Brief regering : Beleidsreactie WODC rapport Langdurig toezicht bij ernstige gewelds- en zedendelinquenten
24 587 Justitiële Inrichtingen
29 452
Tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel
Nr. 975
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2024
Met deze brief geef ik mijn beleidsreactie op het rapport Langdurig toezicht bij ernstige gewelds- en zedendelinquenten. Op 12 juni 2024 bood ik uw Kamer dit rapport aan.1 Dit rapport is opgesteld door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC)
en is onderdeel van het onderzoeksprogramma van de Wet langdurig toezicht (Wlt). Hieronder
vat ik het doel van de Wlt en het onderzoek eerst samen.
Doel van de Wet langdurig toezicht
In 2018 is de Wet langdurig toezicht (Wlt) in werking getreden. In de Wlt zijn het
langdurig toezicht en de behandeling en monitoring van ex-gedetineerden en (ex-)terbeschikkinggestelden
(tbs) die zijn veroordeeld voor ernstige zeden- of geweldsmisdrijven geregeld. Na
afloop van een gevangenisstraf of tbs-maatregel kunnen zij, indien het recidiverisico
daartoe aanleiding geeft, langer onder toezicht worden gesteld. Dit toezicht is telkens
te verlengen en daarmee van tevoren van onbekende totale duur. Met de Wlt is het mogelijk
geworden langer en in sommige gevallen levenslang toezicht te houden op deze doelgroep.
Het doel van de Wlt is het voorkomen van herhaling van ernstige zeden- en geweldsmisdrijven.
Het onderzoek
De Wlt wordt na vijf jaar geëvalueerd. Voor deze wetsevaluatie heb ik het WODC gevraagd
een onderzoeksprogramma op te stellen. Uit het onderzoeksprogramma volgen verschillende
deelonderzoeken. Het onderhavige onderzoek maakt deel uit van het onderzoeksprogramma
naar de Wlt.2
Vanuit de Tweede Kamer zijn in het wetgevingstraject over de Wlt zorgen geuit over
de toepassing van toezicht op de langere termijn en over de uitvoerbaarheid van het
reclasseringstoezicht.
Het doel van dit onderzoek was om via een systematische meta-review in kaart te brengen
of voor de Wlt-doelgroep toezicht- of behandelprogramma’s bestaan, die kunnen helpen
om langdurig effectief toezicht te houden. Deze programma’s zijn niet gevonden voor
de gehele Wlt-populatie. Er zijn wel 15 programma’s effectief bevonden voor een langdurig
toezicht bij één van de vier subgroepen van de Wlt (justitiabelen in het algemeen,
justitiabelen met een psychische stoornis, justitiabelen met een verslaving en justitiabelen
met problematiek op verschillende leefgebieden, bijvoorbeeld huisvesting, inkomen
of werk). Tevens zijn 13 programma’s effectief bevonden voor kortdurend toezicht bij
één van deze vier subgroepen.
De onderzoekers bevelen onder meer aan om de gevonden effectieve toezicht- en behandelprogramma’s
voor langdurig toezicht in te zetten bij subgroepen van de Wlt en daarbij vervolgonderzoek
te doen naar de effectiviteit ervan. Tevens wordt aanbevolen om langdurig toezicht
zodanig in te richten dat hiermee zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de kernproblematiek
van de onder toezicht gestelde, bijvoorbeeld op het gebied van psychische stoornissen,
verslaving of leefgebieden. Tot slot bevelen de onderzoekers aan om de indicatoren
van de effectiviteit van langdurig toezicht (onder meer het verminderen van recidive,
symptomen van stoornissen, middelengebruik en het verbeteren van huisvesting, werk
en middelengebruik) te (blijven) monitoren.
Uit het onderzoek blijkt ook dat zowel in de internationale als in de Nederlandse
literatuur nog weinig bekend is over langdurig toezicht bij veroordeelden die onder
de Wlt vallen. In de Nederlandse praktijk is in het algemeen nog weinig onderzoek
gedaan naar langdurig toezicht, onder meer omdat langdurig toezicht niet vaak voorkomt.
Hoewel kortdurende toezicht- en behandelprogramma’s in Nederland informatief kunnen
zijn met betrekking tot kortdurend toezicht, kunnen ze niet worden gebruikt om conclusies
te trekken over langdurig toezicht. Wel bieden deze programma’s aanknopingspunten
om vervolgonderzoek op in te zetten, om te bepalen of deze programma’s ook effectief
zijn op de langere termijn.
Beleidsreactie
Ernstige gewelds- en zedenmisdrijven kunnen diepe sporen achterlaten bij slachtoffers
en hun naasten. Een stevige aanpak hiervan is van belang, zodat het onrecht kan worden
vergolden en de samenleving kan worden beschermd tegen herhaling. De Wlt speelt hierbij
een belangrijke rol. Op basis van de Wlt kan door middel van (langdurig) toezicht
namelijk meer grip worden verkregen op delinquenten teneinde hun strafbare gedrag
ten goede te keren. Naast de samenleving hebben ook zij hier baat bij. Om deze reden
vind ik het van belang dat het toezicht op basis van de Wlt zo effectief mogelijk
wordt vormgegeven.
Het toezicht op basis van de Wlt ziet op de extramurale fase van een straf of maatregel.
Dat wil zeggen in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van een tbs-maatregel,
een voorwaardelijke invrijheidsstelling (v.i.) na een gevangenisstraf of een gedragsbeïnvloedende
en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM), die zowel bij een tbs-maatregel als een gevangenisstraf
kan worden opgelegd. Dit toezicht wordt uitgevoerd door de reclassering.3
Uit het onderzoek is gebleken dat er nationaal en internationaal nog weinig bekend
is over langdurig toezicht bij de Wlt-doelgroep. Hoewel bij de reclassering ook nog
weinig bekend is over de effecten van langdurig toezicht op grond van de Wlt vanwege
de beperkte tijd dat deze modaliteit bestaat, is de reclassering wel steeds meer ervaring
aan het opdoen met langdurig toezicht. Ik wil daarom verkennen of de gevonden effectieve
toezicht- en behandelprogramma’s voor langdurig toezicht kunnen worden ingezet bij
langdurig toezicht bij de subgroepen van de Wlt. Hierover ga ik in lijn met de aanbeveling
van de onderzoekers met de reclassering in gesprek, ook over een eventueel vervolgonderzoek
naar de effectiviteit daarvan.
De onderzoekers bevelen aan dat bij toezicht- en behandelprogramma’s bij langdurig
toezicht zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de kernproblematiek van de justitiabele.
Met het oog op het voorkomen van recidive en resocialisatie onderschrijf ik dit. Voor
de veiligheid van de samenleving is het immers van belang dat justitiabelen een passend
en effectief toezicht- of behandelprogramma krijgen. De reclassering sluit bij zowel
kortdurend als langdurend toezicht reeds aan bij de kernproblematiek van de justitiabele.
De reclassering komt basis van een grondige analyse en een gestructureerd professioneel
oordeel tot een plan van aanpak waarbij de kernproblematiek van de justitiabele centraal
staat. Ik ga met de reclassering in gesprek hoe dit bij langdurig toezicht verder
geoptimaliseerd zou kunnen worden.
De uitvoering van de Wlt blijf ik conform de aanbeveling van de onderzoekers monitoren.
De belangrijkste bevindingen van de eerste vijf jaar van toepassing van de Wlt zullen
in een overzichtsrapportage van het onderzoeksprogramma worden geëvalueerd.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
I. Coenradie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid