Brief regering : Eindrapporten ‘Familierelaties, huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland’
31 839 Jeugdzorg
Nr. 1025
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2024
Hierbij stuur ik u de eindrapporten «Familierelaties, huiselijk geweld en kindermishandeling
                  in Caribisch Nederland», uitgevoerd door de Universiteit Leiden in samenwerking met
                  de Universiteit Curaçao en Unicef. De onderzoeken zijn mede tot stand gekomen naar
                  aanleiding van een aanbeveling van Unicef hierover om een eerste meting te laten uitvoeren
                  naar de houding van de samenleving in Caribisch Nederland ten opzichte van het toepassen
                  van geweld in gezinnen.1
Het onderzoek heeft geleid tot drie rapporten waarin ieder eiland algemene en eilandspecifieke
                  aanbevelingen heeft ontvangen. Uit de resultaten spreken de sterke familiebanden die
                  kenmerkend zijn voor de eilanden, maar ook dat geweld binnen de huiselijke kring helaas
                  nog steeds veel voorkomt. Het heersende beeld hierover wordt hiermee bevestigd. De
                  uitkomsten zijn waardevol, omdat er nu een 0-meting ligt waardoor in de toekomst het
                  effect van de inzet op de bestrijding van huiselijk geweld en kindermishandeling in
                  Caribisch Nederland kan worden gemeten. De onderzoeksmethodiek is hier speciaal voor
                  ingericht. Daarmee vormen de rapporten een bruikbare en belangrijke basis voor de
                  verdere ontwikkeling en verbetering van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling
                  in Caribisch Nederland.
               
De adviezen die zijn opgesteld betrek ik bij de afspraken die ik wil maken ter opvolging
                     van het huidige bestuursakkoord aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2021–2024
                     BES. In lijn met de motie Ceder2 werk ik binnen het kabinet en samen met de openbare lichamen met de vervolgafspraken
                     toe naar bekrachtiging van het Verdrag van Istanboel voor Caribisch Nederland. Dit
                     verdrag stelt eisen aan de aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Het
                     trad voor Europees Nederland op 1 maart 2016 in werking, maar geldt nog niet voor
                     Caribisch Nederland.
                  
Om te voldoen aan de verplichtingen van het Verdrag van Istanboel moeten er nog een
                     aantal stappen gezet worden. Zo bereid ik op dit moment de inwerkingtreding voor van
                     het Besluit maatschappelijke ondersteuning en bestrijding huiselijk geweld en kindermishandeling
                     BES voor. Hierin worden de begripsbepalingen van huiselijk geweld en kindermishandeling,
                     de verplichte beschermingscode, de beschikbaarheid van opvang voor slachtoffers van
                     huiselijk geweld en de taken van de advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling
                     vastgelegd. De inwerkingtreding van het besluit is voorzien voor 1 januari 2025.
                  
Daarnaast wordt er op dit moment verkend hoe een werkproces voor het tijdelijk huisverbod
                  in Caribisch Nederland kan worden vormgegeven. Mede afhankelijk van de voortgang op
                  bovengenoemde trajecten, is de verwachting dat het Verdrag van Istanbul niet eerder
                  dan in 2026 voor Caribisch Nederland kan worden aanvaard. Ik zal u medio 2025 informeren
                  over de voortgang.
               
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  V.P.G. Karremans
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport