Brief regering : Reactie op verzoek commissie over samenwerkingsverband passend onderwijs Aandacht+
31 497 Passend onderwijs
Nr. 493
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 september 2024
Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van de commissie voor Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap, gedaan per brief met kernmerk D14180, naar aanleiding van de brief
van het samenwerkingsverband Aandacht+ inzake het verzoek tot aanvullende bekostiging.
Als sprake is van bijzondere omstandigheden bij een school of samenwerkingsverband
kan er aanvullende bekostiging worden verstrekt, als die school of dat samenwerkingsverband
daarom verzoekt.1 Daaraan zijn wel een aantal voorwaarden verbonden. Zo moet de aanvraag worden ingediend
in het kalenderjaar waarin de bijzondere omstandigheden zich voordoen, en mag het
niet gaan om bijzondere omstandigheden die te voorzien waren. Een verzoek om aanvullende
bekostiging wordt altijd per geval beoordeeld.
Zoals aangegeven in de brief die ik u heb gestuurd voorafgaand aan het commissiedebat
Passend Onderwijs zijn mijn ambtenaren, om beter inzicht te krijgen in de situatie,
met het samenwerkingsverband in gesprek gegaan.2 In het gesprek is door het samenwerkingsverband Aandacht+ onder andere aangegeven
dat er een aanvraag is gedaan omdat er in haar optiek sprake is van een prangende
organisatorische en financiële noodzaak. Ook heeft het samenwerkingsverband in aanvulling
op dat gesprek per mail verduidelijkt dat het gaat om een nieuwe aanvraag voor aanvullende
bekostiging omdat de situatie in het samenwerkingsverband is verslechterd. Er is namelijk
door het bestuur eerder al een aanvraag gedaan die door het Ministerie van OCW is
afgewezen.
Ook de nu ingebrachte oorzaken kunnen echter niet als voldoende uitzonderlijk aangemerkt
worden om voor aanvullende bekostiging in aanmerking te komen. Aandacht+ is niet het
enige samenwerkingsverband dat te maken heeft met deze omstandigheden. Daarom heb
ik het samenwerkingsverband laten weten dat hoewel ik begrip heb voor hun situatie,
hun aanvraag voor aanvullende bekostiging niet wordt gehonoreerd. Bijgevoegd vindt
u de brief die ik in dit kader heb verstuurd aan het bestuur van het samenwerkingsverband
Aandacht+.
Aanvraag aandacht+ en reactie OCW
Aandacht+ geeft in de aanvraag aan dat het ontstane tekort met name veroorzaakt wordt
door de groei van het aantal leerlingen in het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)
en het praktijkonderwijs (pro), terwijl zij nog bekostigd wordt op basis van het aandeel
leerlingen dat er op 1 oktober 2012 in het lwoo en pro was. Ook hebben zij, in de
verwachting dat de bekostigingssystematiek hiervoor hervormd zou worden, een keuze
gemaakt voor opting out. Opting out biedt samenwerkingsverbanden vooruitlopend op
de aangekondigde wetswijziging, de mogelijkheid om landelijke toewijzingscriteria
en duur van lwoo los te laten. Daarbij kunnen zij zelf keuzes maken en beleid vormgeven
met betrekking tot lwoo.
In mijn reactie aan het samenwerkingsverband laat ik weten dat: het wetsvoorstel dat
de huidige verdeling van de middelen voor lwoo en pro regelt in 2015 door de Staten-Generaal
is aangenomen. Daarbij is in de toelichting aangegeven dat er gelijktijdig een onderzoek
zou plaatsvinden naar de consequenties van het verevenen van de budgetten voor lwoo/pro.3 Medio 2016 is de Tweede Kamer geïnformeerd dat uit het onderzoek is gebleken dat
de verwachte behoefte aan lwoo en pro niet gelijk is verdeeld over het land en dat
daarom de middelen niet verevend moeten worden.4 Vervolgens zijn meerdere alternatieven voor een verdeelsystematiek verkend, maar
deze waren om verschillende redenen helaas niet haalbaar. Hierover is regelmatig gecommuniceerd,
onder andere aan de Tweede Kamer.5
Op 18 november 2022 is aan de Tweede Kamer gemeld dat er een gedragen voorstel is
voor een nieuwe systematiek voor de bekostiging van lwoo/pro.6 Met deze nieuwe systematiek wordt het beschikbare budget beter verdeeld. De nieuwe
systematiek gaat vanwege de benodigde wetswijziging en uitvoeringsactiviteiten op
zijn vroegst in 2026 in. Tot die tijd blijft de huidige wettelijke bekostigingssystematiek
van kracht.
Dat het samenwerkingsverband een hoger budget zou ontvangen als er in de huidige verdeling
van middelen wordt uitgegaan van het landelijk gemiddelde is geen reden voor toekenning
van aanvullende bekostiging. Dit geldt voor meer samenwerkingsverbanden. Met het vooruitlopen
op wetgeving zou ik ook voorbijgaan aan het recht van de Eerste en Tweede Kamer om
het wetsvoorstel te behandelen waarmee dit wordt geregeld.
Ook de verder aangebrachte redenen, zoals dat de scholen in het samenwerkingsverband
de bijdragen voor compensatie van de ontstane tekorten niet (langer) kunnen of willen
dragen, zijn geen reden om aanvullende bekostiging te verstrekken.
Bij de invoering van passend onderwijs is bewust gekozen voor het uitgangspunt dat
de middelen gebudgetteerd zijn en dat wanneer het in te houden bedrag het budget overschrijdt
de scholen mee betalen aan het budget. Het zijn daarom geen uitzonderlijke of onvoorziene
omstandigheden.
Tot slot heb ik het samenwerkingsverband aangegeven van harte bereid te zijn in het
faciliteren van het samenwerkingsverband bij het opdoen van inspiratie en kennis bij
andere samenwerkingsverbanden. Mijn ambtenaren houden hierover contact met het samenwerkingsverband.
Ook blijven we werken aan de totstandkoming van het wetsvoorstel dat is gericht op
een aangepaste bekostigingssystematiek voor het pro en lwoo. Ik informeer uw Kamer
daar volgend jaar nader over.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap