Brief regering : Strategie voor het promoten van het vrijwillig gebruik van de fietshelm
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 1129
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 oktober 2024
Met deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over de strategie voor het promoten van
het vrijwillig gebruik van de fietshelm1. De strategie is als bijlage aan deze brief toegevoegd.
Fietsveiligheid staat onder druk
De afgelopen jaren is het fietsgebruik in Nederland gestegen. Dat is een positieve
ontwikkeling, want meer fietsen draagt bij aan vele maatschappelijke doelstellingen
ten aanzien van bereikbaarheid, woningbouw, klimaat, leefbaarheid en gezondheid. De
keerzijde is een ongewenste en zorgelijke ontwikkeling van het aantal slachtoffers
onder fietsers. Zonder aanvullend beleid wordt er een verdubbeling van het aantal
ernstig gewonde fietsslachtoffers verwacht in 20402.
Fietshelmgebruik effectief middel
De fietsveiligheidsopgave is groot. Naast het voorkomen van ongevallen, is het van
belang in te zetten op het verkleinen van letselschade als gevolg van een ongeval.
Uit onderzoek blijkt dat bij een ongeval fietsers met helm ongeveer 60% minder kans
hebben op ernstig, en ongeveer 70% minder kans op dodelijk hoofd-/hersenletsel, dan
fietsers zonder helm3. Er is berekend dat als de helft van de Nederlandse fietsers een helm draagt, dat
een besparing oplevert van ongeveer 50 verkeersdoden en 800 ernstig verkeersgewonden
per jaar4.
Strategie voor het promoten van het vrijwillig gebruik van de fietshelm
Ondanks de bewezen voordelen, blijft het gebruik van fietshelmen in Nederland relatief
laag. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) gaat daarom inzetten
op het bevorderen van het vrijwillig gebruik van de fietshelm en heeft hier een strategie
voor opgesteld. De strategie beschrijft hoe specifieke doelgroepen het beste kunnen
worden benaderd om het fietshelmgebruik in Nederland te vergroten. Met de strategie
wordt invulling gegeven aan de motie van de leden Van der Graaf en Krul5.
Beoogd effect strategie
Met de strategie wordt beoogd om binnen 10 jaar het huidige percentage fietshelmgebruik
(4%) op vrijwillige basis te laten groeien naar 25%. Een vergelijkbare aanpak in Denemarken
heeft laten zien dat dit een reëel te verwachten effect is van het actief stimuleren
van de fietshelm6. Op basis van wetenschappelijke studies is de verwachting dat na het bereiken van
dit «social tipping point» van 25%, er een zichzelf versterkend proces van kopieergedrag
gaat optreden7. Het voorlopige einddoel is dat de meerderheid van de fietsers een fietshelm gaat
dragen.
Inzetten op Aandacht, Aantrekkingskracht en Aanbod
De strategie richt zich op het genereren van aandacht, het vergroten van de aantrekkingskracht
van de fietshelm, en het verbeteren van het aanbod. Dit gebeurt via regionale probeeracties,
ondersteund met brede communicatie uitingen gericht op drie doelgroepen. In lijn met
motie Van der Graaf richt de strategie zich op: ouders van kinderen tot 12 jaar, ouderen
(65+), en forenzen8. Daarnaast wordt ernaar gestreefd om meer organisaties te betrekken bij deze strategie,
om een cultuurverandering te bewerkstelligen waarin het dragen van een fietshelm gangbaar
is.
Breed draagvlak voor het promoten van de fietshelm op vrijwillige basis
Bij het opstellen van de strategie is nauw samengewerkt met diverse belangenorganisaties
en overheden. De volgende partijen hebben hun steun voor de strategie uitgesproken
en zijn bereid om, waar mogelijk, bij te dragen aan de uitvoering ervan: ANWB, Artsen
voor Veilig Fietsen, BOVAG, Hersenstichting, Hersenstrijd, Interpolis, Provincie Fryslân,
Provincie Groningen, Provincie Limburg, Provincie Utrecht, RAI Vereniging, VeiligheidNL,
Veilig Verkeer Nederland, het Verbond van Verzekeraars en Vervoerregio Amsterdam.
Direct aan de slag
In het najaar van 2024 wordt de strategie vertaald in een plan van aanpak. In het
plan van aanpak komen acties voor de komende jaren en de wijze van samenwerken met
belanghebbende organisaties. Tevens worden communicatie materialen uitgewerkt, zodat
in het voorjaar van 2025 de eerste uitwerkingen zichtbaar zijn in het straatbeeld.
Tot slot
De opgave om de fietsveiligheid te verbeteren is groot en de urgentie om met deze
opgave aan de slag te gaan wordt breed gedeeld. De strategie is onderdeel van het
brede palet aan infrastructurele- en gedragsmaatregelen die alle betrokken partijen
nemen om de veiligheid te verbeteren. Met deze gezamenlijke inspanningen blijft fietsen
veilig en aantrekkelijk voor iedereen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Indieners
-
Indiener
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat