Brief regering : Reactie op verzoek van het lid Jetten voorafgaand aan de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) over de invulling van de subsidietaakstelling van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
36 600 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
33 650
Subsidiebeleid Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2024
Hierbij stuur ik u een reactie op het verzoek van het lid Jetten voorafgaand aan de
Algemene Politieke Beschouwingen over de invulling van de subsidietaakstelling van
OCW.
In het hoofdlijnenakkoord Hoop, Lef en Trots (bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 37) is besloten tot een rijksbrede taakstelling op subsidies van structureel € 1 miljard.
Deze taakstelling is verdeeld naar rato van de subsidiegrondslag op de begrotingen
waarbij de grondslag eerst wordt verlaagd met de specifieke budgetkortingen uit het
hoofdlijnenakkoord. Dit resulteert in een subsidietaakstelling van structureel € 361
miljoen voor het Ministerie van OCW.
Bedragen x € 1.000.000
2025
2026
2027
2028
2029
Rijksbreed
275
550
800
1.000
1.000
OCW
75
138
255
317
361
Voor het jaar 2025 zijn alle maatregelen uit het hoofdlijnenakkoord concreet verwerkt
in de ontwerpbegroting 2025 die op Prinsjesdag aan de Tweede Kamer is aangeboden.
Ook de subsidietaakstelling is voor 2025 concreet ingevuld.
Gezien de aanzienlijke omvang vraagt de invulling van de subsidietaakstelling voor
2026 en verder een zorgvuldige weging. De invulling zal in de praktijk immers vaak
raken aan leerlingen en studenten; de deskundige professionals in onderwijs en onderzoek;
en de makers in de culturele en creatieve sector. Om die zorgvuldige afweging te kunnen
maken is de subsidietaakstelling vanaf 2026 voorlopig verwerkt op drie grote subsidiebudgetten
op de OCW-begroting, te weten het budget voor Overige subsidies op Begrotingsartikel
1 (Primair Onderwijs), het budget voor Overige subsidies op Begrotingsartikel 3 (Voortgezet
Onderwijs) en het budget voor de Regeling praktijkleren op Begrotingsartikel 4 (Middelbaar
beroepsonderwijs).
Dat de subsidietaakstelling in deze ontwerpbegroting voorlopig is verwerkt betekent
dat alleen budgetten worden verlaagd en er nu dus nog geen inhoudelijke keuzes over
de concrete invulling worden gemaakt. Onderstaande tabel bevat een overzicht van de
voorlopige verwerking, waarbij het lid Jetten in zijn verzoek waarschijnlijk doelde
op de optelling van de budgetverlagingen op de Begrotingsartikelen 1 en 3.
Bedragen x € 1.000
Art.
Subsidie
2026
2027
2028
2029
1. Po
Overige subsidies
40.000
74.000
92.000
104.500
3. Vo
Overige subsidies
40.000
74.000
92.000
104.500
4. Mbo
Praktijkleren
58.338
107.150
132.543
152.486
Totaal
138.338
255.150
316.543
361.486
De concrete invulling van de subsidietaakstelling vanaf 2026 wordt over de gehele
OCW-begroting bezien en middels een nota van wijziging op de Ontwerpbegroting 2025
voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van OCW aan uw Kamer voorgelegd. Op deze
wijze kan de Tweede Kamer de gehele meerjarige invulling van de subsidietaakstelling
beoordelen, voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van OCW voor het jaar 2025 (die
nu is voorzien in de week van 26 november); alsook de wetgevingsoverleggen voor het
jaar 2025 voor de begrotingen van Media, Cultuur en Emancipatie. De voorlopige verwerking
in bovenstaande tabel wordt dan dus vervangen door een andere invulling.Het alternatief,
de daadwerkelijke invulling in deze ontwerpbegroting ten behoeve van Prinsjesdag,
had betekend dat na de start van het kabinet binnen enkele weken een invulling van
de gehele taakstelling uitgewerkt had moeten worden. Gezien de aanzienlijke omvang
werd dat onverantwoord en onzorgvuldig geacht.
Door meer tijd te nemen voor de invulling van deze aanzienlijke subsidietaakstelling
kan beter rekening worden gehouden met consequenties voor uitvoerende partijen en
alle betrokkenen in de sectoren van OCW.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap