Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Van der Lee, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 24 september 2024, over hoe het door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gepubliceerde begrotingsoverschot over het eerste halfjaar van 2024 zich verhoudt tot het geraamde begrotingstekort over 2024 in de Miljoenennota
36 600 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Nr. 37
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2024
Hierbij ontvangt u ter voorbereiding op de Algemene Financiële Beschouwingen de antwoorden
op de Feitelijke Kamervragen die de Tweede Kamer heeft gesteld inzake de:
– Miljoenennota 2025 (Kamerstuk 36 600, nr. 38);
– Bijlagen van de Miljoenennota 2025 (Kamerstuk 36 600, nr. 39);
– Begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA)
over de ontwerpbegroting 2025 (Kamerstuk 36 600 IX, nr. 5);
– Begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA)
over de september suppletoire begroting 2024 (Kamerstuk 36 613 IX, nr. 3);
– Schriftelijke Kamervragen van het lid van Oostenbruggen (Nieuw Sociaal Contract)(Aanhangsel
Handelingen II 2024/25, nr. 97).
Ook kom ik middels deze brief graag terug op het verzoek van het lid Van der Lee.
Het kabinet wordt hierin gevraagd om aan te geven hoe het door het Centraal Bureau
voor de Statistiek (CBS) gepubliceerde begrotingsoverschot over het eerste halfjaar
van 2024 zich verhoudt tot het geraamde begrotingstekort over 2024 in de Miljoenennota.
Het CBS heeft over de eerste helft van 2024 een begrotingsoverschot van bijna 8 miljard
euro berekend. Als percentage van het BBP komt dit uit op circa 0,7%. De Miljoenennota
raamt juist een tekort van 1,6% voor 2024. Het verschil tussen de CBS-realisaties
en de ramingen voor 2024 is voor een deel methodologisch. Het CBS houdt bij wat er
is binnengekomen en uitgegeven over de eerste zes maanden van het jaar, terwijl de
raming uit de Miljoenennota ook een inschatting maakt van wat er de komende zes maanden
gaat gebeuren. Hier kunnen grote verschillen tussen zitten. Voorbeelden zijn de tegenvaller
bij Toeslagen en de uitspraak Box 3. Deze zijn wel in de kabinetsraming verwerkt,
maar zitten niet in de realisatiecijfers over het eerste halfjaar van het CBS. Ook
nemen overheidsuitgaven doorgaans aanzienlijk toe in het tweede deel van het jaar.
De CBS-realisatie kan niettemin een indicatie zijn voor het ontstaan van verdere onderuitputting
bovenop de bedragen die momenteel al op de rijksbegroting zijn ingeboekt. Het kabinet
blijft zich inzetten voor realistisch begroten. We blijven het verschil tussen (kas)realisaties
en EMU-saldoraming goed volgen. Het eerstvolgende moment waarover wij u hierover nader
informeren is bij Najaarsnota.
Vooraankondiging nota van wijziging suppletoire begroting september
Op vrijdag 20 september heeft de Europese Commissie voorstellen gedaan voor het organiseren
van het EU-aandeel in het G7-initiatief van 14 juni, waar is aangekondigd om voor
eind 2024 extra financiering beschikbaar te stellen aan Oekraïne.1 Het parlement is daar eerder via het verslag van de Ecofinraad al over geïnformeerd.2 Hierdoor ontstaat een garantstelling van de lidstaten uit hoofde van het eigenmiddelenbesluit.
De lidstaten staan gezamenlijk garant voor de lening. Indien dit voorstel aangenomen
wordt, betekent dat Nederland een garantieverplichting zal aangaan voor haar aandeel.
Om deze verplichting rechtmatig te kunnen aangaan is het nodig dat het parlement over
de begrotingsstukken waarin deze lening is opgenomen stemt voordat Europa een overeenkomst
met Oekraïne tekent.
Naar verwachting leidt het Commissievoorstel daarom nog tot een nota van wijziging
op de suppletoire begroting september 2024 die u, in dat geval, 4 oktober zult ontvangen.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën