Brief regering : Toezegging over vermoedens burgerslachtoffers Afghanistan
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 971 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2024
Op 16 mei 2024 is toegezegd1 dat Defensie de Kamer zal informeren mocht uit nader onderzoek van het Nederlands
Instituut voor Militaire Historie (NIMH) blijken dat er meer vermoedens van burgerslachtoffers
t.g.v. Nederlandse geweldsaanwendingen in Afghanistan bij Defensie bekend zijn, maar
nog niet openbaar zijn gemaakt (door Defensie en/of het Openbaar Ministerie). Het
NIMH heeft na onderzoek één serie geweldsaanwendingen aangetroffen waarbij dit het
geval is. Het betreft geweldsaanwendingen van Nederland en een coalitiegenoot op 23 mei
2007 op de zuidflank van Chora, waarbij volgens een lokale bron drie gewonden zijn
gevallen. Ook nam een Nederlandse eenheid de volgende ochtend een aantal begrafenissen
waar.
Het is op basis van de bij Defensie bekende informatie niet vast te stellen of er
daadwerkelijk doden en/of gewonden zijn gevallen en zo ja of dit mogelijk veroorzaakt
is door Nederlandse geweldsaanwendingen op 23 mei 2007. Omdat de verwachting is dat
aanvullend intern onderzoek in deze Afghaanse context geen nieuwe informatie zal opleveren,
wordt daartoe op dit moment niet besloten. Bij vergelijkbare casussen die al sinds
2009 bekend zijn en zijn opgenomen in de openbare registratie heeft Defensie om deze
reden tevens geen aanvullend onderzoek ingesteld. Mocht op enig moment toch nieuwe
informatie beschikbaar komen, bijvoorbeeld via derden, dan kan dit besluit worden
heroverwogen. Het Openbaar Ministerie is over deze geweldsaanwending geïnformeerd.
De Minister van Defensie, R.J. Brekelmans
Indieners
-
Indiener
R.P. Brekelmans, minister van Defensie