Brief regering : Geannoteerde agenda bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie op 17 en 18 oktober 2024 in Brussel
28 676 NAVO
Nr. 467
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 oktober 2024
Hierbij stuur ik u de geannoteerde agenda voor de bijeenkomst van de NAVO-Ministers
                  van Defensie (DMM), die op 17 en 18 oktober in Brussel plaatsvindt. De bijeenkomst
                  staat grotendeels in het teken van de verdere implementatie van de besluiten die bondgenoten
                  op de NAVO-top in Washington D.C. hebben genomen om de afschrikking en verdediging
                  van het bondgenootschap te versterken, en de onverminderde voortzetting van militaire
                  steun aan Oekraïne.
               
De SG NAVO heeft aangekondigd drie werksessies bijeen te roepen. In de werksessie
                  met alleen bondgenoten spreken de Ministers over afschrikking en verdediging, over
                  de voortgang en uitvoerbaarheid van de herziene militaire plannen van het bondgenootschap,
                  de opschaling van de defensie-industrie, en NAVO-missies en operaties. In de NATO-Ukraine Council (NUC) bespreken bondgenoten met de Oekraïense Minister van Defensie de huidige situatie
                  aan het front en de voortgang van de NATO Security Assistance and Training for Ukraine (NSATU). Ten slotte spreken de Ministers met de EU en de NAVO-partners in de Indo-Pacific
                  (IP4). Het is de eerste keer dat de NAVO-Ministers van Defensie gezamenlijk met de
                  IP4-partners in een formele sessie van de Noord-Atlantische Raad (NAR) bijeen komen.
               
Afschrikking en verdediging
Bondgenoten spreken over de stappen die de NAVO neemt om de nieuwe militaire verdedigingsplannen
                  toekomstbestendig en uitvoerbaar te maken. SACEUR heeft op verschillende gelegenheden
                  aangegeven dat de militaire verdedigingsplannen uitvoerbaar zijn en dat de NAVO daarmee
                  in staat is het verdragsgebied te verdedigen in het geval van een grootschalig militair
                  conflict. Tegelijkertijd wijst SACEUR op de aanzienlijke risico’s bij de uitvoering
                  van de plannen. Zoals ook de uittredend SG NAVO heeft benadrukt, is duidelijk dat
                  meer militaire capaciteiten nodig zijn om deze risico’s te beperken.
               
De NAVO-bondgenoten kampen door decennia aan bezuinigingen met uitdagingen om te voldoen
                  aan de gevraagde militaire capaciteiten, o.a. op het gebied van ondersteuning («enablement») en luchtverdediging. Het reduceren en mitigeren van de risico’s vormt daarom een
                  uitdaging en zal tijd, geld en volharding vragen van alle bondgenoten, ook van Nederland.
                  Tijdens de DMM zal ik benadrukken dat alle bondgenoten een realistische en duurzame
                  bijdrage moeten leveren aan de uitvoering van de militaire plannen. Dit kabinet zet
                  met aanvullende investeringen in defensie en het wettelijk verankeren van de 2% BBP
                  als ondergrens een stap richting de benodigde financiering om te kunnen voldoen aan
                  de capaciteitsdoelstellingen van de NAVO.
               
Bondgenoten spreken in dat kader ook over nieuwe Minimum Capability Requirements (MCR’s), als onderdeel van het NATO Defence Planning Process (NDPP)1. De MCR’s omvatten de aanvullende capaciteiten die nodig zijn voor de uitvoerbaarheid
                  van de nieuwe militaire verdedigingsplannen. In het bijzonder gaat daarbij aandacht
                  uit naar de capaciteitsdoelstellingen met betrekking tot enablement en Surface Based Air and Missile Defence (SBAMD) als onderdeel van Integrated Air and Missile Defence (IAMD). De recente, onverantwoorde, schendingen door Rusland van het luchtruim van
                  verschillende bondgenoten onderstrepen de noodzaak hiervan. Zoals ik ook heb aangegeven
                  tijdens mijn bezoek aan Litouwen op 16 september 2024, is het essentieel dat de NAVO
                  gereed blijft staan om inkomende drones en raketten te detecteren en indien nodig
                  te kunnen onderscheppen. Dit draagt bij aan een effectieve en geloofwaardige bondgenootschappelijke
                  afschrikking.
               
Versterking van de defensie-industrie
Ook spreken de Ministers over het versterken van de defensie-industrie van bondgenoten.
                  Productie- en leveringszekerheid is cruciaal om aan de NAVO-capaciteitsvereisten te
                  voldoen. Door samen te werken met NAVO-bondgenoten, kan worden gewerkt aan vraagbundeling
                  en standaardisatie. Zo versterken we de interoperabiliteit en bevorderen we de opschaling
                  van de defensie-industrie. Op de top in Washington hebben bondgenoten de NATO Industrial Capacity Expansion Pledge (NICE) aangenomen, gericht op het uitbreiden van de industriële capaciteit. Bondgenoten
                  hebben afgesproken de groei van de defensie-industriële capaciteit en productie in
                  het hele bondgenootschap te versnellen, voortbouwend op de ambities van het actieplan
                  voor defensieproductie dat bondgenoten afsloten op de top in Vilnius in 2023. Nederland
                  stuurt er binnen de NAVO op aan dat de NICE goed aansluit op EU-initiatieven. In de
                  Actieagenda Productie- en Leveringszekerheid en de Defensienota 2024 geeft Defensie
                  nationaal invulling aan de opgave om de defensie-industrie te versterken. Defensie
                  stelt hiervoor tussen 2024 en 2031 1,1 miljard euro voor beschikbaar. Met deze middelen
                  zet Defensie in op versterkte strategische samenwerking met de defensie-industrie
                  en kan bijvoorbeeld worden ingespeeld op opschalingskansen van productielijnen. Hierbij
                  staan de prioriteiten die Defensie heeft gesteld in de Actieagenda Productie- en Leveringszekerheid
                  en de prioritaire technologiegebieden2 centraal. Zo positioneren we de Nederlandse industrie om een rol te spelen in het
                  invullen van de noodzakelijke capaciteiten van het NAVO-bondgenootschap.
               
Oekraïne
Nederland blijft Oekraïne onverminderd politiek, militair, financieel en moreel actief
                  steunen, zolang als dat nodig is. De situatie op het slagveld en de gevolgen daarvan
                  voor de veiligheid van Europa maakt het voortzetten van de steun van essentieel belang.
                  De recente luchtruimschendingen van NAVO-bondgenoten zijn bijvoorbeeld rechtstreeks
                  te relateren aan de Russische agressie in Oekraïne. Gezien het Oekraïense recht om
                  zichzelf te verdedigen tegen de voortdurende Russische agressie en het belang van
                  een veilig Europa, pleit Nederland in NAVO-verband voor intensivering van de militaire
                  steun aan Oekraïne. Dit stelt Oekraïne in staat zichzelf te verdedigen tegen de Russische
                  aanvallen en op lange termijn een moderne en effectieve krijgsmacht op te bouwen.
                  Daarbij is het van belang dat de NAVO naast de huidige steun ook blijft investeren
                  in capaciteitsopbouw om de interoperabiliteit van Oekraïne met de NAVO te vergroten,
                  en om voor te bereiden op toekomstig lidmaatschap van Oekraïne. Deze oproep past binnen
                  de bredere kabinetsinzet om Oekraïne niet alleen op de korte, maar ook op de lange
                  termijn te blijven steunen.
               
De Oekraïense behoefte aan luchtverdedigingsmiddelen en artilleriemunitie blijft onverminderd
                  groot vanwege de aanhoudende Russische aanvallen over land en door de lucht. In internationaal
                  verband spant het kabinet zich in om Oekraïne zo snel mogelijk te voorzien van de
                  wapensystemen en bijbehorende munitie die het land nodig heeft. Dat gebeurt zowel
                  op bilaterale basis alsook in internationale coalities. In juli 2024 heeft Nederland
                  aanvullend toegezegd voor € 300 mln. aan F-16 munitie aan te schaffen ten behoeve
                  van Oekraïne. Daarnaast is Nederland ook actief in de maritieme veiligheid-, luchtverdedigings-,
                  IT-, ontmijnings- en drone coalities. In het kader van de Drone Coalitie draagt Nederland
                  € 20 mln. bij aan de aanschaf van verschillende type drones.
               
Ministers komen tijdens een werkdiner bijeen in de NATO-Ukraine Council (NUC). De Oekraïense Minister van Defensie geeft naar verwachting een toelichting
                  op de stand van zaken aan het front in Oekraïne. De bondgenoten spreken over de noodzaak
                  van voortzetting en intensivering van de steun aan Oekraïne en de voortgang van de
                  NATO Security Assistance and Training for Ukraine (NSATU), de NAVO-coördinatie van trainingen en militaire steun aan Oekraïne onder
                  reeds bestaande NAVO-commandostructuren. In navolging van de NAVO-top in Washington
                  D.C. werken bondgenoten op dit moment aan de bemensing en operationalisering van NSATU.
               
Missies en operaties
Tijdens de DMM zal het ook gaan over missies en operaties, specifiek de Kosovo Force
                  (KFOR) en de NAVO missie in Irak (NMI). Nederland levert momenteel geen militaire
                  bijdrage aan KFOR, maar is wel militair actief op de Westelijke Balkan met een bijdrage
                  aan EUFOR Althea in Bosnië. KFOR heeft als doel om bij te dragen aan het creëren en
                  in stand houden van een veilige en stabiele omgeving in Kosovo. KFOR treedt hierbij
                  op als third responder, waarbij NAVO de Kosovaarse autoriteiten (first responder) en EULEX (second responder) ondersteunt in het bewaken van de veiligheid. Stabiliteit op de Westelijke Balkan
                  is een direct veiligheidsbelang van Nederland. Met name sinds de Russische inval in
                  Oekraïne heeft Nederland belang om verdere instabiliteit aan de buitengrenzen van
                  de EU te voorkomen.
               
Nederland levert momenteel een aanzienlijke bijdrage aan de NATO Mission Iraq (NMI). De missie in Irak richt zich op het vergroten van de veiligheid en stabiliteit
                  in het land en de regio. NMI focust daarbinnen, als non-combat missie, specifiek op strategische advisering van de Iraakse veiligheidssector op institutioneel
                  niveau om zo een bijdrage te leveren aan het versterken van de Iraakse veiligheidsinstituties
                  zodat ze weerstand kunnen bieden aan (een terugkeer van) ISIS en andere (terroristische)
                  bedreigingen voor de stabiliteit. De versterkte Nederlandse inzet bestaat uit het
                  leveren van de Force Commander, drie chinook-transporthelikopters met 120 militairen en een force protection compagnie, inclusief het national support element van circa 145 militairen. Met deze bijdrage levert Nederland een belangrijke bijdrage
                  aan de missies en operaties van het bondgenootschap. Ik zal tijdens de werksessie
                  benadrukken dat de NAVO in Irak ook in de toekomst van grote waarde blijft.
               
Werksessie met partners: EU en Indo-Pacific 4
De SG NAVO heeft de NAVO-partners uit de Indo-Pacific en een vertegenwoordiger van
                  de Europese Unie uitgenodigd voor deze werksessie. Het is voor het eerst dat de Ministers
                  van defensie van Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea (IP4) deelnemen aan
                  een DMM. Wel nemen de regeringsleiders van de IP4 al sinds de top in Madrid in 2022
                  deel aan NAVO-toppen en namen ze eerder deel aan de NAVO Foreign Ministers Meetings (FMM).
               
Bondgenoten zullen met de IP4 en EU spreken over de groeiende veiligheidssamenwerking
                  tussen Rusland en China en de gevolgen dat dit heeft voor het Russische voortzettingsvermogen
                  op het slagveld in Oekraïne. Deze toenemende samenwerking van Rusland met Belarus,
                  Iran en Noord-Korea baart zorgen en is een uitdaging voor zowel de Indo-Pacific als
                  de Euro-Atlantische regio. De veiligheid van het Euro-Atlantisch gebied is daarmee
                  niet los te zien van ontwikkelingen in Oost-Azië, mede door de toegenomen dreigingen
                  en uitdagingen die zich niet beperken tot een specifieke regio, zoals in het cyber-
                  en hybride domein en op het gebied van non-proliferatie.
               
Om de praktische samenwerking tussen de NAVO en de IP4 kracht bij te zetten werden
                  bij de top in Washington flagship projects opgestart. Tijdens de DMM zullen bondgenoten met de IP4-partners spreken over de voortgang
                  van deze flagship projects op het terrein van steun aan Oekraïne, cyber, tegengaan van desinformatie en technologie.
               
Eveneens spreken Ministers over de samenwerking met de EU. Zoals ook benadrukt in
                  het regeerprogramma (bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 96), beschouwt het kabinet de NAVO en de EU gezamenlijk als de twee belangrijkste samenwerkingsverbanden
                  voor onze internationale veiligheid. Het bevorderen van verdergaande samenwerking
                  en coördinatie tussen beide organisaties is dan ook een speerpunt van het Nederlandse
                  veiligheids- en defensiebeleid. De unieke competenties van beide organisaties zijn
                  wederzijds aanvullend en versterkend en beiden leveren een onmisbare bijdrage aan
                  het versterken van onze veiligheid, bijvoorbeeld bij het tegengaan van dreigingen
                  in het hybride domein en op het gebied van disruptieve technologieën. Ook ten aanzien
                  van het versterken van de defensie-industrie werkt de NAVO nauw samen met de EU. Initiatieven
                  vanuit de EU dragen bij aan het behalen van de NAVO capaciteitsdoelstellingen en de
                  versterking van de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging.
               
De Minister van Defensie,
                  R.P. Brekelmans
Indieners
- 
              
                  Indiener
 R.P. Brekelmans, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
