Brief regering : Verkoopprogramma certificaten ABN AMRO

Nr. 118
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2024

Met deze brief wil ik u informeren dat ik heb ingestemd met het advies van NLFI om
opnieuw gedurende een langere periode dagelijks kleine hoeveelheden certificaten van
aandelen in ABN AMRO Bank N.V. (ABN AMRO) te verkopen via de beurs (een zogenoemd
dribble-out-programma). Dit verkoopprogramma start per direct.

In mijn brief van 11 september 2024 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat het belang van
de staat, via een verkoopprogramma, was teruggebracht tot 40,5%.1 Tevens heb ik in die brief aangekondigd dat NLFI mij ook de komende periode zou adviseren
over de verdere afbouw van het belang in ABN AMRO.

Het verkoopprogramma, dat vandaag start, is erop gericht het belang in ABN AMRO af
te bouwen tot circa 30%. Gedetailleerde informatie over het dribble-out-programma kan niet openbaar worden gemaakt aangezien dat een negatief effect kan
hebben op deze transactie dan wel toekomstige transacties en daarmee de belangen van
de staat kan schaden. Ik zal u na afronding van het verkoopprogramma informeren over
de totale opbrengst en het definitieve aantal verkochte certificaten. De opbrengst
van de verkoop is conform begrotingsregels niet kader- en EMU-saldo relevant. De opbrengst
zal de staatsschuld doen afnemen, maar zal geen effect hebben op de budgettaire ruimte
van het kabinet of op het EMU-saldo.

Ik heb van NLFI twee adviezen ontvangen. Het window-advies van NLFI van 21 september 2024 vindt u bijgevoegd. Met dit advies heeft NLFI goedkeuring
gevraagd voor het treffen van de voorbereidingen voor een dribble-out-programma. Het T=nu advies van 9 oktober 2024, waarin NLFI mij heeft geadviseerd om in te stemmen met
de specifieke vormgeving en uitvoering van een verkoopprogramma, bevat marktgevoelige
en vertrouwelijke informatie en kan daarom niet openbaar worden gemaakt. Het persbericht
van NLFI en de beslisnota over de start van het dribble-out-programma vindt u ook bijgevoegd. Bepaalde bedrijfsvertrouwelijke en marktgevoelige
passages kunnen niet openbaar worden gemaakt. Openbaarmaking van deze passages kan
een negatief effect hebben op deze transactie dan wel toekomstige transacties en daarmee
de belangen van de staat schaden.

Gedurende de looptijd van het programma wordt de grens van 331/3% van het aandelenbelang van NLFI in ABN AMRO onderschreden. Voor de beursgang van
ABN AMRO is een Relationship Agreement tussen NLFI en ABN AMRO gesloten om afspraken
te maken over welke bijzondere rechten NLFI als aandeelhouder heeft. Op basis van
de in de Relationship Agreement gemaakte afspraken tussen NLFI en ABN AMRO leidt de
onderschrijding van 331/3% automatisch tot een verlies van bepaalde bijzondere rechten. Samengevat betreft
dit het goedkeuringsrecht voor uitgifte van aandelen en het goedkeuringsrecht voor
investeringen met een waarde van minstens 10% van het eigen vermogen. Conform de Relationship
Agreement behoudt NLFI onder meer de volgende bijzondere rechten: het goedkeuringsrecht
van het generieke profiel van de Raad van Commissarissen (RvC), het adviesrecht voor
de (her)benoeming van de Raad van Bestuur (RvB, ook wel ExBo genoemd), de voorzitter
van de RvC en de externe accountant en informatierecht over alles omtrent beloningen
voor de RvB. De Relationship Agreement komt te vervallen wanneer het aandelenbelang
van NLFI de 10% onderschrijdt.

Daarnaast heeft de STAK (Stichting Administratiekantoor Continuïteit ABN AMRO Bank)
niet langer meer de instemming nodig van NLFI om de stemvolmachten in te trekken in
geval van een vijandige overname.

In de Relationship Agreement is afgesproken dat bij onderschrijding van 331/3% van het aandelenbelang van NLFI in ABN AMRO, er tussen ABN AMRO en NLFI in goed
vertrouwen nieuwe afspraken worden gemaakt over de informatie- en dialoogpositie van
NLFI. ABN AMRO en NLFI hebben hierover inmiddels overeenstemming bereikt. Afgesproken
is dat er voor nu niets wijzigt aan de informatie- en dialoogpositie van NLFI, met
uitzondering van het vervallen van het informatierecht van NLFI over (des)investeringen
van € 50 miljoen of meer. Als het belang van NLFI in ABN AMRO de 15% onderschrijdt
gaan NLFI en ABN AMRO opnieuw met elkaar in gesprek over de informatie- en dialoogpositie
van NLFI. Ik heb met de afspraken tussen NLFI en ABN AMRO ingestemd. Deze afspraken
worden vastgelegd en door ABN AMRO en NLFI gepubliceerd op hun respectievelijke websites.

Tevens zend ik u hierbij een vertrouwelijke brief over een aanpassing van de afbouwstrategie
ABN AMRO. Deze informatie kan niet openbaar met uw Kamer worden gedeeld, omdat hiermee
inzicht wordt gegeven in de afwegingen en strategie van de staat bij de afbouw van
het belang van ABN AMRO en daarmee de belangen van de staat kan schaden. Deze brief
kan openbaar gemaakt worden pas nadat het laatste aandeel van NLFI in ABN AMRO is
verkocht.

De Minister van Financiën,
E. Heinen