Brief regering : Aanbieding van de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet aanpassing termijnen en nabestaandenregeling hersteloperatie toeslagen (Kamerstuk 36577)
36 577 Wijziging van de Wet hersteloperatie toeslagen en van de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen, houdende aanpassingen in de hersteloperatie toeslagen van bepaalde termijnen, van de peildatum voor brede ondersteuning voor gedupeerden in het buitenland en van de nabestaandenregeling (Wet aanpassing termijnen en nabestaandenregeling hersteloperatie toeslagen)
Nr. 7
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 september 2024
Op 18 juni 2024 is het wetsvoorstel Wet aanpassing termijnen en nabestaandenregeling
hersteloperatie toeslagen bij uw Kamer ingediend. U ontvangt bijgaand de nota naar
aanleiding van het verslag (Kamerstuk 36 577, nr. 8) waarin het kabinet uw vragen beantwoordt.
De vragen die diverse fracties over het wetsvoorstel hebben gesteld, en een aantal
ontwikkelingen rondom de hersteloperatie, hebben het kabinet aanleiding gegeven om
het wetsvoorstel op een aantal punten aan te passen. Deze aanpassingen vindt u in
bijgevoegde nota van wijziging (Kamerstuk 36 577, nr. 9). De belangrijkste wijzigingen betreffen het aanpassen van de beslistermijn op aanvragen
voor aanvullende compensatie voor de werkelijke schade en de introductie van termijnen
bij de brede ondersteuning door gemeenten.
Geen aanpassing van de beslistermijn op aanvragen aanvullende compensatie werkelijke
schade
De nota van wijziging past het wetsvoorstel aan zodat de beslistermijn bij aanvragen
voor aanvullende compensatie voor de werkelijke schade ongewijzigd blijft. Dit betekent
dat de beslistermijn maximaal zes maanden blijft, met de mogelijkheid om die termijn
met maximaal zes maanden te verlengen. Met de grote stappen die met de opschaling
van de Stichting (Gelijk)waardig herstel (SGH)-route, de opschaling van de Regieroute
VSO en de ontwikkeling van de digitale schaderoute zijn gezet om de druk op de Commissie
Werkelijke Schade (CWS) te verlichtenen de voortdurende inzet om de afhandeling bij
de CWS te versnellen, vindt het kabinet het noodzakelijk noch wenselijk om de beslistermijn
op aanvragen voor aanvullende compensatie voor de werkelijke schade aan te passen.
Voor ouders die zich aanmelden voor de SGH-route geldt immers dat de wettelijke beslistermijn
voor hun aanvraag voor aanvullende compensatie voor de werkelijke schade wordt opgeschort.
De beslistermijn van deze ouders start weer op het moment dat onverhoopt geen vaststellingsovereenkomst
via de SGH-route zou worden gesloten. Met betrekking tot de ouders die wel de CWS-route
willen volgen, geldt dat nog niet met zekerheid te zeggen is tot welke doorlooptijd
de nieuwe situatie gaat leiden en of de verbeteringen voldoende zullen zijn om aanvragen
binnen de wettelijke beslistermijn af te handelen. De keuze om de beslistermijn niet
aan te passen is daarmee een dilemma, want het brengt het risico met zich dat de huidige
termijnen toch niet toereikend zijn. Het kabinet wil echter voorkomen dat er op voorhand
ruimere termijnen worden ingesteld dan nodig zullen zijn.
Tot op heden lukt het helaas niet om ouders die een aanvraag indienen voor aanvullende
compensatie voor de werkelijke schade binnen de wettelijke termijn van zes maanden
– eenmalig te verlengen met maximaal zes maanden – een beschikking te geven. Het kabinet
zet daarom al geruime tijd in op enerzijds versnelling van de afhandeling van aanvragen
door de CWS, en anderzijds het verlichten van de druk op de CWS door alternatieve
schaderoutes in te richten. Op 16 juli 2024 is er een dienstverleningsovereenkomst
gesloten met de SGH, waarmee een grote groep gedupeerden de mogelijkheid heeft gekregen
om op vereenvoudigde wijze aanvullende compensatie te krijgen voor de werkelijke schade.
De verwachting is dat een groot deel van de ouders die nu nog in de wachtrij staan
bij de CWS of ouders die zich daar in de toekomst zouden hebben aangemeld, niet meer
door de CWS maar via deze alternatieve schaderoute geholpen zullen worden om hun financieel
herstel af te ronden. Daarmee zal de druk op de CWS aanzienlijk afnemen, al blijven
er ook aanzienlijk aantallen ouders over die (nog) niet de route van SGH kunnen of
willen bewandelen. Mede om de druk op de CWS verder te verlichten wordt momenteel
gewerkt aan opschaling van de Regieroute VSO, en worden voorbereidingen getroffen
voor de introductie van een digitale schaderoute.
Tegelijkertijd blijft het kabinet volop inzetten op het versnellen van de afhandeling
door de CWS. Er blijft immers nog steeds een groep ouders die ervoor zal kiezen om
hun aanvraag voor aanvullende compensatie voor de werkelijke schade via de CWS te
laten behandelen. Bijvoorbeeld omdat zij schadeposten hebben die zich niet lenen voor
vergoeding door de SGH (zoals medische gevolgschade), omdat zij vinden dat een meer
fijnmazige aanpak beter bij hun situatie past, of omdat zij op dit moment nog niet
terecht kunnen bij de SGH-route omdat zij (nog) niet binnen de aanmeldingscriteria
vallen. Uw Kamer is bij de brief van 31 mei 20241 geïnformeerd dat het kabinet met de CWS afspraken heeft gemaakt om het aantal adviezen
dat de CWS vaststelt te laten groeien. In haar plan van aanpak spreekt de CWS de wens
uit grondig te vernieuwen door aan de ene kant de eigen beleidskaders te heroverwegen
op het gebied van ruimhartigheid, en aan de andere kant organisatorische maatregelen
te nemen om de productiesnelheid te verhogen. Het aangepaste kader is afgelopen 1 juli
gepubliceerd op de website van het CWS.
Aanpak knelpunten brede ondersteuning
Vanaf het moment dat ouders zich hebben aangemeld voor de hersteloperatie toeslagen
hebben zij recht op brede ondersteuning door de gemeente, gericht op de leefgebieden
financiën, wonen, zorg, gezin en werk. Gemeenten lopen in de uitvoering van deze brede
ondersteuning tegen diverse knelpunten aan. Ouders hebben aangegeven inconsistentie
te ervaren in de dienstverlening van gemeenten. In overleg met diverse gemeenten,
VNG, ouders en jongeren wordt daarom voorgesteld om de wet aan te passen zodat er
meer duidelijkheid komt voor de rechthebbenden van bepaalde onderdelen van de brede
ondersteuning. Dat betreft de termijn waarbinnen een plan van aanpak wordt opgesteld
om de rechthebbende te helpen en de termijn waarbinnen de brede ondersteuning vervolgens
wordt verleend.
Regeling voor nabestaanden van overleden gedupeerden
Zoals in de brief2 bij het wetsvoorstel is toegelicht, wachten nabestaanden van overleden gedupeerden
al lange tijd op start van de regeling die hen helpt het financieel herstel af te
ronden. Het kabinet is uw Kamer erkentelijk voor uw spoedige schriftelijke inbreng
en verzoekt uw Kamer om ook voor het vervolg van het wetstraject een spoedige behandeling
van het wetsvoorstel te bevorderen.
Daarmee kan een uitvoerbare nabestaandenregeling in werking treden die zoveel mogelijk
aansluiting zoekt bij het gewijzigde amendement Leijten.3 Dat amendement had als doel om behandeling in één dag mogelijk te maken en de mogelijkheid
te realiseren om aanvullende compensatie voor de werkelijke schade toe te kennen.
Door het aanbieden van aanvullende begeleiding en door verscheidene herstelregelingen
zo snel mogelijk na elkaar en met een voorrangsbehandeling te doorlopen heeft het
kabinet gepoogd binnen de grenzen van het haalbare en uitvoerbare zo goed mogelijk
gevolg te geven aan het uitgangspunt van het amendement. Hierbij dient wel opgemerkt
te worden dat het voor de nabestaanden niet altijd mogelijk zal zijn om het verhaal
van de overledene te reconstrueren en werkelijke schade aannemelijk te maken. Dat
kan met name de toekenning van aanvullende compensatie voor de werkelijke schade bemoeilijken.
Het kabinet blijft daarom in gesprek met onder meer CWS en SGH om te bezien hoe de
compensatieregeling voor werkelijke schade voor nabestaanden zo goed mogelijk kan
worden uitgevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën,
N. Achahbar
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën