Brief regering : Jaarverslag beoordelingscommissie LZA/LP
32 647 Levensbeëindiging
Nr. 109
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2024
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, het gecombineerde
jaarverslag 2022 en 2023 aan van de Beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking
en levensbeëindiging bij pasgeborenen (hierna: commissie). Het betreft het laatste
jaarverslag van de commissie zoals deze was samengesteld tot 1 januari 2024. Met ingang
van 1 februari 2024 beoordeelt de commissie ook de zorgvuldigheid van een levensbeëindiging
bij kinderen van 1–12 jaar.
In de verslagperiode zijn bij de commissie in totaal eenentwintig meldingen van een
late zwangerschapsafbreking gedaan, waarvan zes in 2022 en vijftien in 2023. Er zijn
geen meldingen ontvangen van levensbeëindiging bij pasgeborenen. Van de meldingen
van late zwangerschapsafbreking vielen er negen in categorie 1 en twaalf meldingen
in categorie 2.1
De meldingen zijn in het jaarverslag samengevat met daarbij de overwegingen en het
oordeel van de commissie. De commissie is in twintig gevallen tot het oordeel gekomen
dat de betrokken artsen hebben gehandeld overeenkomstig de geldende zorgvuldigheidseisen.
In één geval oordeelde de commissie dat de betrokken artsen hebben gehandeld overeenkomstig
de geldende zorgvuldigheidseisen, behoudens de eis omtrent de consultatie van een
onafhankelijk arts.
Het Openbaar Ministerie heeft deze zaak via een onvoorwaardelijk sepot afgesloten.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport