Brief regering : Verslag informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie 30 augustus 2024
21 501-28 Defensieraad
Nr. 271
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 september 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Defensie
van 30 augustus 2024 te Brussel waaraan ik heb deelgenomen.
1. Raad Buitenlandse Zaken
Militaire EU-steun aan Oekraïne
Als eerste werd de militaire steun aan Oekraïne besproken. De Minister van Defensie
van Oekraïne, Rustem Umerov, die aan het begin van de vergadering was aangesloten
via een live-verbinding, bedankte de EU-lidstaten voor hun militaire steun aan Oekraïne.
Hij riep op tot meer en structurelere militaire steun aan Oekraïne, met een nadruk
op luchtverdediging en het schrappen van restricties ten aanzien van het inzetgebied
van gedoneerde wapens. Ten slotte vroeg Umerov om de Europese en Oekraïense defensie-industrie
nog beter te integreren en financieren.
De Hoge Vertegenwoordiger (HV), Josep Borrell, onderstreepte de urgentie van het voortzetten
van de militaire steun aan Oekraïne. Met name munitie, luchtverdedigingsmiddelen,
gevechtsvliegtuigen en training zijn momenteel cruciaal. In lijn met de oproep van
Umerov pleitte de HV voor het opheffen van restricties ten aanzien van het inzetgebied
van gedoneerde wapens. De HV sprak over de strategische herziening van de EU Military Assistance Mission in support of Ukraine (hierna: EUMAM Oekraïne). Het huidige mandaat van de missie loopt in november 2024
af. De HV riep op tot het verlengen van het mandaat met twee jaar. Daarnaast riep
hij op tot het instellen van de EUMAM Forward Coordination and Liaison Cell (FCLC) en de oprichting van een EUMAM Advisory Pillar in Kyiv ter ondersteuning van het hervormen van de Oekraïense strijdkrachten.
In de bespreking was er onder de lidstaten brede steun voor het voortzetten van de
militaire EU-steun aan Oekraïne, zowel via de EU-trainingsmissie EUMAM als via EU-financiering van wapen- en munitieleveranties. Veel lidstaten,
waaronder Nederland, stelden dat het belangrijk is dat alle lidstaten solidariteit
tonen om snel een akkoord te bereiken op de openstaande achtste, negende en tiende
tranches onder het reguliere budget van de Europese vredesfaciliteit (EPF), en de
implementatie van het Ukraine Assistance Fund (UAF) onder de EPF. Deze wordt momenteel door Hongarije geblokkeerd. Daarnaast gaven
veel lidstaten een toelichting op eigen inspanningen waarmee zij steun bieden aan
Oekraïne. Met betrekking tot de aanstaande mandaatverlenging van de EU Militaire Assistentie
Missie (EUMAM) voor Oekraïne onderstreepten lidstaten eensgezind het succes van de
trainingsmissie, die inmiddels meer dan 57.000 Oekraïense militairen heeft getraind
op Europees grondgebied. Nederland lichtte toe dat het Oekraïne onverminderd blijft
steunen, voor zo lang als dat nodig is. Nederland gaf daarbij aan dat het belangrijk
is om afspraken over militaire steun aan Oekraïne na te komen: zaken die zijn toegezegd
moeten ook geleverd worden. Nederland benoemde onder andere recente leveringen van
onderdelen van het Patriot-systeem aan Oekraïne en riep andere landen op om dit systeem
te completeren. Ook riep Nederland andere landen op om restricties ten aanzien van
het inzetgebied van geleverde wapens op te heffen. Tot slot gaf Nederland aan positief
te staan tegenover het verlengen van het mandaat van de EUMAM missie met twee jaar.
Operationele activiteiten, paraatheid van Europese defensie («European defence readiness»)
en toekomst van Defensie in de EU
In aanwezigheid van de Voorzitter van de subcommissie Veiligheid en Defensie van het
Europees Parlement Marie-Agnes Strack-Zimmermann, de ondersecretaris van de VN Jean-Pierre
Lacroix en de NAVO Assistent Secretary General (ASG) for Defence Policy and Planning Angus Lapsley werd gesproken over een breed scala aan onderwerpen, waaronder de situatie
in het Midden-Oosten, de EU-operatie Aspides in de Rode Zee, de Rapid Deployment Capacity (RDC) en de EU-plannen voor het opschalen van de EU defensie industrie, met name
de benodigde financiering hiervoor.
De HV sprak opnieuw zijn grote zorgen uit over de situatie in het Midden-Oosten en
pleitte ervoor dat de EU de veiligheidsinstituties in Libanon zou moeten versterken,
om ervoor te zorgen dat de Libanese regering zelf effectief kan optreden in Zuid-Libanon.
Ten aanzien van operatie Aspides lichtte de HV toe dat de missie zal assisteren bij
de beveiliging van de berging van de Grieks gevlagde olietanker Sounion in de Rode zee. Het tankerschip werd op 21 augustus jl. aangevallen door de Houthi’s
waarna er brand aan boord ontstond. Het schip is sindsdien stuurloos en vormt een
mogelijke bedreiging voor scheepvaart en milieu vanwege de 150.000 ton ruwe olie aan
boord. Ook deed de HV een oproep aan lidstaten om meer capaciteiten te leveren voor
operatie Aspides.
De HV gaf een toelichting op de ontwikkeling van de RDC. De RDC is een snel inzetbare
EU-interventiemacht bestaande uit EU Battle Groups, met de mogelijkheid aangevuld
te worden met extra modules. Deze modules zijn veelzijdig, en kunnen o.a. uit aanvullende
maritieme-, luchtmacht- of cybercapaciteiten bestaan. De interventiemacht kan tot
5.000 militairen omvatten en is een instrument dat de EU in staat stelt om snel te
reageren op dreigingen en crises buiten de EU. De HV schetste de weg naar het bereiken
van de status Fully Operational Capable (FOC) van de RDC in 2025, inclusief openstaande acties om deze in 2025 operationeel
te maken. Ten aanzien van de opschaling van de Europese defensie-industrie riep de
HV op alle opties in kaart te brengen om ervoor te zorgen dat er voldoende financiering
beschikbaar is om de productie- en leveringszekerheid van militair materieel in de
EU te vergroten. Ook de Eurocommissaris voor de Interne Markt, Thierry Breton, en
Voorzitter van de subcommissie Veiligheid en Defensie van het Europees Parlement Strack-Zimmermann
deden de oproep om meer, beter en sneller te investeren in de defensie industrie.
NAVO ASG Lapsley sloot zich hierbij aan en benadrukte dat de NAVO positief kijkt naar
de nieuwe dialoog rondom de defensie-industrie die de EU en NAVO volgende maand gaan
starten.
In de bespreking van de Ministers was er brede steun voor EU-operatie Aspides, hoewel
dit niet tot concrete toezeggingen voor het inbrengen van nieuwe capaciteiten in de
missie leidde. Enkele lidstaten pleitten voor uitbreiding van het mandaat van operatie
Aspides met taken om wapensmokkel in de regio te kunnen bestrijden. Onder andere Nederland
sloot zich hierbij aan, mits er een goede juridische grondslag voor is en er voldoende
capaciteiten beschikbaar zijn voor deze taakuitbreiding.
Alle lidstaten onderstreepten de noodzaak om de defensie-industrie te versterken.
Een aantal lidstaten sprak zich uit om zo spoedig mogelijk meer te investeren in de
defensie-industrie, zowel publiek als privaat. Ook werd er, onder andere door Nederland,
gepleit voor het behouden van openheid in de Europese defensie-industrie initiatieven
om de gewenste snelle opschaling van de defensie-industrie te kunnen bewerkstelligen.
Nederland pleitte verder voor het stimuleren van grensoverschrijdende industriële
samenwerking in de defensie-industrie. Verschillende landen pleitten voor een gesloten
benadering van de versterking van de Europese defensie-industrie, met het oog op internationale
concurrerende markten. Vrijwel alle lidstaten, waaronder Nederland, deelden de wens
om de Oekraïense defensie-industrie zoveel mogelijk te integreren in de Europese industrie.
2. Werklunch EU SatCen
Ten slotte vond er een werklunch plaats over het SatCen waar de lidstaten van gedachten
wisselden over de toekomst van het centrum. SatCen is van groot belang. Het levert
gemeenschappelijke, geospatiale analyse op basis van satellietbeelden aan voor zowel
de EU-instellingen en lidstaten. In de afgelopen jaren is de vraag van de lidstaten
en de EU-instellingen naar de diensten van het SatCen toegenomen. Tijdens de lunch
werd gesproken over de behoefte aan een toename in het budget van SatCen om tegemoet
te komen aan de toegenomen vraag en om het SatCen sneller, innovatiever en weerbaarder
tegen dreigingen te maken. Nederland is de grootste afnemer van de diensten van SatCen
van alle Europese lidstaten.
3. Overige zaken
CRRT
Het kabinet maakt tevens van deze gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over
de voorgenomen inzet van twee Nederlandse experts in het Cyber Rapid Response Team (CRRT). Nederland is deelnemer in dit door Litouwen geleide EU Permanent Structured Cooperation (PESCO)-project voor snel inzetbare, multinationale cyberteams. Het CRRT is verzocht
om cyberveiligheidsrisico’s van bepaalde systemen in kaart te brengen. Nederland zal
twee experts leveren aan dit team. Het Defensie Cyber Security Centrum (DCSC) financiert
de kosten voor deze kortdurende inzet.
Update Patriot Initiatief
Eind juni is uw kamer geïnformeerd over de voortgang van een Nederlands initiatief
om Oekraïne te voorzien van een aanvullend Patriot-systeem (Kamerstuk 28 676, nr. 461 van 28 juni 2024). Sindsdien hebben o.a. de Verenigde Staten, Roemenië en Italië
aanvullende steun op het gebied van Patriot- of vergelijkbare SAMP/T-systemen aangekondigd.
Ik meldde u destijds dat de Nederlandse donatie van een Patriot-radar en drie lanceerinstallaties
zou worden aangevuld door een niet nader te noemen partner. Helaas is Nederland recentelijk
door deze partner geïnformeerd dat het toch niet mogelijk blijkt om dit systeem te
completeren. Hoewel het geen op zichzelf staand systeem is, zijn de Nederlandse componenten
alsnog zeer waardevol binnen de Oekraïense luchtverdedigingscapaciteit. De Nederlandse
componenten zijn daarom al wel aan Oekraïne overgedragen en worden met succes ingezet.
Nederland zet de gesprekken met partners voort over het vergoten van de gehele luchtverdedigingscapaciteit
van Oekraïne.
Luchtverdediging blijft cruciaal in de bescherming van de energie-infrastructuur in
Oekraïne, zeker met het oog op de naderende winter.
De Minister van Defensie,
R. Brekelmans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie