Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Sneller, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 24 september 2024, over de kabinetsappreciatie van het initiatiefwetsvoorstel discriminatoir oogmerk als strafverzwaringsgrond
35 709 Voorstel van wet van de leden Timmermans en Bikker tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van het discriminatoir oogmerk als strafverzwaringsgrond
Nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 september 2024
Tijdens de regeling van 24 september jongstleden heeft u verzocht om de kabinetsappreciatie
van het initiatiefwetsvoorstel discriminatoir oogmerk als strafverzwaringsgrond te
ontvangen voor de mondelinge behandeling van 26 september.
Voor de ministerraad van 20 september stond het concept kabinetsstandpunt over het
initiatiefvoorstel geagendeerd. Per abuis is op de gepubliceerde besluitenlijst aangegeven
dat hierover een brief aan de Kamer zou worden gezonden. Er lag echter geen Kamerbrief
voor in de ministerraad. De besluitenlijst is inmiddels gecorrigeerd.
Via deze brief verduidelijk ik graag dat conform vast gebruik, de betrokken bewindspersoon
bij de plenaire behandeling van het initiatiefvoorstel het in de minsterraad bepaalde
kabinetsstandpunt mondeling deelt na de eerste termijn van de Kamer en de indieners
van het voorstel.
Voor de volledigheid wijs ik u erop dat ook de conclusie op de besluitenlijst voor
het kabinetsstandpunt over het initiatiefwetsvoorstel conversiehandelingen is gecorrigeerd.
Ik zie uit naar het debat morgen en zal het kabinetsstandpunt in mijn termijn van
het debat mondeling met u wisselen, zodat de Kamer daaraan voorafgaand een vrij debat
kan voeren.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid