Brief regering : Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Maritiem van 3 oktober 2024 over marktaandeel Nederlandse vlag
31 409 Zee- en binnenvaart
Nr. 467
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2024
In het Commissie Debat Maritiem van 3 oktober 2024 is toegezegd een beeld te schetsen
van de acties die het Ministerie van IenW onderneemt om het marktaandeel van het varen
onder Nederlandse vlag gelijk te houden.
De Nederlandse vloot bestaat momenteel uit 1.117 schepen onder Nederlandse vlag met
een bruto tonnage van 6,9 mln., en 1.688 schepen in Nederlands beheer en onder buitenlandse
vlag met een bruto tonnage van 23 mln.1. In absolute zin is de Nederlandse vlag over de laatste 10 jaar gemeten naar aantallen
schepen afgenomen met 9%2. Nederland is daarmee nog steeds een vlaggenstaat die er internationaal toe doet,
met wereldwijd, net als in 2014, een 23e plaats qua aantal schepen onder haar vlag (en een 29e plek qua tonnage), en een vloot die, in termen van aantal schepen, groter is dan
die in landen om ons heen3.
Die positie is echter niet vanzelfsprekend. De voorbije jaren is de wereldvloot in
aantallen schepen met 24% gegroeid. Het relatieve marktaandeel van de Nederlandse
vloot is gedaald. Een belangrijke reden hiervoor ligt in het feit dat de groei van
de wereldvloot zich vooral in de containerschepen heeft voorgedaan, een marktsegment
waarin Nederlandse reders al langere tijd maar beperkt actief meer zijn. De Nederlandse
vlag bestaat vooral uit gespecialiseerde schepen (zoals offshore werkschepen) en relatief
kleinere short sea schepen. Het is dan ook niet realistisch om als Nederland gelijke tred te willen
houden met de huidige groei van de wereldvloot.
Een sterke Nederlandse vlag is en blijft echter voor ons land van groot belang. Nederland
heeft een sterk en divers maritiem cluster, dat een grote bijdrage levert aan de economie
van ons land. De kracht van het cluster wordt bepaald door de samenhang van zijn onderdelen,
zoals de maakindustrie, het maritiem onderwijs en de kennisinstituten. Gezamenlijk
vormen zij een uniek maritiem ecosysteem van een zeer hoog niveau. Onmisbaar daarin
is een aanzienlijk aantal schepen onder Nederlandse vlag, waarbij economisch gezonde
rederijen moeten kunnen investeren in kwaliteit, innovatie en duurzaamheid. Dat vraagt
om een goed samenspel tussen sector en overheid, waar deze laatste de aantrekkelijkheid
en competitiviteit van de Nederlandse vlag kan ondersteunen met nationaal en internationaal
beleid, moderne regelgeving en goede dienstverlening. Voorop staat daarbij dat Nederland
een kwaliteitsvlag wil zijn en blijven; dat wil zeggen een vlag die internationaal
bekend staat om haar hoge kwaliteitsstandaarden (waardoor bijvoorbeeld Nederlandse
schepen op grond van hun lagere veiligheidsrisico internationaal minder vaak geïnspecteerd
hoeven te worden), en die zich vooral richt op die marktsegmenten en schepen die de
grootste toegevoegde waarde hebben voor het Nederlands maritiem cluster.
Het beleid ter ondersteuning van de Nederlandse zeevaartsector bevat een veelheid
aan maatregelen en acties, die er deels op zijn gericht om reders te bewegen onder
Nederlandse vlag te komen en te blijven varen, en deels gericht zijn op de Nederlandse
zeevaart- en maritieme sector als geheel. Hieronder volgt een aantal concrete voorbeelden
van lopende acties:
• Met het Maritiem Masterplan investeren sector en overheid samen in de verduurzaming en de toekomstbestendigheid
van de maritieme sector. Kern hiervan is een omvangrijke subsidieregeling gericht
op de ontwikkeling en de bouw van klimaatneutrale schepen. Hiertoe is vanuit het Nationaal
Groeifonds een bijdrage van € 210 mln. gedaan. Tegelijkertijd wordt geïnvesteerd in
initiatieven om de aantrekkelijkheid van het werken in de maritieme sector te bevorderen.
Het Maritiem Masterplan geldt daarmee als één van de flagship projecten uit de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie. Ten behoeve van de energietransitie
is daarnaast vanuit het Klimaatfonds € 111,3 mln. gereserveerd voor de opschaling
van duurzame aandrijftechnieken aan boord van schepen. Met dergelijke impulsen wordt
de innovatiekracht van de Nederlandse maritieme sector versterkt, wat haar concurrentiepositie
en aantrekkelijkheid ten goede komt.
• Met de sectoragenda maritieme maakindustrie4 is een breed pakket aan maatregelen gepresenteerd ter versterking van de totale maritieme
sector in Nederland, en daarmee ook van de aantrekkelijkheid van de Nederlandse vlag.
Eén van de maatregelen betreft een innovatieregeling van € 30 mln. voor initiatieven
op het gebied van verduurzaming, het verbeteren van de veiligheid van het delen van
maritieme data, en het ontwikkelen en bouwen van veiligere, meer concurrerende en
slimmere schepen. Uitvoering van de sectoragenda gebeurt in intensieve samenwerking
tussen sector en overheid, met een centrale rol voor het recent gestarte Rijksregiebureau.
• Met de modernisering van de zeevaartregelgeving maken we het makkelijker voor de Nederlandse zeevaart om te innoveren en te experimenteren,
en versterken we haar concurrentiepositie. Zo vermindert het recente Wetsvoorstel
bemanning zeeschepen, dat momenteel voorligt in de Eerste Kamer, administratieve lasten
en geeft ruimte voor de benodigde vernieuwingen in het zeevaartonderwijs.
• Door stappen te maken richting de invoering van digitale certificaten en persoonsdocumenten voor zeevarenden werkzaam op (voornamelijk) Nederlands gevlagde
schepen verminderen we administratieve lasten voor Nederlandse reders en verminderen
we de fraudegevoeligheid en het misbruik van certificaten.
• Een gunstig fiscaal klimaat draagt bij aan een internationaal gelijk speelveld. Dat richt zich deels op de hele
zeevaartsector (de tonnageregeling en de willekeurige afschrijving zeeschepen) en
deels op schepen onder Nederlandse vlag (de afdrachtvermindering loonbelasting en
premie voor de volksverzekeringen). Over de uitbreiding van de fiscale regelingen
naar offshore werkschepen is, samen met de Staatssecretaris van Financiën, de Kamer
eerder per brief ingelicht5, en is tijdens het CD Maritiem van 3 oktober jl. toegezegd om dit najaar hierover
verder in gesprek te gaan met de Staatssecretaris voor Fiscaliteit.
• In het kader van de oprichting van de Maritieme Autoriteit werken we aan het verbeteren van de dienstverlening van het scheepsregister aan schepen
onder Nederlandse vlag. Door onder andere verdere digitalisering van de afgifte van
certificaten worden de doorlooptijden voor vergunningverlening verder verkort tot
internationaal concurrerend niveau. Daarnaast wordt een intern innovatieloket ingericht
waardoor complexe aanvragen (bijvoorbeeld bij innovatieve scheepsontwerpen) sneller
en kundiger worden afgehandeld. Tevens wordt gewerkt aan een betere interne regie
bij de overheidspartijen die betrokken zijn bij de vergunningverlening voor de zeevaart
waardoor een duidelijker aanspreekpunt voor de reders ontstaat en wordt gewerkt aan
modernisering van wet- en regelgeving.
• Kenmerkend voor een kwaliteitsvlag is dat reders onder Nederlandse vlag bij problemen in het buitenland of in buitenlandse havens kunnen rekenen op hulp vanuit hun vlaggenstaat. Zo heeft Nederland zich tijdens COVID
ingespannen om bemanningswisselingen zo veel mogelijk te kunnen blijven doen en was
Nederland wereldwijd een van de eerste landen die, in samenwerking tussen sector en
overheid, een specifiek vaccinatieprogramma voor zeevarenden (ongeacht nationaliteit)
op schepen onder de eigen vlag introduceerde.
• Het internationale karakter van de zeevaart vraagt om maatregelen op internationaal niveau. Dit zorgt voor een groter effect en een gelijker speelveld. Bij de ontwikkeling
van die internationale regelgeving staan voor Nederland de bijzonderheden van de Nederlandse
vloot voorop. Zo pleit Nederland al enige tijd voor een verruiming van de toepassing
van EU-ETS en Fuel-EU Maritime tot schepen boven de 400 GT (i.p.v. 5.000 GT), wat
oneerlijke concurrentie voor de Nederlandse vloot aanpakt. Ook pleit Nederland (met
België) voor een eerlijke behandeling van offshore werkschepen (incl. baggerschepen)
onder EU-ETS.
Tot slot wordt opgemerkt dat het aandeel Nederlandse vlag schepen ten opzichte van
de wereldvloot niet alleen afhankelijk is van het Nederlandse overheidsbeleid, maar
ook van bijvoorbeeld het beleid van andere landen en van investeringsbeslissingen
van individuele bedrijven. Een sterke Nederlandse zeevaartsector met een Nederlandse
vlag is en blijft afhankelijk van een goed samenspel tussen overheid, die de kaders
schept, en sector.
Het Ministerie van IenW zal zich blijven inzetten voor een gezonde Nederlandse maritieme
sector met wie samen geïnvesteerd wordt in een veilige, sociale en duurzame zeevaart.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat