Brief regering : Voortgang Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid
30 995 Aanpak Wijken
Nr. 104
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2024
Met het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) wordt in 20 gebieden
in Nederlandse steden gewerkt aan verbetering van de leefbaarheid en veiligheid, omdat
die daar zwaar onder druk staat. Daarbij wordt gewerkt aan drie inhoudelijke doelen:
het verbeteren van slechte woningen en het zorgen voor meer gemengde wijken, bewoners
meer mee laten doen in de samenleving en de aanpak van (jeugd)criminaliteit.
Door middel van deze brief breng ik u op de hoogte van de voortgang van het programma.
In het Hoofdlijnenakkoord1 en het Regeerprogramma2 is aangekondigd dat het NPLV wordt doorgezet. Mede namens de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris Participatie en Integratie, de Staatssecretaris
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister van Justitie en Veiligheid, de Staatssecretaris
Rechtsbescherming, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris
Jeugd, Preventie en Sport informeer ik u over de inzet van het Kabinet in de komende
periode.
Voortgangsoverzicht
Ten behoeve van de langjarige aanpak in de 20 gebieden en om zicht te houden op de
voortgang wordt jaarlijks aan de hand van indicatoren per NPLV-doelstelling aan u
gerapporteerd. Het bijgevoegde Voortgangsoverzicht geeft – met voorbeelden uit de
gebieden zelf- de bevindingen van het afgelopen jaar weer, waarin de eerste stappen
sinds de start van het programma in 2022 zijn gezet.
Woningbouw, verbeteren slechte woningen, gemengde wijken
In de 20 NPLV-gebieden is met inzet van de Woningbouwimpuls (Wbi) en de Startbouwimpuls
(Sbi) de bouw in voorbereiding van ongeveer 15.000 woningen. Met de inzet van middelen
uit het Volkshuisvestingsfonds (VHF) zijn bijna 1.400 kwetsbare woningen verbeterd,
bij 4.590 woningen is hiermee gestart.
Verder zijn in totaal zo’n 30.000 tot 40.000 huishoudens in de NPLV-gebieden geholpen
met energiebesparende voorzieningen voor een lagere energierekening en een gezonder
leefklimaat. In vijf gebieden zijn het afgelopen jaar met hulp het Nationaal Isolatieprogramma
(NIP) 400 woningen met energielabel D-G geïsoleerd.
Vijf gebieden die deel uitmaken van het NPLV maken gebruik van selectieve woningtoewijzing
op basis van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp), om
de leefbaarheid en veiligheid te verbeteren. Zes andere NPLV-gebieden overwegen de
wet toe te passen. Behalve om de leefbaarheid te verbeteren, kan hierdoor ook voorrang
worden verleend aan de huisvesting van politieagenten, verpleegkundigen of leraren
in het gebied.
De inzet van financiële middelen in het fysieke domein in de 20 focusgebieden wordt
gecontinueerd. Over de omvang en de wijze waarop dit gaat plaatsvinden verwacht ik
u binnenkort te informeren. De financiering na 2025 van de lokale programmabureaus
die ondersteunend zijn aan de allianties in de focusgebieden maakt hier deel van uit.
Daarnaast streef ik ernaar om vóór het einde van dit jaar afspraken te maken op de
Woontop over onder andere het beter benutten van de bestaande voorraad en de woningbouwpotentie
in de NPLV-gebieden.
In de komende periode bevordert het kabinet dat gemeenten en corporaties het beschikbare
wooninstrumentarium ook daadwerkelijk gaan inzetten, meer dan tot nu toe gebeurt.
Dit gebeurt door op lokaal niveau kennis te delen over de (on)mogelijkheden die het
instrumentarium biedt en te assisteren bij de voorbereidingen van de eventuele implementatie.
Het gaat hierbij onder meer om de Wet Goed Verhuurderschap, de Huisvestingswet, de
Leegstandswet en de inzet van de maatregelen op grond van de Wet bijzondere maatregelen
grootstedelijke problematiek.
Verder onderzoek ik de mogelijkheden om verschillende regelingen binnen het fysieke
domein te bundelen. De inzet is dat het aanvraag- en verantwoordingsproces wordt vereenvoudigd
en de administratieve lasten zullen verminderen. Hierbij bouw ik voort op de lessen
zoals die zijn opgedaan met de Regeling kansrijke wijk.
Voor de verhuur van woonruimten aan arbeidsmigranten introduceert het kabinet een
doelgroepencontract, waarmee zowel voor de arbeidsmigrant als voor de werkgever duidelijkheid
wordt gegeven over de geldende huur(prijs)bescherming. Werkgevers van arbeidsmigranten
moeten afspraken maken met gemeenten over waar hun tijdelijke werknemers worden gehuisvest.
Ook wordt bevorderd dat medeoverheden meer ruimte laten voor huisvesting op het eigen
terrein van de werkgever.
Meedoen in de samenleving
In de afgelopen periode is veel werk gemaakt van het bundelen van zeven geldstromen
van de departementen van OCW, SZW, VWS en BZK in de regeling Kansrijke Wijk. Hierdoor
zijn de administratieve lasten voor gemeenten teruggedrongen: minder aanvragen, en
minder verantwoordings- en monitoringslasten. Voor de periode 2023–2025 is voor de
20 focusgebieden € 256 miljoen beschikbaar. Veel van de activiteiten bekostigd vanuit
de SPUK Kansrijke Wijk richten zich op laagdrempelige interventies die dicht bij bewoners
staan. Met de inzet van sleutelfiguren, de (bestaande) sociale infrastructuur en toegankelijke
begeleidingstrajecten worden mensen begeleid naar werk, ondersteund bij het voorkomen
van armoede en schulden, en wordt hun weerbaarheid versterkt.
Komende periode zal daarnaast worden ingezet op sport en bewegen. Ook wordt bekeken
hoe een samenhangende inzet op andere terreinen (bijvoorbeeld op armoede, schulden
en wonen) kan helpen om gezondheidsachterstanden terug te dringen. Hierbij wordt ook
gekeken naar wat dat betekent voor de financiering en welke rol bijvoorbeeld gemeenten
en zorgverzekeraars daarin kunnen hebben. Verder worden mogelijkheden tot versterkte
inzet op werk meegenomen in de ontwikkeling van de Actieagenda Integratie.
Ook zijn er maatregelen gericht op extra leer- en ontwikkeltijd (School en Omgeving)
en het verbeteren van de kwaliteit en het bereik van de vroeg- en voorschoolse educatie.
In de NPLV-gebieden komen 97.500 kinderen in aanmerking voor het programma School
en Omgeving. Daarmee is voor deze kinderen gemiddeld 8 uur in de week extra leer-
en ontwikkeltijd aangevraagd. Ongeveer 70 procent van de doelgroep neemt deel aan
voorschoolse educatie om beter voorbereid aan de basisschool te kunnen beginnen.
Daarnaast werken 17 van de twintig gebieden van het NPLV aan een plan voor loopbaanoriëntatie
en baangaranties, gebaseerd op of geïnspireerd door de «AanDeBak-garantie»-aanpak,
ontwikkeld in Rotterdam-Zuid. Het doel is om jongeren kansrijk op te leiden voor banen
in sectoren die relevant zijn voor de arbeidsmarkt. Wanneer jongeren kiezen voor een
MBO-opleiding in de techniek, zorg of kinderopvang zijn zij bij de start verzekerd
van een baan. De «AanDeBak-garantie» is een bewezen aanpak om het aantal vroegtijdige
schoolverlaters en jongeren zonder startkwalificatie terug te dringen.
Zoals aangekondigd in het Regeerprogramma worden de vanuit de ministeries van VRO,
JenV, OCW, SZW en VWS beschikbare geldstromen voor investeringen in deze gebieden
zoveel mogelijk gecontinueerd. Er wordt gestreefd om deze geldstromen waar mogelijk
te bundelen en het aantal specifieke uitkeringen verder terug te dringen om de administratieve
lasten bij gemeenten te verminderen3. Dit sluit ook aan bij de motie van het lid Dijk c.s.4 waarin verzocht wordt met een plan te komen om de NPLV-gebieden in staat te stellen
om tot ten minste 2028 hun aanpak voort te zetten. Hierbij wordt ook gevraagd om waar
mogelijk de bureaucratie te verminderen door financiële regelingen die er al zijn
hiervoor te gebruiken. Over de precieze uitwerking hiervan wordt u nader geïnformeerd.
Preventieve aanpak (ondermijnende) jeugdcriminaliteit
De preventieve aanpak van (ondermijnende) jeugdcriminaliteit is één van de grote opgaven
in de focusgebieden. Hiervoor is door het Ministerie van JenV het programma Preventie
met Gezag5 (PmG) ontwikkeld en is vanaf 2025 structureel 143 miljoen euro beschikbaar. Binnen
het programma werken gemeenten en (justitiële) partners samen aan het voorkomen dat
kinderen en jongeren, voor wie het risico op afglijden in de criminaliteit hoog is,
in aanraking komen met criminaliteit, daarin belanden of doorgroeien. Met PmG worden
kansen geboden aan jongeren in een kwetsbare positie en worden grenzen gesteld aan
risico en crimineel gedrag. Gemeenten putten voor de PmG-aanpak zoveel mogelijk uiteen
mix van kansrijke en bewezen effectieve (gedrags)interventies, maatregelen en samenwerkingsverbanden,
gericht op het verkleinen van riscofactoren en het vergroten van beschermende factoren
voor jeugdcriminaliteit. De 19 bij het NPLV betrokken gemeenten hebben hun plannen
bij het ministerie ingediend en zijn inmiddels aan de slag gegaan met de uitvoering.
Bij de totstandkoming van het NPLV lag de focus binnen het veiligheidsdomein op de
preventieve aanpak van (ondermijnende) jeugdcriminaliteit. Er spelen echter meer veiligheidsopgaven
in de gebieden, zo geven ook de gemeenten zelf aan. In de gebieden is onder andere
sprake van ondermijnende bedrijvigheid en malafide verhuur, geweldsdelicten en overlast.
Veel van deze opgaven worden via het reguliere beleid opgepakt, een aantal krijgt
via de lokale gebiedsgerichte programma’s extra aandacht. Op verzoek van de focusgebieden
is er vanuit het Rijk in de afgelopen tijd ondersteuning verleend. Komende tijd wordt
de behoefte voor eventuele verdere bestuurlijke afspraken voor de verbreding van de
actielijn veiligheid verder onderzocht.
Voor de aanpak van malafide verhuur en bedrijvigheid is het essentieel dat het beschikbare
juridische instrumentarium ook wordt benut. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht
aan de toepassing van de Wet Bibob bij het verstrekken van verhuurvergunningen in
het kader van de Wet goed verhuurderschap. Tegelijkertijd kan het nodig zijn om het
juridisch instrumentarium uit te breiden wanneer het niet toereikend is.
Tot slot
Ik heb inmiddels kennis mogen maken met twee van de twintig focusgebieden, Den Haag
Zuidwest en Heerlen-Noord. De indrukken die ik tijdens deze werkbezoeken heb opgedaan
hebben mij bevestigd in het belang van de gebiedsgerichte en integrale aanpak van
het NPLV en het onverminderd voortzetten van de rijksinzet daarbij. Na de fase van
planvorming is in de gemeenten inmiddels een goede start gemaakt met de uitvoering.
Ik kijk ernaar uit om het debat met uw Kamer daarover aan te gaan.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Indieners
-
Indiener
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening