veel mensen zijn afhankelijk van het gebruik van contant geld, omdat zij
moeite hebben met elektronische vormen van betalen. Daarnaast is er een groep mensen
die liever contant betaalt of de mogelijkheid wil hebben om dat te doen. Verder is
contant geld de belangrijkste terugvaloptie bij verstoringen in het elektronische
toonbankbetalingsverkeer.2 Een acceptatieplicht draagt bij aan die belangen en moet tegelijkertijd proportioneel
en uitvoerbaar zijn voor toonbankinstellingen.3
In deze brief geef ik een nadere appreciatie van de mogelijke gevolgen van het amendement,
indien de Eerste Kamer het gewijzigde wetsvoorstel aan neemt. Ik zal hieronder ingaan
op de noodzaak van een adviesaanvraag bij de Europese Centrale Bank (ECB), de mogelijke
invulling van een algemene maatregel van bestuur (amvb) met uitzonderingen, en de
inwerkingtreding van de voorgestelde acceptatieplicht.
Advies ECB
Na de stemmingen is gebleken dat de inhoud van dit amendement valt onder de verplichting
om de ECB om advies te vragen over ontwerpbepalingen die te maken hebben met betaalmiddelen.4. Om aan deze verdragsrechtelijke verplichting te voldoen, stuur ik een adviesaanvraag
aan de ECB. Een afschrift van die brief is bijgevoegd. Ik heb de ECB gevraagd om binnen
vier weken een advies uit te brengen.
Reikwijdte en uitzonderingen
De voorgestelde acceptatieplicht heeft een brede reikwijdte. Op wetsniveau is de plicht
om contant geld te accepteren slechts beperkt tot betalingen tussen, kort gezegd,
een particuliere partij en een zakelijke partij. In dat geval moet de zakelijke partij
contant geld accepteren tot een bedrag van € 3.000.
In het amendement is de mogelijkheid opgenomen om bij algemene maatregel van bestuur
uitzonderingen op de acceptatieplicht te maken, als dat noodzakelijk is vanwege de
veiligheid of de specifieke aard van de werkzaamheden. Ik ben van plan om van die
mogelijkheid gebruik te maken om de acceptatieplicht proportioneel en uitvoerbaar
te maken. Leidend blijft dat contant geld breed geaccepteerd wordt, zodat de inclusiviteit
van het betalingsverkeer en de terugvalfunctie van contant geld op peil blijven.
Niet onder de reikwijdte van de voorgestelde acceptatieplicht vallen betalingen die
kwalificeren als bestuursrechtelijke geldschulden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb). Deze worden in beginsel giraal voldaan, maar een bestuursorgaan kan daarvan
afwijken als girale betaling bezwaarlijk is.5 Ik vind het niettemin van groot belang dat het aan de overheidsbalie mogelijk is
om contant te betalen, bijvoorbeeld bij de aanvraag van een paspoort of in een gemeentelijk
zwembad.6
Uit de toelichting bij het amendement blijkt dat de indieners beogen dat de acceptatieplicht
geldt voor publiek toegankelijke locaties. Onder de reikwijdte vallen echter ook betalingen
buiten de verkoopruimte, bijvoorbeeld online of telefonisch. Ook periodieke betalingen
voor bijvoorbeeld energie, de krant of een verzekering vallen onder de acceptatieplicht.
Met het oog op proportionaliteit en uitvoerbaarheid ligt het in de rede om deze soorten
betalingen in ieder geval uit te zonderen.
Uit onderzoek in opdracht van DNB blijkt dat sommige ondernemers ook contant geld
weigeren om andere redenen, zoals de snelheid en efficiëntie van girale betalingen,
de lagere verwerkingskosten en foutkans, een eenvoudigere boekhouding of het tegengaan
van diefstal door het eigen personeel.7 Het ligt niet voor de hand om hierom uitzonderingen op de acceptatieplicht te maken,
omdat deze redenen niet op lijken te wegen tegen de publieke belangen van contant
geld.
Daarnaast zijn er ondernemers die contant geld weigeren om veiligheidsredenen, bijvoorbeeld
na een reeks overvallen. Ik vind het van belang om goed te kijken naar de uitzonderingen
vanwege de veiligheid. Enerzijds moet het bijvoorbeeld voor ondernemers met een hoog
risico op overvallen mogelijk zijn om, al dan niet tijdelijk, geen contant geld te
gebruiken. Anderzijds vind ik het niet wenselijk dat een veiligheidsuitzondering door
iedereen kan worden ingeroepen, want dat kan de brede acceptatie van contant geld
ondermijnen. Ik wil nader bekijken hoe een uitzondering voldoende recht kan doen aan
die beide belangen.
Ook de noodzaak of wenselijkheid van andere uitzonderingen wil ik nader bezien. Te
denken valt bijvoorbeeld aan onbemande tankstations, verkoopautomaten, laadpalen en
tolwegen.
Vervolgproces
Indien de Eerste Kamer het voorstel aanneemt, vind ik het in het belang van de rechtszekerheid
noodzakelijk om eerst een uitzonderingsbesluit uit te werken. Daarmee kan ook worden
voorkomen dat bijvoorbeeld bedrijven die nu geen contant geld accepteren, onnodige
kosten maken om aan de verplichting te voldoen, terwijl zij later onder een uitzondering
komen te vallen.
Ik ben inmiddels begonnen met de voorbereidingen voor het uitzonderingsbesluit. In
het proces zal ik belanghebbenden, waaronder ondernemers- en consumentenorganisaties
betrekken en oog hebben voor de (financiële) gevolgen die de acceptatieplicht voor
hen kan hebben.
Omdat de acceptatieplicht bij amendement is ingevoegd, zijn de gebruikelijke toetsen
bij een regerings- of initiatiefvoorstel niet uitgevoerd. Ik zal daarom bij de voorbereiding
van het uitzonderingsbesluit de relevante toetsingsinstanties betrekken, waaronder
het Adviescollege Toetsing Regeldruk, de Raad voor de rechtspraak en de Afdeling advisering
van de Raad van State. Ook zal ik het ontwerpbesluit in het kader van een zogenoemde
«zware voorhang»-procedure aan de Eerste en Tweede Kamer voorleggen.
Ik ben voornemens om de inwerkingtreding van de acceptatieplicht uit te stellen, zodat
het gelijktijdig met het uitzonderingsbesluit in werking kan treden.
Tot slot
Contant geld dient belangrijke maatschappelijke belangen en moet daarom breed geaccepteerd
worden. De door uw Kamer voorgestelde acceptatieplicht roept een aantal uitwerkingskwesties
op. Daarom heb ik het amendement voor advies voorgelegd aan de ECB en ben ik begonnen
met de voorbereidingen voor een uitvoeringsbesluit, zodat de voorgestelde acceptatieplicht
zo spoedig mogelijk in werking kan treden, mocht de Eerste Kamer het wetsvoorstel
aannemen.
Een brief met dezelfde inhoud heb ik gestuurd aan de voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën